Les 58: tekstverbanden tijd, opsomming en tegenstelling
Lesplanning
10 minuten lezen
Tekstverbanden
Aan de slag met pitch
timer
10:00
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1
Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Lesplanning
10 minuten lezen
Tekstverbanden
Aan de slag met pitch
timer
10:00
Slide 1 - Diapositive
Elke tekst heeft een tekstdoel.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 2 - Quiz
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Welke manier van lezen gebruik je voor het bekijken van een tekst of deze leuk is?
A
Intensief
B
Globaal
C
Zoekend
D
Lerend
Slide 7 - Quiz
Welke manier van lezen gebruik je bij het leven van een leesboek?
A
Intensief
B
Globaal
C
Zoekend
D
Lerend
Slide 8 - Quiz
Sleep de tekstsoorten naar het juiste tekstdoel
Informeren
Activeren
Overtuigen
Amuseren
Slide 9 - Question de remorquage
Tekstverbanden
Pak les 58 (tekstverbanden) van je boek voor (blz. 120)
We bekijken daarna dit filmpje
Slide 10 - Diapositive
Tekstverband: tijd
Het tekstverand tijd geeft de volgorde aan waarin iets gebeurt
Voorbeeld van signaalwoorden die bij tijd horen: voordat, eerst, vervolgens, dadelijk, toen
Slide 11 - Diapositive
Tekstverband: opsomming
Een opsomming noemt verschillende dingen op die bij elkaar horen.
Voorbeeld van signaalwoorden die bij 'opsomming' horen:
ten eerste, ten tweede, ook, en, bovendien
Slide 12 - Diapositive
Tekstverband: tegenstelling
Een tegenstelling geeft het tegenovergestelde aan van wat eerder is gezegd.
Voorbeeld van signaalwoorden die bij 'tegenstelling' horen:
maar, toch, echter, howel, desondanks, aan de ene kant...aan de andere kant
Slide 13 - Diapositive
Voorbeeldzinnen:
Ik vind het goed dat wij anderhalve meter afstand van elkaar houden in deze tijd, toch vind ik het moeilijk om niet met mijn beppe te kunnen knuffelen.
Welk tekstverband?
Welk signaalwoord?
Slide 14 - Diapositive
Voorbeeld
Ik heb veel zin in de meivakantie. Ik spreek af met vriendinnen, ook ga ik winkelen met mijn moeder. Ten derde kan ik lekker uitslapen in de vakantie.
Tekstverband?
Signaalwoord?
Slide 15 - Diapositive
Nederlands hamsteren wc-papier, macaroni, koffie en thee. Waar hoort het signaalwoord 'en' bij?
A
tegenstelling
B
opsomming
C
tijd
Slide 16 - Quiz
'Maar' is een signaalwoord bij
A
tegenstelling
B
opsomming
C
tijd
Slide 17 - Quiz
Bedenk een zin waarin het tekstverband 'tijd' duidelijk wordt. Gebruik passende signaalwoorden
Slide 18 - Question ouverte
Huiswerk
Maak van les 58 op blz. 120 van je boek de volgende opdrachten: