3.21 Kijken en luisteren

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

	Vak: Nederlands Hoofdstuk: 2
1.	Lesopening
2.	Leergebiedoverstijgende doelen + arrangementen
3.	Lesdoel (+ minicheck)
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie + afsluiting

1. Lesopening

Pak je boek van Nederlands op blz. 176 met je schrift.

2. Leergebiedoverstijgende doelen

Zelfstandig leren

- Werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld. 

Als er staat leg je antwoord uit, doe je dat. 

Arrangementen

- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie na het benoemen van de lesdoelen en het lezen van de theorie. 

Ihabe, Alex

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 

Dennis, Lynn, Niels, Ties, Jermaine, Shaqell, Bas

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 

Noah, Jara

3. Lesdoel

Aan het eind van deze les; 

- kun je aantekeningen maken.

- kun je signaalwoorden ook in gesproken taal herkennen.

Mini-check

Quiz mee

Aantekeningen maken bij een tekst doe je om

1. de tekst beter te begrijpen.
2. de verbanden in een tekst te kunnen herkennen.
3. sneller de informatie voor het beantwoorden van vragen te vinden.
4. om de tekst zo onoverzichtelijk mogelijk te maken.

Wat doe je bij aantekeningen maken?

1. Alles opschrijven
2. Alleen de inleiding en het slot opschrijven
3. De bijzaken in steekwoorden opschrijven
4. De hoofdzaken in steekwoorden opschrijven

Je moet aantekeningen maken bij een kijkfragment. Hoe doe je dat het best?

1. Je schrijft alle hoofd-en bijzaken heel precies op.
2. Je schrijft de bijzaken in steekwoorden op.
3. Je schrijft de hoofdzaken in steekwoorden op.
4. Je schrijft het onderwerp samen met hoofd-en bijzaken op.

Wie maakt wat?

Iedereen doet mee met de instructie:

4. Instructie

Aantekeningen maken 

Luister goed naar alles wat er wordt gezegd. 

- Schrijf alleen hoofdzaken op

- Gebruik steekwoorden (meestal zijn dat zelfstandige naamwoorden)

- Je kunt ook afkortingen gebruiken

Aantekeningen maken

Aantekeningen maken van een kijkfragment:

- Bekijk het fragment 2 keer; eerst helemaal en dan in stukje om je aantekeningen te maken;

- gebruik tekens als pijlen, strepen, uitroeptekens etc.;

-hou ruimte over om dingen toe te kunnen voegen.

5. Begeleid inoefenen

Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (intensief)?

- werkt samen met de leerkracht.

- Niels; eventueel laten voorlezen

6. Zelfstandig werken

Je leest en maakt zelfstandig, in stilte:

les 3.21 opdr. 1 t/m 4 blz. 176 t/m 180.

Ben je klaar?

1. Kijk je werk zorgvuldig na + verbeter waar nodig. 

2. Huiswerk ander vak afmaken. 

3. Leren toets / lezen / woordzoeker. 

7. Evaluatie

- Zelfstandig leren; werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld.
 

Afsluiting

Ruim je boek en schrift van NE op.

Volgende lesuur: ....................