Lowan thema 2 Het lichaam dag 1

• NT2
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1,2

het lichaam

Wat ga ik leren?

nieuwe woorden bij thema 2: het lichaam

zinnen maken

Luister goed en zeg het woord na.

Dit is het hoofd.

Dit is het voorhoofd.

Dit is het haar.

Dit is het oor.

Dit is het oog.

Dit is de wimper.

Dit is de wenkbrauw.

Dit is de neus.

Dit is de wang.

Dit is de mond.

Dit is de lip.

Dit is de kin.

Dit is het gezicht.

Pak je schrift en je pen.

Schrijf het meervoud in het Nederlands in je schrift

Schrijf het woord in jouw eigen taal. 

het hoofd - de hoofden

het voorhoofd - de voorhoofden

het haar - de haren

het oor - de oren

het oog - de ogen

de wimper - de wimpers

de wenkbrauw - de wenkbrauwen

de neus - de neuzen

de wang - de wangen

de mond - de monden

de lip - de lippen

de kin - de kinnen

het gezicht - de gezichten

De woordvolgorde in een zin

1. Wie/wat	2. Werkwoord	3. Rest
Ik	ben	Susan
Jij	woont	in Eindhoven.
Hij	fietst	naar school.
We	zitten	op de stoel.
Jullie	eten	pizza.

Zinnen maken

1, Wie/wat

2. Werkwoord

3. Rest

Pak je laptop. 

1. de wenkbrauw
2. het oog
3. het oor
4. de wimper

1. de kin
2. het haar
3. de haar
4. het gezicht

1. de mond
2. de mund
3. de wenkbrauw
4. het oog

1. de kin
2. de neus
3. het gezicht
4. het gezegd

1. de mond
2. het uur
3. het oog
4. het oor

Wat hoor je?

Wat hoor je?

Wat hoor je?

Wat hoor je?

Wat hoor je?

hoofd, schouders, knie en teen, knie en teen

hoofd, schouders, knie en teen, knie en teen

oren, ogen, wangen, mond en neus

hoofd, schouders, knie en teen, knie en teen

Hoofd, schouders, knie en teen

Pak de werkbladen

Maak dag 1: bladzijde 1 t/m 8

Klaar?

Quizlet 2.1