C7 les 25 §5 Verkleinwoorden

Cursus 7 Spelling
§ 5  verkleinwoorden

les 25
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1,4

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Cursus 7 Spelling
§ 5  verkleinwoorden

les 25

Slide 1 - Diapositive

Welkom! 
Ga naar je plek, pak je spullen en wacht tot de les begint.

  • laptop/lesboek
timer
1:00

Slide 2 - Diapositive

timer
10:00
Lezen.....
SSSTT!

Slide 3 - Diapositive

Wat gaan we doen?

  • huiswerk bespreken
  • lesdoel
  • voorkennis
  • instructie
  • oefenen
  • zelfstandig werken
  • huiswerk

Slide 4 - Diapositive

Huiswerk  --> Vragen??
Cursus 7
Spelling
§4 meervouden
blz. 228-229

Opdracht 1-2-3-4-5-6-7 moeten af zijn

Slide 5 - Diapositive

opdracht 7 
In je lesboek op blz. 228-229.

Slide 6 - Diapositive

Lesdoel
  • je leert over verkleinwoorden

Slide 7 - Diapositive

Wat weet je al?

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Lien

 
Let op!!!
In afleidingen waarin het grondwoord een combinatie van cijfers en letters is, komt er een apostrof.


Slide 11 - Diapositive


Een verkleinwoord is altijd een ..... ?
A
bijvoeglijk naamwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
werkwoord
D
lidwoord

Slide 12 - Quiz

Verkleinwoord van:
hond
A
hondje
B
hondtje
C
hond'je
D
hondetje

Slide 13 - Quiz

Verkleinwoord van:
tv
A
tvtje
B
tv'tje
C
tvpje
D
tv'pje

Slide 14 - Quiz

Verkleinwoord van:
ski
A
skitje
B
ski'tje
C
skietje
D
skipje

Slide 15 - Quiz

Verkleinwoord van:
pad
A
padje
B
padtje
C
pad'je
D
paadje

Slide 16 - Quiz

Verkleinwoord van:
oefening
A
oefeningje
B
oefeningtje
C
oefeningetje
D
oefeninkje

Slide 17 - Quiz

Verkleinwoord van:
A4
A
A4je
B
A4tje
C
A4'tje
D
A4pje

Slide 18 - Quiz

Verkleinwoord van:
café
A
cafétje
B
café'tje
C
cafetje
D
cafeetje

Slide 19 - Quiz

Verkleinwoord van:
pudding
A
puddingtje
B
puddingje
C
puddingetje
D
puddinkje

Slide 20 - Quiz

Verkleinwoord van:
auto
A
autotje
B
auto'tje
C
autootje
D
autopje

Slide 21 - Quiz

Verkleinwoord van:
lolly
A
lollytje
B
lolly'tje
C
lollypje
D
lollietje

Slide 22 - Quiz

Verkleinwoord van:
wc
A
wctje
B
wc'tje
C
wcpje
D
wc'pje

Slide 23 - Quiz

Opdracht 8

Slide 24 - Diapositive

Zelfstandig werken 
Maak: 
Cursus 7 Spelling
§ 5 opdrachten 1-2-3-4-5-6-7  op  blz. 230-231
of digitaal 

Heb je een vraag?
Steek je vinger op!

Ben je klaar?
  • opdrachten §1-2-3-4  afmaken
  • oefentoetsen §1-2-3-4-5 maken/afmaken
  • lezen
  • ander huiswerk

Slide 25 - Diapositive

Huiswerk
Cursus 7
Spelling
§5 verkleinwoorden
blz. 230-231

Opdracht 1-2-3-4-5-6-7 moeten af zijn

Slide 26 - Diapositive