Nederlands H5 verleden tijd van zwakke ww

Nederlands

Nederlands
s1sb 25-05
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Nederlands

Nederlands
s1sb 25-05

Slide 1 - Diapositive

Leerdoel
Vandaag leren we over de verleden tijd van zwakke werkwoorden.

Pak je boek van Nederlands erbij. 

Slide 2 - Diapositive







verleden tijd





tegenwoordige tijd
lopen
liepen
gaan
gingen
zijn
waren
fietsen
verven
fietsten
verfden
leren

Slide 3 - Question de remorquage

Verleden tijd
Een van de werkwoorden in een zin is de persoonsvorm.
Je gebruikt de persoonsvorm in de verleden tijd (vt) als iets is gebeurd.


Slide 4 - Diapositive

Hoe vind je de persoonsvorm?

Slide 5 - Question ouverte

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Zwakke werkwoorden
bij de meeste werkwoorden maak je de verleden tijd door achter de ik-vorm:   -de of -te te zetten.
Bijvoorbeeld:
betalen
ik betaal
ik betaalde

Slide 9 - Diapositive

Maar hoe?
Hoe weet je nou of je er -te of -de achter moet zetten?

Dan maken we gebruik van:

Slide 10 - Diapositive

'T SeXy FoKSCHaaP



Slide 11 - Diapositive

'T SeXy FoKSCHaaP
* alleen de medeklinkers tellen mee! 
Kijk naar het hele werkwoord                                                                     krijsen
Haal –en van het werkwoord af        (de stam)                                     krijs
Maak de juiste ik-vorm                                                                                  krijs
Kijk naar de laatste letter                                                                              krijs

Zit de laatste letter in het sexy fokschaap?
Zo ja: schrijf ik-vorm + te(n)                                                                        krijste
Zo nee: schrijf ik-vorm + de(n)

Slide 12 - Diapositive

Hoe werkt het?
1. Kijk naar het hele werkwoord.
2. Je bedenkt wat de stam is. (-en)
3. Je kijkt naar de laatste letter van de stam.
4. Zit de laatste letter in 't sexy fokschaap?
5. Ja: dan komt er -te achter de ik-vorm
6. Nee: dan komt er -de achter ik-vorm

Slide 13 - Diapositive

Samen:

Spelen

dansen

verven

Slide 14 - Diapositive

Verleden tijd van:
ik vis

Slide 15 - Question ouverte

VT (Verleden Tijd)
ik verf

Slide 16 - Question ouverte

VT:
Ik gooi

Slide 17 - Question ouverte

Conclusie
Bij zwakke werkwoorden (die  niet van klank veranderen) gebruiken we 'T SeXy FoKSCHaaP in de verleden tijd.
1. Je zoekt naar de stam.
2. Je kijkt naar de laatste letter van de stam.
3. Zit de laatste letter in 'T SeXy FoKSCHaaP?
4. Ja, dan -te achter de ik-vorm.
5. Nee, dan -de achter de ik-vorm.

Slide 18 - Diapositive

Onderwerp
1. Zoek de persoonsvorm
2. Vraag: wie of wat + persoonsvorm
3. Het antwoord op die vraag is het onderwerp

Slide 19 - Diapositive

Opdracht 3 samen 

1) Mijn zus slaagde/slaagden gisteren in één keer voor haar rijbewijs. 
2) Na een lange dag gaapte/gaapten jij uitgebreid.
3) Na de voorstelling klapte/klapten de bezoekers heel lang 
4) De planten in de tuin groeide/groeiden dwars door elkaar heen.

Slide 20 - Diapositive

Huiswerk
Hoofdstuk 5 - Taalverzorging Spelling

Maken: 
- startopdracht (blz. 184)
- opdracht 1 t/m 7 (blz. 184-186)

Slide 21 - Diapositive