Orkestinstrumenten les 1


Orkestinstrumenten
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
MuziekMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon


Orkestinstrumenten

Slide 1 - Diapositive

Noem zoveel mogelijk instrumenten die je op dit plaatje ziet. (antwoord in volgende slide)

Slide 2 - Diapositive

Welke instrumenten zag je?

Slide 3 - Question ouverte

Welk instrument hoort bij welk orkest?
Blaasorkest
Strijkorkest

Slide 4 - Question de remorquage

Verschillende soorten orkesten
  • Strijkorkest: alleen strijkinstrumenten
  • Blaasorkest (harmonie, fanfare, brassband): vooral blaasinstrumenten
  • Symfonieorkest: snaar-, blaas- en slaginstrumenten

Slide 5 - Diapositive

Welk soort orkest hoor je?
A
Strijkorkest
B
Blaasorkest
C
Symfonieorkest

Slide 6 - Quiz

Welk soort orkest hoor je?
A
Strijkorkest
B
Blaasorkest
C
Symfonieorkest

Slide 7 - Quiz

Welk soort orkest hoor je?
A
Strijkorkest
B
Blaasorkest
C
Symfonieorkest

Slide 8 - Quiz

In een orkest vind je verschillende instrumenten, uit verschillende instrumentengroepen: snaarinstrumenten, blaasinstrumenten en slaginstrumenten.

Slide 9 - Diapositive

Noem minstens twee slaginstrumenten.

Slide 10 - Question ouverte

Slaginstrumenten
Slaginstrumenten met vel: membranofonen
bijvoorbeeld een tamboerijn

en

Slaginstrumenten zonder vel: idiofonen
bijvoorbeeld een triangel

Slide 11 - Diapositive

Sleep de instrumenten naar het goede veld.
Membranofoon (met)
Idiofoon (zonder)

Slide 12 - Question de remorquage

Deze les
Spelen O Fortuna

Huiswerk: Orkestinstrumenten N1 blok 1 & 2
en oefenen O Fortuna

Slide 13 - Diapositive