Verbranding

• Biologie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Welkom bij biologie

Welkom bij biologie! 

Even voorstellen

Even voorstellen

Wat gaan we doen

10 minuten Introductie – plattegrond, werkwijze studieplanner en PTO –KLASCODE aanmaken

10 minuten voorkennis lospeuteren wat weet jij over verbranding met demo proef,

20 minuten Uitleg over fotosynthese-verbranding filmpjes uit boek. Demo practicum 1 Verbranding bij een kaars.

    Check samen maken opdracht 5 en 7 blz. 19, sporten en gamen.

30 minuten Practicum 2 Koolstofdioxide aantonen. Ben je klaar, start met het huiswerk. M: Bs 1 H: Bs1 en 2.

10 minuten Bespreken practicum 2. opdracht 7 - Check van de leerdoelen en terugblik op de les

Huiswerk staat in SOM en zie studiewijzer.

Hoe werken we bij biologie?

De les – vst uren – wat doe je thuis?

SOM, inleveren digitaal

PTO - Studiewijzer

Huiswerk – digitaal of boek, niet beiden. Inzichtvragen in schrift.

Woordenlijst - flitskaarten

PO’s

Toetsen - Toetsweek

Studiewijzer en PTO

Leerdoelen 

1.1.1 Je weet dat voor verbranding zuurstof nodig is en dat koolstofdioxide ontstaat. 

1.1.2. Je kunt het verband beschrijven tussen verbranding in je lichaam en lichamelijke inspanning.

HAVO:1.1.1 Je kunt uitleggen dat planten bij de fotosynthese energie vastleg en in glucose.

1.1.2 Je kunt uitleggen dat bij de afbraak van glucose energie vrijkomt. Je kunt uitleggen waarom een organisme adem haalt.

 1.2.3 Je kunt het verband beschrijven tussen verbranding in je lichaam en lichamelijke inspanning

.1.2.4 Je weet dat voor verbranding zuurstof nodig is en dat koolstofdioxide ontstaat.

Basisstof 1 Verbranding

Begrippen:  Verbranding  Brandstof Glucose

Havo:  Stofwisseling  Fotosynthese Mitochondriën

Zuurstof en koolstofdioxide

Zuurstof en koolstofdioxide

Bij verbranding worden een brandstof en zuurstof omgezet in water, koolstofdioxide en energie:

brandstof + zuurstof → water + koolstofdioxide + energie

Energie

Bij verbranding ontstaat water, koolstofdioxide en energie.

Je lichaam gebruikt die energie.

Bijvoorbeeld: 

• om te bewegen
• om warm te blijven.

Alle organen in je lichaam hebben energie nodig.

Verbrandingen

Inspanning

Als je actiever wordt, heb je meer energie nodig. 

• Hoe groter de lichamelijke inspanning.

verbranding in je lichaam

Fotosynthese om glucose en zuurstof te maken

Bladgroenkorrels --> fotosynthese

Nodig voor fotosynthese:

1. Koolstofdioxide
2. Water
3. Zonlicht

Producten van fotosynthese:

1. Glucose
2. Zuurstof

Stofwisseling

• Het omzetten van stoffen in andere stoffen.
• Fotosynthese is een vorm van stofwisseling.
• In alle organismen vindt stofwisseling plaats.

1.1 Stofwisseling

Afbraak van glucose

Cellen gebruiken glucose als energiebron.

• De afbraak van glucose gebeurt in mitochondrien.

• Bij de afbraak van glucose komt de opgeslagen energie vrij.
• De vrijgekomen energie wordt gebruikt voor stofwisseling

Bij afbraak van glucose komt energie vrij