rekentaal_OKAN A_meer, minder, evenveel, kleiner dan en groter dan
1 / 37
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Waar zie je MEER blokken?
A
B
Slide 8 - Quiz
Waar zie je MINDER blokken?
A
B
Slide 9 - Quiz
Waar zie je MEER ballen?
A
B
Slide 10 - Quiz
Waar zie je MINDER ballen?
A
B
Slide 11 - Quiz
Waar zie je één auto meer?
A
B
Slide 12 - Quiz
Waar zie je één auto minder?
A
B
Slide 13 - Quiz
Waar zie je er MEER?
A
B
Slide 14 - Quiz
Waar zie je EVENVEEL ballonnen?
A
B
Slide 15 - Quiz
Waar zie je EVENVEEL bloemen?
Waar zie je EVENVEEL bloemen?
A
B
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
1
9
6
3
8
0
5
Slide 19 - Question de remorquage
19
67
4
1
17
9
16
10
0
26
34
7
100
Slide 20 - Question de remorquage
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Diapositive
4 2
A
>
B
<
C
=
Slide 24 - Quiz
5 8
A
>
B
<
C
=
Slide 25 - Quiz
5 5
A
>
B
<
C
=
Slide 26 - Quiz
3 8
A
>
B
<
C
=
Slide 27 - Quiz
17 12
A
>
B
<
C
=
Slide 28 - Quiz
100 101
A
>
B
<
C
=
Slide 29 - Quiz
Slide 30 - Diapositive
Slide 31 - Diapositive
Slide 32 - Diapositive
0, 1, 3, 5, 6, 8, 9
Welke cijfer staat vooraan?
Welke cijfer staat vooraan?
Slide 33 - Question ouverte
0, 1, 3, 5, 6, 8, 9
Welke cijfer staat achteraan?
Welke cijfer staat achteraan?
Slide 34 - Question ouverte
0, 1, 3, 5, 6, 8, 9
Welke cijfer staat in het midden?
Welke cijfer staat in het midden?
