1M1 - 15 maart

1M1 - Maandag 15 maart
Nodig:
- Etui
- Informatieboek blz. 46
- Werkboek blz. 64
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

1M1 - Maandag 15 maart
Nodig:
- Etui
- Informatieboek blz. 46
- Werkboek blz. 64

Slide 1 - Diapositive

Deze les:
  • Bespreken huiswerk
  • Uitleg §4.2
  • Aan de slag

Slide 2 - Diapositive

Bespreken huiswerk


Paragraaf 4.2
Opdracht 1ab, 3 en 7

Maandag 15 maart - 2e uur
- Informatieboek blz. 46 en 47
- Werkboek blz. 64 en 65

Slide 3 - Diapositive

Op de afbeelding zie je een tekening van Dordrecht. De stad Dordrecht kreeg in 1220 stadsrechten van graaf Willem I van Holland. Daarmee is het één van de oudste steden van Nederland.
§4.2 'Zelfstandige burgers'

Slide 4 - Diapositive

Leerdoel deze les
  1. Je kunt in je eigen woorden uitleggen waarom in de Middeleeuwen mensen graag in de stad wilden wonen. 
  2. Je kunt in je eigen woorden het begrip stadsrechten uitleggen.
  3. Je kunt uitleggen hoe steden aan stadsrechten kwamen. 
  4. Je kunt de plattegrond van een middeleeuwse stad herkennen. 

Slide 5 - Diapositive

Op de afbeelding zie je een tekening van Dordrecht. De stad Dordrecht kreeg in 1220 stadsrechten van graaf Willem I van Holland. Daarmee is het één van de oudste steden van Nederland.
§4.2 'Steden regelen het zelf'
NIEUW: Stadsrechten

Slide 6 - Diapositive

De Nederlanden

Nederland als één land bestond nog niet in de Middeleeuwen. Er waren veel kleine gebieden, die bij elkaar 'De Nederlanden' heetten.

In die gebieden was een heer, een edelman, de baas.  Zo'n gebied noemden we een domein

Een heer bepaalde wat er gebeurde in het domein, bijvoorbeeld de wetten.  
Op de kaart zie de de grote domeinen van de Nederlanden in de Middeleeuwen. Eigenlijk was heel Nederland ook één groot domein. Lang na de dood van Karel de Grote was de keizer van Duitsland de leenheer van de Nederlanden geworden. 

Slide 7 - Diapositive

Stad op het domein
De eerste steden waren ontstaan uit de boerendorpjes en markten op de domeinen. De heer van het domein was dus nog steeds de baas van de stad.

De inwonders van de stad wilden liever zelf hun stad besturen. Ze konden dan stadsrechten van de heer kopen. 
Edelen wilden stadsrechten graag verkopen. Ze werden er rijk van!

Slide 8 - Diapositive

Stadsrechten
De inwoners van een stad met stadsrechten mochten:
  • zelf de stad besturen
  • zelf de rechtspraak doen
  • een stadsmuur bouwen
  • een markt houden

Een stad zonder stadsrechten moest voor deze dingen toestemming vragen aan de heer van het domein. Veel gedoe!
Op de afbeelding zie een oorkonde met de stadsrechten. Het is een heel officieël document. Hierin stond dat de bewoners van de stad deze rechten van de edelman hadden gekocht. Onderaan hebben alle belangrijke mannen in was hun familiewapen gedrukt. Het bewijs dat zij als getuigen aanwezig waren. 

Slide 9 - Diapositive

Hieronder zie je de Middeleeuwse namen van steden staan. Sleep ze naar de juiste plek in de kaart.
Masetrieth
Daventre portu
Amestelledamme
Trecht
Gouwe

Slide 10 - Question de remorquage


Van wie kreeg een stad, stadsrechten?
A
Magistraat
B
Schout
C
Burgemeester
D
Heer

Slide 11 - Quiz


Stadsrechten: het recht van een stad op eigen winkels.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz


Stadsrechten: het recht om een stadsmuur te bouwen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz


Stadsrechten: het recht om zelf voedsel te verbouwen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz


De Middeleeuwse Stad
Kijk het filmpje over de stad in de Middeleeuwen. Let op er komen vragen over het filmpje!

