Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Circulair ondernemen H1
Slide 1 - Diapositive
Circulaire economie
= een systeem waarbij de bedoeling is om herbruikbaarheid van grondstoffen en goederen te maximaliseren en waardevernietiging te minimaliseren.
Zo ontwerpen dat iets makkelijk te vervangen is of een ander doel kan krijgen.
Slide 2 - Diapositive
Waarom nodig?
- Middenklasse groeit -> bestedingen nemen toe
- Wegwerpcultuur = eerder weggooien dan repareren
-> door industrialisatie en globalisatie
-> gevolg: meer vraag naar producten en dus grondstoffen -> grondstoffen raken op.
Slide 3 - Diapositive
Waarom zorgt industrialisatie en globalisatie voor steeds goedkopere goederen?
Slide 4 - Question ouverte
Geef voor de voorbeelden aan of ze onder de definitie van circulair ondernemen vallen.
Slide 5 - Diapositive
Particulieren verhuren hun huis als ze zelf op vakantie zijn, zo zijn er minder vakantie huizen nodig
A
Wel
B
Niet
Slide 6 - Quiz
Particulieren huren hun koelkast, de koelkast gaat na gebruik weer terug naar de verhuurder die de grondstoffen hergebruikt
A
Wel
B
Niet
Slide 7 - Quiz
Het gebruikte koffiedik van een cafe wordt gebruikt om champignons op te kweken.
A
Wel
B
Niet
Slide 8 - Quiz
Via een website kun je je aanmelden om een thuis gekookte maaltijd te kopen bij iemand in de buurt.
A
Wel
B
Niet
Slide 9 - Quiz
MVO
= maatschappelijk verantwoord ondernemen
3 kernwaardes:
1 People (welzijn van mensen binnen en buiten bedrijf)
2 Planet (beperken van verspilling grondstoffen en uitstoot)
3 Profit (winst, anders is MVO niet mogelijk)
Slide 10 - Diapositive
Niet alles is circulaire economie
Recyclingseconomie valt er niet onder, want veel wordt alsnog vernietigd.
Deeleconomie valt er niet onder, wel sprake van minder gebruik van grondstoffen maar niet van hergebruikmaximalisatie. Wel sprake van gebruiksmaximalisatie.
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Lineair
- Macht ligt bij verschillende partijen
Producent: bepaald hoe en wat er gemaakt wordt
Consument: verantwoordelijkheid voor hoe ermee om te gaan
Circulair
- Ideaal: Macht bij 1 persoon
Slide 13 - Diapositive
Welk van onderstaande modellen past het beste bij de traditionele economie?