graad 1 versie 2

Woord van de week trimester 1
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsSecundair onderwijs

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Woord van de week trimester 1

Slide 1 - Diapositive

Vul de zinnen aan met het juiste woord.

Zorg ervoor dat je het woord ook passend maakt aan de tekst.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Vul de zinnen aan met het juiste woord. 

Een __________ is een dier dat zowel op het land als in het water kan leven. 

Slide 4 - Diapositive

Een __________ is een dier dat zowel op het land als in het water kan leven.

Slide 5 - Question ouverte

Vul de zinnen aan met het juiste woord. 
Om een probleem op te lossen, moet je soms een __________ bedenken als je eerste plan niet werkt. 

Slide 6 - Diapositive

Om een probleem op te lossen, moet je soms een __________ bedenken als je eerste plan niet werkt.

Slide 7 - Question ouverte

Vul de zinnen aan met het juiste woord. 
Als je iets __________, dan toon je aan dat het niet waar of niet juist is. 

Slide 8 - Diapositive

Als je iets __________, dan toon je aan dat het niet waar of niet juist is.

Slide 9 - Question ouverte

Vul de zinnen aan met het juiste woord. 
Een __________ is een mengsel, verbinding, samenvoeging of vereniging van twee of meer elementen. 

Slide 10 - Diapositive

Een __________ is een mengsel, verbinding, samenvoeging of vereniging van twee of meer elementen.

Slide 11 - Question ouverte

Vul de zinnen aan met het juiste woord. 
Als je __________ bent, dan heb je een beeld of een verwachting die overeenkomt met de werkelijkheid

Slide 12 - Diapositive

Als je __________ bent, dan heb je een beeld of een verwachting die overeenkomt met de werkelijkheid

Slide 13 - Question ouverte

Vul de zinnen aan met het juiste woord. 
Als je __________ werkt, dan bereik je een doel met een minimum aan tijd, moeite, geld, energie, etc.

Slide 14 - Diapositive

Als je __________ werkt, dan bereik je een doel met een minimum aan tijd, moeite, geld, energie, etc.

Slide 15 - Question ouverte

Vul de zinnen aan met het juiste woord. 
 __________ is een vorm van communicatie of wisselwerking tussen twee of meer personen. 

Slide 16 - Diapositive

__________ is een vorm van communicatie of wisselwerking tussen twee of meer personen.

Slide 17 - Question ouverte

Vul de zinnen aan met het juiste woord. 
Als je je __________ op iets, dan steun je op een bron van informatie, kennis en ervaring om een mening, conclusie of een beslissing te vormen. 

Slide 18 - Diapositive

Als je je __________ op iets, dan steun je op een bron van informatie, kennis en ervaring om een mening, conclusie of een beslissing te vormen.

Slide 19 - Question ouverte

Vul de zinnen aan met het juiste woord. 
Een __________ is een vorm van uitvoering van een bepaald product, document of programma,

Slide 20 - Diapositive

Een __________ is een vorm, variant, uitvoering, editie, van een bepaald product, document of programma,

Slide 21 - Question ouverte