2GT Latijn Les 15 (congruentie herhaling)

1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Welk Nederlands woord is NIET afgeleid van het Latijnse
novus = nieuw?
A
noviet
B
innovatie
C
november
D
novum

Slide 2 - Quiz

Welk Engelse woord is NIET afgeleid van het Latijnse
tempus, tempora = tijd?
A
temperance
B
temporary
C
tempo
D
temper

Slide 3 - Quiz

Wat betekent het Nederlandse woord 'content'?
(afgeleid van Latijnse contentus)
A
inhoudelijk
B
niet in staat om je plas op te houden
C
altijd, voortdurend
D
tevreden

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Diapositive

Groep 1
Groep 2
Groep 3
silentium
custos
turba
os
Romanus
femina
vir
caput

Slide 6 - Question de remorquage

Slide 7 - Diapositive

Mannelijk
Vrouwelijk
Onzijdig
dea
locus
signum
victor
caput
arx
rex
puer

Slide 8 - Question de remorquage

Congruentie: herhaling
  • Bijvoeglijke nw. EN Bezittelijke vnw. hebben 3 rijtjes: voor mannelijk, vrouwelijk en onzijdig! (longus, longa, longum/ noster, nostra, nostrum)
  • Bijv.nw. en bezit.vnw. op -er gaan zoals longus (met kleine aanpassing);
  • Zelfst.nw en bijv.nw./bezit.vnw. hoeven niet te rijmen;
  • Moeten wel in zelfde naamval, getal en geslacht staan;
  • Bepaal per woord welk rijtje/ welke groep je moet gebruiken;
  • Let op de geslachtsregels van zelfst.nw...

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Kies de juiste vorm van het bijvoeglijke naamwoord miser bij homines
A
miseri
B
miseris
C
miserae
D
miseres

Slide 11 - Quiz

Kies de juiste vorm van het bijvoeglijke naamwoord multus bij sorores
A
multos
B
multes
C
multas
D
multis

Slide 12 - Quiz

Kies de juiste vorm van het bijvoeglijke naamwoord miser bij fratri
A
miseri
B
misero
C
miseris
D
misere

Slide 13 - Quiz

Kies de juiste vorm van het bijvoeglijke naamwoord pulcher bij certamina
A
pulchera
B
pulcher
C
pulchrum
D
pulchra

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Diapositive

Kies de juiste vorm van het bijv.nw. of bezit.vnw.

matronae (noster) = VAN onze matrona
A
nostri
B
nostrae
C
nosteri
D
nostris

Slide 16 - Quiz

Kies de juiste vorm van het bijv.nw. of bezit.vnw.

matrem (noster) = onze moeder
A
nostrem
B
nosteram
C
nostram
D
nostrum

Slide 17 - Quiz

Kies de juiste vorm van het bijv.nw. of bezit.vnw.

consiliis (vester) = door jullie besluiten
A
vestris
B
vestribus
C
vestro
D
vesteribus

Slide 18 - Quiz

Kies de juiste vorm van het bijv.nw. of bezit.vnw.

mortis (vester) = van jullie dood (v)
A
vestris
B
vestri
C
vestrarum
D
vestrae

Slide 19 - Quiz

Kies de juiste vorm van het bijv.nw. of bezit.vnw.

tempus (miser) = ongelukkige tijd (o)
A
miserus
B
miser
C
miserum
D
misere

Slide 20 - Quiz

Familia (tb blz. 56 t/m 60)

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Benoem naamval, getal en functie van filia mea (r1)

Slide 24 - Question ouverte

Benoem naamval, getal en functie van dies (r2)

Slide 25 - Question ouverte

Benoem naamval, getal en functie van servorum (r7)

Slide 26 - Question ouverte

Benoem naamval, getal en functie van contenti (r8)

Slide 27 - Question ouverte

Volgende week:
  • verbuiging bijvoeglijke nw van groep III + congruentie;

  • Tot die tijd:
  • herhaal woorden van les 1 t/m 6 + les 15
  • leer rijtjes zn + bijv.nw. + bezit.vnw. (hb blz. 177/178, 104, 106)
  • vertaal tekst les 15 t/m r36 (kijk zelf na)
  • maak vragen over de vertaling en de achtergronden;

Slide 28 - Diapositive