Slide 15 - Diapositive

0

Slide 16 - Vidéo

Blij in de stad!
Mensen woonden graag in een stad met stadsrechten. Dit had twee belangrijke redenen:
  1. Steden hadden een eigen bestuur en rechtspraak. De bewoners waren zelfstandig.
  2. Veel steden hadden dikke stadsmuren. Mensen waren er veilig voor aanvallen. 

De Franse stad Carcasonne is één van de best bewaarde middeleeuwse steden met stadsmuren.

Slide 17 - Diapositive

Waterpoort. Deze poort wordt vooral gebruikt door mensen die via het water de stad willen bereiken. Deze poort is minder verdedigt en wordt in tijdens van nood gebarricadeerd met houten balken. 
Noorderpoort
De stadspoort aan het noorden van de stad. Belangrijkste poort, die afgesloten kan worden in tijden van aanval.
Zuiderpoort. De poort aan de zuidzijde van de stad. Is vooral toegankelijk voor voetgangers, minder voor karren. De poort kan afgesloten worden tijdens een aanval. 
Kathedraal
Deze grote kerk is de grootste kerk in de omgeving. De bisschop van het gebied zeteld hier dan ook. De stedelingen hebben lang, bijna 300 jaar gebouwd aan hun kerk. De kerk is het middelpunt van het sociale leven in de stad. Iedereen, arm en rijk, komt hier bijeen voor de diensten. 
Marktplein
Het centrale plein als het gaat om handel en middel van bestaan. Hier verdienen de meeste stedelingen hun brood... en kopen het. Op het plein staan kraampjes van boeren en om het plein de werkplaatsen van de ambachtslieden. 
Waterput
Het belangrijkste waterpunt in de stad. Hieruit kun je water halen voor al gebruik. 
Stadhuis
Hier zeteld het bestuur van de stad: de schout en schepenen. Maar de rechtbank en de cellen voor misdadigers vind je hier. Alles wat met betuur en rechtspraak te maken heeft onder een dak. 
Gasthuis.
Een soort kruising tussen een armneopvang en een ziekenhuis. Betaald door de rijken, gerund door de geestelijkheid en voor de armen. Zij kunnen hier hulp krijgen: voeding, onderdak, gezondheidszorg. 
Koopmanshuizen met grote binnentuin
De koopmanshuizen zijn veruit de grootste huizen in de stad. Vaak van duurder en doorzamer materiaal gemaakt (bv. steen). De koopmans-huizen fungeren vaak als pakhuis en (luxe) woonhuis. 
Vleesmarkt
Kleinere markt, waar vleesproducten werden veerkocht. De werkplaatsen van de vleeshouwers staan om de markt heen. 
Botermarkt
Kleine markt waar zuivelproducten werden verkocht. 
Vismarkt
Kleine markt waar vis door vissers werd verkocht.
Taks.
Een tolhuis. Aan iedere vreemdeling die de stad binnenkwam werd een bijdrage gevraagd
Smidstraat.
Hier hebben de smeden zich verzameld. Zij hebben hier hun werkplaatsen, met meestal hun huizen daaraan vast. 
Beestenmarkt
Kleine markt waarbij (meestal kleine) dieren werden verhandeld
Abdij / klooster
Binnen de stad ligt ook vaak een klooster. Hier leven monniken of nonnen hun eigen leven. Zij hebben wel vaak belangrijke publieke functies in de stad: leraar, verpoleegster, schrijver, etc.
Houtstraat
Aan deze straat wonen en werken ambastlieden die hout hun middel van bestaan hebben gemaakt. 
Binnenboeren
Dit zijn boeren die ook poorters zijn: zij zijn boeren binnen de stadsmuren. Vaak kleine bedrijfjes met maar weinig dieren. Maar zeer belangrijk in tijd van beleg, om de stad te beschermen voor uithongering
Rivier.
Belangrijke bron van water: drinkwater, waswater, bluswater, urinoir, etc.
Schavot
Publiekelijke schandplaats voor misdadigers. Meestal is het een standaard met een plank op een verhoging. Tussen die plank wordt iemand een bepaalde periode neergezet. Het staat niet fijn, maar het is vooral een plek waar iedereen je kan zien als misdadiger. 
Herberg
Een soort hotel/restaurant van de middeleeuwen. Het is een groot gebouw (meestal met stal), waar vreemdelingen kunnen overnachten, eten en rusten. Maar in de kamers kan natuurlijk meer...
Waag.
Hier worden goederen gewogen voor de verkoop. Omdat er maar een officieel punt van wegen is, is dat voor iedereen gelijk, 
Wisselbeurs
Bankgebouw, waar je verzekeringen kunt afsluiten. Je kunt er de wisselbrief inruilen. Je kunt er geld in bewaring geven. 
timer
3:00

