Examentraining Leesvaardigheid (apr '24)

Reading practice
Handvatten voor je toets en uiteindelijke eindexamen


1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavo, havoLeerjaar 4-6

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Reading practice
Handvatten voor je toets en uiteindelijke eindexamen


Slide 1 - Diapositive

Signaalwoorden en tekstverbanden
Signaalwoorden en tekstverbanden maken je teksten lekker leesbaar. 
Ze verbinden zinsdelen, zinnen of alinea's met elkaar. Als je woorden taart zijn, dat zijn je signaalwoorden de slagroom die de cakelagen verbinden. Samen vormen ze een geheel dat naar meer smaakt.

Slide 2 - Diapositive

Tekstverbanden
Zinnen en alinea’s in een goede tekst staan niet zomaar in een willekeurige volgorde achter elkaar. 
Ze horen vaak bij elkaar en hebben een bepaalde samenhang. 
Zo’n samenhang noem je een tekstverband.
Je kunt tekstverbanden vaak herkennen aan signaalwoorden. Een signaalwoord in de tekst geeft een bepaald tekstverband aan. 

Slide 3 - Diapositive

Welke Engelse signaalwoorden
ken je al?

Slide 4 - Carte mentale

Welke verbanden kunnen
er zijn in een tekst?

Slide 5 - Carte mentale

Welk signaalwoord/functiewoord hoort bij welk tekstverband? Sleep de goede antwoorden naar elkaar toe.
As well as
In short
To praise
To criticize
For instance
Uitbreiding/Opsomming
Gevolg/Conclusie
Ondersteunen (positief)
Tegenstelling
Voorbeelden

Slide 6 - Question de remorquage

He should not be doing this job, ... he was not trained for it.
A
despite
B
however
C
since
D
such as

Slide 7 - Quiz

Welk signaal woord in de tekst geeft een tegenstelling aan?

Slide 8 - Question ouverte

Meerkeuzevraag: Stappenplan
Lees de vraag, niet de antwoorden! Staat er nuttige informatie in de vraag?

In het voorbeeld hiernaast zie je dat je moet kijken in paragrafen 1 en 2.
Verder staat er het woord relate in de vraag. We moeten dus op zoek naar een signaalwoord en uitzoeken om welk tekstverband het gaat.

Slide 9 - Diapositive

Meerkeuzevraag (2)
1. Lees de vraag en daarna pas de tekst!
2. Markeer alle belangrijkste woorden - dit zijn vaak bijvoeglijke naamwoorden of woorden die specifieke informatie geven
3. Wat zijn de verschillen tussen de antwoorden? Welke woorden verwacht je terug te zien in de tekst?
4. Lees de tekst
5. Kies je antwoord

Slide 10 - Diapositive

Which of the following is in line with the main idea of paragraph 4?
A
A country’s economy is dependent on its culture.
B
Cultural diversity should preferably be preserved.
C
Local cultures are readily sacrificed in the quest for profit.
D
The significance of cultural differences is underestimated.

Slide 11 - Quiz

Uitleg
De vraag is wat de kern van deze paragraaf is. (Streep alle signaalwoorden aan)
- Signaalwoorden zijn yet (r. 1) en but (r.3) Die markeer je.
(Haal de duidelijke foute antwoorden eruit)
- Bij antwoord A stond iets over a country's economy. Dit staat niet echt in de paragraaf.
(wat zijn de belangrijkste woorden die je verwacht terug te zien in de tekst?)
- Bij C staat iets over dat Profits belangrijker zijn dan Cultures. Dat staat ook niet in de tekst.

- Blijven B en D over.

- B is positief,  D is negatief.  D is dus het juiste antwoord.

Slide 12 - Diapositive

Examentraining - Beweringenvragen


Hoe herken ik de vraag? -> Meerdere stellingen, genummerd 1,2 etc.

Slide 13 - Diapositive

Stappenplan
Allereerst markeren we het stuk tekst waar we moeten zoeken.

Dan strepen we de zoektermen aan waar we mee gaan werken. Wat zijn de belangrijkste woorden? Denk hierbij aan:
- Namen, plaatsen
- Alles wat je in een cijfer kunt uitdrukken (de meerderheid), en tijdsaanduidingen (tegenwoordig)

WEET ZEKER DAT JE DE ENGELSE WOORDEN HIERVAN KENT EN KUNT ZOEKEN IN DE TEKST. Zoek ook naar die signaalwoorden. 
Bij stelling 1 zouden we bijvoorbeeld 'te warm' (meetbare temperatuur) en 'tegenwoordig' (tijdsaanduiding) kunnen markeren.


Slide 14 - Diapositive

De Afrikaanse kuststreek is tegenwoordig te warm voor pinguïns.

FYI: De tekst gaat algemeen over pinguïns in Afrika
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

Uitleg
De stelling was: De Afrikaanse kuststreek is tegenwoordig te warm voor pinguïns. 

Een van de  zoektermen was warm. In dit hele stuk tekst wordt op geen enkele manier gesproken over temperatuur, dus de stelling is onjuist.

Slide 16 - Diapositive

Open vragen
Bij een open vraag is het belangrijk dat je de tijd neemt om de vraag goed te lezen.

De vraag zegt namelijk vaak al waar je moet zoeken en waar je op moet letten. 

Daarnaast staat er ook hoe je het antwoord moet opschrijven, bijvoorbeeld door te citeren, of met een of twee woorden, of in Nederlands. 

Slide 17 - Diapositive

Stappenplan
- Lees de vraag en markeer als dat kan het stuk tekst waar je het antwoord moet zoeken. Als er een citaat in de vraag staat markeer je dat. Het antwoord staat daar namelijk vrijwel altijd dichtbij.

- Daarna kijk je in de vraag wat ze precies willen weten. Vragen ze om een voorbeeld, een tegenstelling of toch een opsomming?

- Met het antwoord op de vorige vraag ga je zoeken naar signaalwoorden die dat tekstverband weergeven.

- Vlakbij het juiste signaal- of functiewoord zul je het antwoord vinden.

- Schrijf daarna het antwoord op volgens de instructies in het examen, waarbij de taaltekenregels niet vergeten moeten worden. 
Voorbeeld

Wat is volgens alinea 1 de belangrijkste oorzaak voor het krimpen van de
aantallen rode eekhoorns? 
Geef antwoord in het Nederlands. 

--> Je markeert alinea 1.
--> Ze zoeken een belangrijke oorzaak/reden
--> er is een vermindering in het aantal rode eekhoorns
--> Je moet in eigen woorden in het Nederlands antwoorden

Slide 18 - Diapositive

Wat is volgens alinea 1 de belangrijkste oorzaak voor het krimpen van de
aantallen rode eekhoorns?
Geef antwoord in het Nederlands.

Slide 19 - Question ouverte

Uitleg
De vraag was: Wat is volgens alinea 1 de belangrijkste oorzaak voor het krimpen van de
aantallen rode eekhoorns?
Geef antwoord in het Nederlands. 

- Signaalwoorden in de tekst: yet (r.2)

- Als we de zin die begint met yet  gaan lezen zien we het woord predominantly, wat 'belangrijkste' betekent.

- De zin in zijn geheel laat zien dat er een virulent virus is dat zorgt voor het verdrijven van rode eekhoorns. 

- Alle elementen van de vraag komen in deze zin terug. De oorzaak is dus een virus/besmettelijke ziekte.

Slide 20 - Diapositive