Toetsvoorbereiding

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

Programma vandaag

Wat moet je leren?

Bonus

Oefenvragen toets

Wat moet je leren?

Wat is maatschappijleer-Kernbegrippen bij maatschappijleer (1.3)

Hoofdstuk Politiek (hoofdstuk 3)

Werk- De Verzorgingsstaat (8.6)

Werkboekbonus

Werkboek: Wat is maatschappijleer? 1.3 Hoofdstuk Politiek (3) Werk De Verzorgingsstaat 8.6) 

Je maakt alles, dus ook de tussenstukjes, voor minimaal 80%

Bonus: 0.5

Toepassingsopdrachten

Toepassingsopdracht: 1,2,3

Gemiddeld 70 punten

Bonus 1.5 punt

1 Bij een indirecte democratie pas(t)sen:

1. Volksvertegenwoordigers
2. een bevolking die besluiten neemt
3. referenda
4. een dictator

2 Passief kiesrecht is:

1. Politici stemmen over wetten
2. Maar weinig mensen gaan stemmen
3. Je bij verkiezingen mag gaan stemmen
4. Mensen bij verkiezingen op jou kunnen stemmen

3 Welke politieke partij is links?

1. CDA
2. SP
3. PVV
4. VVD

4 Welke politieke partij is rechts?

1. CDA
2. PVDA
3. SP
4. VVD

5 Welke partij is Christen-Democratisch?

1. CDA
2. PVDA
3. D66
4. VVD

6 Welke politieke partij is liberaal?

1. CDA
2. PVDA
3. Groenlinks
4. VVD

7 Bij welke politieke stroming hoort de uitspraak 'Welvaart moet beter verdeeld worden'

1. Liberalisme
2. Sociaal democratie
3. Christen democratie
4. Alle stromingen

8 Waarvoor is een staatsecretaris verantwoordelijk?

1. Het regeerakkoord
2. Miljoenennota
3. Een deel van de taken van een minister
4. Afspraken in de Tweede Kamer.

9 Waaruit bestaat het parlement?

1. De regering en het kabinet
2. de Eerste Kamer en de koning
3. Eerste en Tweede Kamer.
4. Ministers en staatsecretarissen

10 Hoeveel Kamerleden zitten er in de Eerste Kamer?

1. 75
2. 100
3. 150
4. 175

11 De Tweede Kamer mag zelf ook wetsvoorstellen doen. Dit is het:

1. Recht van interpellatie
2. Motierecht
3. Recht van initiatief
4. Stemrecht

12 In de grondwet staat onder andere dat je:

1. Belasting moet betalen
2. Iemand telefoon mag afluisteren
3. Mag spijbelen
4. Verplicht bent om te stemmen

13 Het doel van de Trias Politica is:

1. De overheid geen macht te geven
2. Het volk alle macht te geven
3. De macht te verdelen
4. Rechten en plichten burgers vast te leggen

14 De bevolking kiest in de gemeente:

1. De burgemeester
2. Gemeenteraad
3. B en W
4. de wethouders

15 Een werknemer met een vaste baan wordt werkloos omdat het bedrijf waar hij werkt failliet gaat. Hij krijgt:

1. Arbeidsongeschiktheidsuitkering
2. AOW
3. Bijstand
4. WW