3.2 Arbeid en vermogen

1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Kracht
Krachtenpijl of vector

Slide 2 - Diapositive

Wat zijn de drie eigenschappen van een krachtenpijl?

Slide 3 - Question ouverte

Wat zijn de gevolgen van een kracht?

Slide 4 - Question ouverte

Slide 5 - Diapositive

Wat maakt de tweede helft lastiger?

A
De grotere zwaartekracht.
B
De grotere hoogte.
C
De vermoeidheid in de spieren.
D
De spieren leveren meer energie per seconde

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Arbeid ontstaat alleen als je beweegt
Arbeid in beide situaties hetzelfde.

Slide 9 - Diapositive

Arbeid
  • Het aantal Joule aan energie dat nodig is om een object te verplaatsen
  • Zonder verplaatsing: Geen arbeid

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Wat is waar?

A
Er wordt geen arbeid verricht
B
De spierkracht verricht arbeid.
C
De zwaartekracht verricht arbeid
D
De arbeid is gelijk aan de kinetische energie.

Slide 13 - Quiz

Vermogen

Slide 14 - Diapositive

vermogen en arbeid
  • De arbeid die een persoon per seconde levert is het mechanisch vermogen.

  • Het mechanisch vermogen wordt uitgedrukt in watt (W)

  • Het vermogen is de arbeid die per seconde wordt verricht

  • Het vermogen is een hoeveelheid energie die een apparaat per seconde kan omzetten



Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Hoe lang duurt het opladen nog?

A
5,2 uur.
B
5,5 uur
C
5,7 uur
D
meer dan 6 uur.

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Diapositive