Wonen les WASSEN

Les wonen → wassen
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
WelzijnPraktijkonderwijsLeerjaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Les wonen → wassen

Slide 1 - Diapositive

Wat betekent dit wassymbool?
A
Niet wassen
B
Niet strijken
C
Niet stomen
D
Niet in de droger

Slide 2 - Quiz

Wat betekent dit wassymbool?
A
Niet strijken
B
Op 3 graden wassen
C
Op de hoogste stand strijken
D
Niet drogen

Slide 3 - Quiz

Bekijk de afbeelding.
Hoe moet deze sjaal gewassen worden?

A
Met een handwas.
B
In de wasmachine op 30 graden.
C
Niet wassen in de wasmachine
D
In de wasmachine op de laagste stand

Slide 4 - Quiz

Wanneer was je op de hand? (Handwas)
  • Kledingstuk dat kleur afgeeft
  • Je hebt niet voldoende was voor een volle machine 
  • etiket geeft aan dat je het op de hand moet wassen

Slide 5 - Diapositive

Een lichtroze t shirt hoort in de .......
A
Bonte was
B
Gekleurde was
C
Witte was
D
zwarte was

Slide 6 - Quiz

Deze blouse hoort in de ...............
A
Bonte was
B
Witte was
C
Gekleurde was
D
Zwarte was

Slide 7 - Quiz

Wasmiddelen 
Er zijn veel verschillende wasmiddelen te koop in de winkel!



Slide 8 - Diapositive

wasverzachter
Wasverzachter maakt niet schoon maar zorgt voor:
  • zachtheid, 
  • geeft geur 


Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Hoe ga je de was drogen?
  • Aan waslijn / droogmolen   
  • Buiten of binnen
  • Wasdroger



Slide 11 - Diapositive

Wasdroger→
Het water gaat met een afvoerslang naar buiten
Condensdroger→
Het water wordt opgevangen in een bak . Deze moet je leegmaken




Slide 12 - Diapositive