Spelling blok 2 - les 2 - korte klanken/lange klanken + i/ie

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Blok 2 - Spelling

Korte en lange klanken

Nodig voor de les:

Tekst 11 (Warchild) uitprinten voor leerlingen

kppr

tmmrmn

zknhs

wnkl

Wat staat hier?

2

Wat ontbreekt er in elk woord?

Wat is het verschil tussen klinkers en medeklinkers?

Kunnen

• Je weet wat een klankgroep is.
• Je weet wat een klinker is.
• Je weet wat een medeklinker is.

• Je weet wanneer je een enkele of dubbele klinker moet schrijven.
• Je weet wanneer je een enkele of een dubbele medeklinker moet schrijven.
• Je weet hoe je woorden met i of ie moet schrijven

Weten

2

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

I of ie?

Wat weet je nog van de basisschool over woorden met een i of ie?

2

Tijdens deze fase blik je terug op de vorige les.

Eventueel bespreek je moeilijke opdrachten uit het huiswerk.

Klankgroepen

Wat weet je nog van de basisschool over korte en lange klanken?

2

Tijdens deze fase blik je terug op de vorige les.

Eventueel bespreek je moeilijke opdrachten uit het huiswerk.

Korte klanken en lange klanken

Hoor je aan het einde van een klankgroep een lange of een korte klank?

klinkerdief

Lange klanken hebben pech, ik haal gewoon een klinker weg.

jager - ramen - praten

medeklinkerbank

Korte klank? Dan komen er twee dezelfde medeklinkers op de bank.

bakker - kitten - pokken

2

Tijdens deze fase blik je terug op de vorige les.

Eventueel bespreek je moeilijke opdrachten uit het huiswerk.

Je kunt een woord in stukjes verdelen. Elk stukje is een klankgroep. Een woord kan uit een of meer klankgroepen bestaan.

Wat is een klankgroep?

2

Tijdens deze fase blik je terug op de vorige les.

Eventueel bespreek je moeilijke opdrachten uit het huiswerk.

In elke klankgroep zit een korte klank of een lange klank.

Wat is een klankgroep?

2

Tijdens deze fase blik je terug op de vorige les.

Eventueel bespreek je moeilijke opdrachten uit het huiswerk.

Oefening 1

Heeft de naam een korte of een lange klank?

Oefening 2 - verlengde instructie

Lees de tekst. Kies steeds het goede antwoord.

Even oefenen

2

Tijdens deze fase blik je terug op de vorige les.

Eventueel bespreek je moeilijke opdrachten uit het huiswerk.

Ga naar LessonUp.app

Maak de woorden af en schrijf ze op.

(blz. 82 - opdracht 29 + 30)

Nodig voor de les:

Tekst 11 (Warchild) uitprinten voor leerlingen

k...enhok

1. ip
2. ipp

paardenst...en

1. al
2. all

melkfl...en

1. es
2. ess

weil...en

1. and
2. andd

regenw...en

1. olk
2. olkk

hooiv...en

1. ork
2. orkk

les...ren

1. ur
2. uur

appelb...en

1. om
2. oom

winkelstr...en

1. at
2. aat

knuffelb...en

1. est
2. eest

lantarenp...en

1. al
2. aal

basissch...en

1. ol
2. ool

5. Zelfstandig werken

Lees	2.8 Korte en lange klanken 2.9 I of ie?
Maak	Opdracht 31, 32
Hoe	schrift alleen en in stilte
Tijd	5 min.
Eerder klaar?	Bijspijkeren (online) Spelling 1.6, 1.7, 1.8
Resultaat	Klassikaal bespreken.

2

Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen jouw instructie hebben begrepen d.m.v. een begeleide oefening.

Volgende les dictee (= opdracht 33)

6. Leerdoel gehaald?

Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen het leerdoel van de les hebben behaald.