Slide 18 - Diapositive

Wat zie je als je een middeleeuwse stad zou binnen lopen?
Wat zie je als je een middeleeuwse stad zou binnen lopen?
De markt
Deze geestelijken houden een processie: een tocht door de stad om hun geloof in God te laten zien. Soms werd dit gedaan om boete te doen.
De winkels waren meestal duidelijk te herkennen aan uithangborden, waarop symbolen van de ambachten stonden, zoals een vis of brood.
In principe mocht iedereen de stad binnen, zolang je maar geen (grote) wapens meenam. Messen moesten worden gemeten: was een mes te groot dan moest je hem bij de stadspoort achterlaten.
Inwoners van een stad noemen we tegenwoordig vaak burgers, maar in de Middeleeuwen werd meestal de term poorter gebruikt: iemand die binnen de poorten van een stad woont.
Een van de grootste gevaren van een middeleeuwse stad was brand. De meeste huizen waren van hout, en een klein vuurtje kon binnen enkele dagen de halve stad in as hebben gelegd. Ambachten waarbij veel vuur werd gebruikt, zoals bijvoorbeeld een smederij, bevonden zich daarom op speciale plekken in de stad.
Schapen, kippen, honden en varkens: er liepen in een stad vaak net zoveel dieren als mensen rond. 
Niet alle straten waren bestraat: na een regenbui was het een grote modderpoel, waarbij het (huis)vuil door de straten spoelde.
Riolering of een vuilnisdienst bestond nog niet. Mensen gooiden hun afval soms gewoon op straat of in de gracht. Het stonk er dus nogal, vooral ’s zomers. Die viezigheid was ook gevaarlijk. Het vuil trok ongedierte aan, zoals ratten. Hierdoor braken er ziekten uit.
Water (om te drinken en om schoon te worden) werd uit de gracht gehaald. Inderdaad: 500 meter verderop was er nog afval in gegooid...
De schandpaal was één van de straffen die je in de Middeleeuwen kon krijgen.
Er waren maar een paar gebouwen van steen in een middeleeuwse stad, zoals bijvoorbeeld de kerk of het stadhuis. Later komen er meer stenen gebouwen bij, zoals bijvoorbeeld de gildenhuizen.
timer
3:00
Huizen in deze bouwstijl noem je vakwerkhuizen: de balken in de muren zorgen voor de stevigheid van het huis. De ruimte tussen de balken worden opgevuld met takken van bijvoorbeeld wilgen. Vervolgens worden ze geplamuurd met een mengsel van stro en leem.
Het was er druk en krap: de meeste steden waren niet groter dan 5000 inwoners, maar omdat het er klein en smal was leek het veel drukker.
In een stad was van alles te vinden: eten, drinken, handel en vermaak. Het was er vies, maar mensen kwamen er graag.

Slide 19 - Diapositive

Waarom woonden mensen in de
Tijd van steden en staten zo graag in een stad?

A
In de stad was het schoner dan buiten de stad.
B
In de stad was het rustiger dan buiten de stad.
C
In de stad was veel te doen. Zo waren er vaak feesten en markten.
D
In de stad kwamen minder vaak ziektes voor dan buiten de stad.

Slide 20 - Quiz

Noem 2 andere redenen waarom mensen zo graag in een stad woonden?

Slide 21 - Question ouverte

Mensen gooien poep en plas op straat.
Was dat normaal in middeleeuwse steden?
A
Ja
B
Nee

Slide 22 - Quiz

Om de stad is een muur gebouwd
waar een poort in zit. Was dat normaal in middeleeuwse steden?
A
Ja
B
Nee

Slide 23 - Quiz

Er lopen varkens door de stad.
Was dat normaal in middeleeuwse steden?
A
Ja
B
Nee

Slide 24 - Quiz

Huiswerk


Paragraaf 4.2
Opdracht 1cd en 5
Donderdag 18 maart - 1e uur
- Informatieboek blz. 44 en 45
- Werkboek blz. 62 en 63

Slide 25 - Diapositive