SPQR Les 15 nieuwe editie

SPQR les 15
congruentie...
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

SPQR les 15
congruentie...

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Hoe weet je of een bijvoeglijk naamwoord bij een zelfstandig naamwoord hoort in het Latijn?
A
De uitgangen zijn hetzelfde
B
Naamval, getal en geslacht zijn hetzelfde
C
Ze hebben evenveel letters
D
Ze staan naast elkaar

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Diapositive

Wat bedoelen we met 
congruentie?

Slide 5 - Carte mentale

De rijtjes van het zelfstandig naamwoord:
ken je ze nog?

Slide 6 - Diapositive

Groep 1
Groep 2
Groep 3
silentium
custos
turba
certamen
Romanus
femina
vir
caput

Slide 7 - Question de remorquage

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Mannelijk
Vrouwelijk
Onzijdig
dea
locus
signum
victor
caput
arx
rex
puer

Slide 10 - Question de remorquage

Congruentie
  • Bijvoeglijke nw. EN Bezittelijke vnw. hebben 3 rijtjes: voor mannelijk, vrouwelijk en onzijdig! (longus, longa, longum/ noster, nostra, nostrum)
  • Bijv.nw. en bezit.vnw. op -er gaan zoals longus (met kleine aanpassing);
  • Zelfst.nw en bijv.nw./bezit.vnw. hoeven niet te rijmen;
  • Moeten wel in zelfde naamval, getal en geslacht staan;
  • Bepaal per woord welk rijtje/ welke groep je moet gebruiken;
  • Let op de geslachtsregels van zelfst.nw...

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Kies de juiste vorm van het bijvoeglijke naamwoord miser bij homines
A
miseri
B
miseris
C
miserae
D
miseres

Slide 13 - Quiz

Kies de juiste vorm van het bijvoeglijke naamwoord multus bij sorores
A
multos
B
multes
C
multas
D
multis

Slide 14 - Quiz

Kies de juiste vorm van het bijvoeglijke naamwoord miser bij fratri
A
miseri
B
misero
C
miseris
D
misere

Slide 15 - Quiz

Kies de juiste vorm van het bijvoeglijke naamwoord pulcher bij certamina
A
pulchera
B
pulcher
C
pulchrum
D
pulchra

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Kies de juiste vorm van het bijv.nw. of bezit.vnw.

matronae (noster) = VAN onze matrona
A
nostri
B
nostrae
C
nosteri
D
nostris

Slide 20 - Quiz

Kies de juiste vorm van het bijv.nw. of bezit.vnw.

matrem (noster) = onze moeder
A
nostrem
B
nosteram
C
nostram
D
nostrum

Slide 21 - Quiz

Kies de juiste vorm van het bijv.nw. of bezit.vnw.

consiliis (vester) = door jullie besluiten
A
vestris
B
vestribus
C
vestro
D
vesteribus

Slide 22 - Quiz

Kies de juiste vorm van het bijv.nw. of bezit.vnw.

mortis (vester) = van jullie dood (v)
A
vestris
B
vestri
C
vestrarum
D
vestrae

Slide 23 - Quiz

Kies de juiste vorm van het bijv.nw. of bezit.vnw.

tempus (miser) = ongelukkige tijd (o)
A
miserus
B
miser
C
miserum
D
misere

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Diapositive

Benoem naamval, getal en functie van filia mea (r1)

Slide 26 - Question ouverte

Benoem naamval, getal en functie van dies (r2)

Slide 27 - Question ouverte

Benoem naamval, getal en functie van servorum (r7)

Slide 28 - Question ouverte

Benoem naamval, getal en functie van contenti (r8)

Slide 29 - Question ouverte

Slide 30 - Diapositive