010 H5.2 en H5.3

• Bedrijfseconomie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Welkom

4 HAVO BE.2 ||  2023-2024

Programma

• Vorige les: gemaakt 5.1
• Lesdoelen
• Theorie: lezen paragraaf 5.2
• Aan de slag met 5.2 en 5.3
• Toets: 26 september over H2 (telt mee)

Als je niet bijhoudt, ga je zo hard op je bek!

Lesdoelen

Aan het einde van de les

- Je kunt verschillende voorbeelden van schadeverzekeringen noemen.

- In geval van schade de schade-uitkering berekenen.

- Inkoopwaarde

- Bruto/nettowinst

--------------------

- Verkoopwaarde

Stel de nettowinst van 30% van de verkoopprijs. Inkoopprijs is 140.000 euro. Hoeveel is dan de verkoopprijs?

Schadeverzekeringen voor bedrijven

• Brandverzekering
• Transportverzekering (imaginaire winst meeverzekeren ?)
• Bedrijfsschadeverzekering (imaginaire winst meeverzekeren ?)
• Kredietverzekering (kredietlimiet) en Exportkredietverzekering
• Productaansprakelijkheidsverzekering
• Aansprakelijkheidsverzekering
• Rechtsbijstandverzekering

imaginaire winst: je verzekert je verwachten winst die je had kunnen binnehalen

krediet verzekering: producten die niet betaald worden door de klant door betaling op rekening. Vaak een kredietlimiet 

Exportkredietverzekering: verzekeren tegen buitenlandse afnemers

 (politiek/commercieel)

productaansprakelijkheidsverzekering: bedrijf verzekert zicht tegen producten die schadelijk zijn

aansprakelijkheidsverzekering: WA-verzekering auto voor consument

rechtsbijstandverzekering: verzekeraar staat ene persoon of onderneming bij tijdens juridische geschillen

voorbeeld 1

Pim Bogaerts heeft de goederen in zijn gehuurd magazijn op 1 januari tegen brand verzekerd voor 100.000. Deze goederen heeft Pim in november en december ingekocht voor 100.000. IN het magazijn van Pim breekt op 8 januari 2018 brand uit en goederen met een waarde van 60.000 gaan door de brand verloren. Op het moment van de brand is de voorraad goederen gelijk aan die op 1 januari.

Stappenplan

A bepaal het schadebedrag

B Bepaal de gezonde waarde van alle goederen

C Bepaal de verzekerde som van alle goederen

D Bereken de verzekeringsbreuk

E Bereken de schade- uitkering.

Uitwerkingen

A 60.000

B 100.000

C 100.000

wat is de verzekeringsbreuk?
Wat is de schade- uitkering?

Voorbeeld 2 (oververzekering)

Hoewel de goederen in het magazijn op 1 januari een inkoopprijs hebben van 100.000, heeft Pim de verzekerde som in zijn verzekeringspolis vastgesteld op 120.000. Omdat hij denkt dat de voorraad gaat toenemen.

gevraagd

Hoe groot is in deze situatie de schade uitkering?

Wat is de verzekeringsbreuk?
Hoeveel krijgt Pim uitgekeerd?

voorbeeld 3 onderverzekering

Pim heeft een brandverzekering afgesloten op 1 januari en de verzekerde som vastgezet op 120.000. Inkoopprijs is toegenomen met 150.000. Door een brand gaat een deel van de voorraad verloren van 60.000. 

Wat is de verzekeringsbreuk?
Hoeveel krijgt Pim uitgekeerd?

Berekenen schade-uitkering 

schade-uitkering =                                        x schadebedrag

                                        verzekeringsbreuk

                                       > 1 = oververzekering 

                                       < 1 = onderverzekering 

verzekerd bedrag 

 gezonde waarde

LET OP: de verzekering keert nooit meer uit dan het schade bedrag dus verzekeringsbreuk is max 1

- Maken opdracht 5.2 in groepjes van 4 a t/m l

Maak de opdrachten zelf en bespreek elk antwoord samen!

- Klaar? Dan ga je met opdracht 5.3 verder.

Opgave 5.2 A t/m D 

Nakijken  opgave 5.3

• Een WA-verzekering dekt schade derden, deze moet volledig vergoed worden door verzekeraar
  
  
  
  
• 300 - 12 x (68,37 - 57,87) = € 169,68
  
  
  
• haar auto is ouder geworden en nu minder waard geworden, premie Allrisk te hoog t.o.v. de waarde

Nakijken opgave 5.3

• (4 x 12 x 68,73 + 2 x 12 x 40,49)/1,21 - 1.800 =  - 1729,59

Bespreken opdracht 5.2

Opdracht 5.3: 

bij vraag b. Reken uit wat het verschil is tussen wel eigen risico hebben en geen eigen risico hebben in euro's bij een ongeluk.

bij vraag d. Let op dat je assurantiebelasting eruit haalt.

Huiswerk

Maken 5.5.

Leren 5.2 en 5.3

Zachtjes overleggen! / Aan docent vragen

Klaar? Nakijken

Niet af? Huiswerk!

Tot 5 minuten voor tijd