Voorbereiding TW 1 Leerjaar 1hv

Voorbereiding TW 1 Leerjaar 1hv
Capítulo 1
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Voorbereiding TW 1 Leerjaar 1hv
Capítulo 1

Slide 1 - Diapositive

Stof
Grammatica:
Het bepaald en onbepaald lidwoord (pag.13 tekstboek)
Het werkwoord ser (pag.16 tekstboek)

Doelen:
Ik ken de onbepaalde en bepaalde lidwoorden in het Spaans
Ik kan het juiste lidwoorden invullen in een zin
Ik ken de vormen van het werkwoord ser
Ik kan de juiste vorm van het werkwoord ser invullen in een zin

Slide 2 - Diapositive

Het bepaald en onbepaald lidwoord > pak voor je pag.13 tekstboek

Slide 3 - Diapositive

Het lidwoord moet hetzelfde zijn als het zelfstandig naamwoord.
Bijvoorbeeld:
el chico (mannelijk enkelvoud)
las chicas (vrouwelijk meervoud)

Kijk dus naar het zelfstandig naamwoord:

Slide 4 - Diapositive

Hoe weet je of een woord enkelvoud of meervoud is?


Eindigt het zelfstandig naamwoord op een -s, dan is het meervoud.
Eindigt het zelfstandig naamwoord niet op een -s, dan is het enkelvoud.

Bijvoorbeeld: la casa / las casas

Slide 5 - Diapositive

Vul het juiste bepaald lidwoord in:

Mi madre está en ... cocina.

Slide 6 - Question ouverte

Vul het juiste onbepaalde lidwoord in:

En la ciudad hay ... cine.

Slide 7 - Question ouverte

Vul het juiste onbepaalde lidwoord in:

Aquí tenéis ... uvas.

Slide 8 - Question ouverte

Vul het juiste bepaalde lidwoord in:

Me gustan ... animales.

Slide 9 - Question ouverte

De personen in het Spaans
Weet jij nog wie ik/jij/hij... is?

Slide 10 - Diapositive

Ik
Jij
Hij
Zij (enkelvoud)
Wij
Jullie
Zij (meervoud)
u (meervoud)
u
Yo
él
ella
Nosotros/-as
Vosotros/-as
ellos/ellas
ustedes
usted

Slide 11 - Question de remorquage

Het werkwoord ser (zijn)

Slide 12 - Diapositive

Vul de juiste vorm in van SER:

Yo ... una profesora.

Slide 13 - Question ouverte

Vul de juiste vorm in van SER:

Vosotros ... de Holanda.

Slide 14 - Question ouverte

Vul de juiste vorm in van SER:

Mi madre y yo ... vegetarianos.

Slide 15 - Question ouverte

Vul de juiste vorm in van SER:

Isabela y Mateo ... españoles.

Slide 16 - Question ouverte

El presente:

Slide 17 - Diapositive

Vul de juiste vorm in van het werkwoord tussen ().
Mi hermano (cantar) ____ una canción.

Slide 18 - Question ouverte

Vul de juiste vorm in van het werkwoord tussen ().
Yo (vivir) ____ en un pueblo

Slide 19 - Question ouverte

Vul de juiste vorm in van het werkwoord tussen ().
Tú (beber) ____ mucho té.

Slide 20 - Question ouverte

El verbo estar
= zijn (bij plaatsbepaling)

yo                                    estoy
tú                                    estás
él / ella/ usted           está
nosotros                      estamos
vosotros                       estáis
ellos/ellas/ustedes están

Slide 21 - Diapositive

Vul de juiste vorm in van het werkwoord tussen ().
¿Dónde (estar) ____ la casa?

Slide 22 - Question ouverte

Vul de juiste vorm in van het werkwoord tussen ().
Nosotros (estar) ____ en el instituto.

Slide 23 - Question ouverte

Vosotros (estar) ___________ en el pueblo
A
estás
B
estáis
C
estamos
D
están

Slide 24 - Quiz

Einde / Fin
Succes met de toets!
¡Mucha suerte con el examen! :-)

Slide 25 - Diapositive