Lowan thema 2 Het lichaam dag 1

het lichaam
1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolhavoLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

het lichaam

Slide 1 - Diapositive

Wat ga ik leren?
nieuwe woorden bij thema 2: het lichaam
zinnen maken

Slide 2 - Diapositive

programma
- filmpje
- TPR
- flitskaarten
- liedje
- quiz
- grammatica
- werkbladen

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

pak
wijs
leg
doe
gaat

het papier
het boek
de tas


de pen
het potlood

open - dicht
in - uit
op
het (hoe gaat het?)
goed
niet goed

Slide 5 - Diapositive

Luister goed en zeg het woord na.

Slide 6 - Diapositive

het hoofd

Slide 7 - Diapositive

het voorhoofd

Slide 8 - Diapositive

het haar

Slide 9 - Diapositive

het oor

Slide 10 - Diapositive

het oog

Slide 11 - Diapositive

de wimper

Slide 12 - Diapositive

de wenkbrauw

Slide 13 - Diapositive

de neus

Slide 14 - Diapositive

de wang

Slide 15 - Diapositive

de mond

Slide 16 - Diapositive

de lip

Slide 17 - Diapositive

de kin

Slide 18 - Diapositive

het gezicht

Slide 19 - Diapositive

Pak je schrift en je pen.

Slide 20 - Diapositive

Schrijf het meervoud in het Nederlands in je schrift
Schrijf het woord in jouw eigen taal. 

Slide 21 - Diapositive

het hoofd - de hoofden

Slide 22 - Diapositive

het voorhoofd - de voorhoofden

Slide 23 - Diapositive

het haar - de haren

Slide 24 - Diapositive

het oor - de oren

Slide 25 - Diapositive

het oog - de ogen

Slide 26 - Diapositive

de wimper - de wimpers

Slide 27 - Diapositive

de wenkbrauw - de wenkbrauwen

Slide 28 - Diapositive

de neus - de neuzen

Slide 29 - Diapositive

de wang - de wangen

Slide 30 - Diapositive

de mond - de monden

Slide 31 - Diapositive

de lip - de lippen

Slide 32 - Diapositive

de kin - de kinnen

Slide 33 - Diapositive

het gezicht - de gezichten

Slide 34 - Diapositive

De woordvolgorde in een zin
1. Wie/wat
2. Werkwoord
3. Rest
Ik
ben 
Susan
Jij
woont
in Eindhoven.
Hij
fietst
naar school.
We
zitten
op de stoel.
Jullie
eten
pizza.

Slide 35 - Diapositive


A
de wenkbrauw
B
het oog
C
het oor
D
de wimper

Slide 36 - Quiz


A
de kin
B
het haar
C
de haar
D
het gezicht

Slide 37 - Quiz


A
de mond
B
de mund
C
de wenkbrauw
D
het oog

Slide 38 - Quiz


A
de kin
B
de neus
C
het gezicht
D
het gezegd

Slide 39 - Quiz


A
de mond
B
het uur
C
het oog
D
het oor

Slide 40 - Quiz

hoofd, schouders, knie en teen, knie en teen
hoofd, schouders, knie en teen, knie en teen
oren, ogen, wangen, mond en neus
hoofd, schouders, knie en teen, knie en teen



Hoofd, schouders, knie en teen

Slide 41 - Diapositive

Pak de werkbladen
Maak dag 1: bladzijde 1 t/m 8

Klaar?
Quizlet 2.1

Slide 42 - Diapositive