Lezen Les 57: Signaalwoorden

Welkom 1C!
Pak je leesboek er vast bij.
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom 1C!
Pak je leesboek er vast bij.

Slide 1 - Diapositive

Deze les...
- Stil lezen
- Lesdoelen doornemen
- Theorie Les 57: Signaalwoorden
- Aan de slag!

Slide 2 - Diapositive

Stil lezen
Pak je boek
en ga
lekker lezen.

Slide 3 - Diapositive

Lesdoelen
- Ik weet wat bedoeld wordt met tekstverbanden en signaalwoorden.
- Ik kan enkele tekstverbanden en signaalwoorden herkennen.

Slide 4 - Diapositive

Tekstverbanden en signaalwoorden
In een goede tekst hebben alle woorden, zinnen en alinea's met elkaar te maken. Dat noem je samenhang.
De manier waarop woorden, zinnen en alinea's met elkaar samenhangen, noem je tekstverbanden.
Tekstverbanden kun je herkennen aan de hand van signaalwoorden.
Ze helpen je om de tekst beter te begrijpen.

Slide 5 - Diapositive

Opsommend tekstverband
- Noemt verschillende dingen die bij elkaar horen.
Signaalwoorden:
en, ook, ten eerste, ten tweede, bovendien, verder, ...

>> Dit weekend gingen we naar het strand. Ook brachten we een bezoekje aan de ijssalon.

Slide 6 - Diapositive

Tegenstellend tekstverband
- Geeft het tegengestelde aan van wat eerder is gezegd.
Signaalwoorden:
maar, daarentegen, desondanks, toch, echter, integendeel, terwijl, enerzijds ... anderzijds, alhoewel, ...

>> De weerman had een zonnige dag voorspeld, maar het regende bijna de hele tijd.

Slide 7 - Diapositive

Chronologisch tekstverband (tijd)
- Geeft aan wanneer of in welke volgorde iets gebeurt.
Signaalwoorden:
eerst, nadat, toen, terwijl, wanneer, gisteren, dan, daarna, straks, dadelijk, intussen, in 2021, later, ...

>> Morgen doen alle leerlingen van klas 1 en 3 mee aan een sponsorloop.

Slide 8 - Diapositive

Oorzaak-gevolgverband
- Geeft aan wat het gevolg is van iets, waardoor iets gebeurt.
Signaalwoorden:
omdat, want, zodat, daardoor, daarom, aangezien, ...

>> Doordat de zon zo fel scheen, verbrandde mijn huid binnen een halfuur.

Slide 9 - Diapositive

Doel-middelverband
- Geeft aan wat het middel is om een bepaald doel te bereiken.
Signaalwoorden:
waarmee, daarmee, met het doel, door middel van, door, om ... te, met behulp van, ...

>> Tobias leert goed voor zijn aardrijkskundetoets om een mooi cijfer te halen.

Slide 10 - Diapositive

Oefening!
Geef steeds aan om welk tekstverband het gaat.
Let goed op de signaalwoorden.

Slide 11 - Diapositive

Morgenmiddag gaat Silvan met zijn vrienden gamen.
A
Opsommend tekstverband
B
Tegenstellend tekstverband
C
Chronologisch tekstverband (tijd)
D
Oorzaak-gevolgverband

Slide 12 - Quiz

Lucie drinkt twee glazen cola. Toch vindt ze sinas lekkerder.
A
Opsommend tekstverband
B
Tegenstellend tekstverband
C
Chronologisch tekstverband (tijd)
D
Oorzaak-gevolgverband

Slide 13 - Quiz

Roy vindt de wiskundelessen leuk. Ten eerste houdt hij van rekenen, ook vindt hij de docent heel aardig.
A
Opsommend tekstverband
B
Tegenstellend tekstverband
C
Chronologisch tekstverband (tijd)
D
Oorzaak-gevolgverband

Slide 14 - Quiz

Door goed te trainen hoopt Sem beter te worden in atletiek.
A
Doel-middelverband
B
Tegenstellend tekstverband
C
Chronologisch tekstverband (tijd)
D
Oorzaak-gevolgverband

Slide 15 - Quiz

Doordat het zo hard regende, werd iedereen hartstikke nat.
A
Doel-middelverband
B
Tegenstellend tekstverband
C
Chronologisch tekstverband (tijd)
D
Oorzaak-gevolgverband

Slide 16 - Quiz

Toelichtend verband (voorbeeld)
- Geeft een voorbeeld van iets wat eerder of later genoemd wordt.
Signaalwoorden:
denk aan, zo, bijvoorbeeld, zoals, neem nou, onder andere, als, ...

>> Ik ben gek op koekjes zoals speculaas en lange vingers.

Slide 17 - Diapositive

Verduidelijkend tekstverband
- Legt uit wat er met een eerdere zin bedoeld wordt.
Signaalwoorden:
Dit betekent, met name, dit houdt in, dat wil zeggen, onder meer, ...

>> Jesse is gek op budosporten. Dit houdt in dat hij graag aan karate en judo doet.

Slide 18 - Diapositive

Concluderend tekstverband
- Geeft een conclusie van wat daarvoor is gezegd.
Signaalwoorden:
Dus, concluderend, kortom, dan ook, ...

>> (...) Het is dus goed te begrijpen dat pubers om 8:00 uur nog niet helemaal wakker zijn.

Slide 19 - Diapositive

Voorwaardelijk tekstverband 
- Geeft aan wat er nodig is of moet gebeuren voordat iets anders kan gebeuren (stelt een voorwaarde).
Signaalwoorden:
als, wanneer, tenzij, mits, indien

>> Als Merjim zijn zusje uit school haalt, krijgt hij extra zakgeld van zijn ouders.

Slide 20 - Diapositive

Oefening!
Geef steeds aan om welk tekstverband het gaat.
Let goed op de signaalwoorden.

Slide 21 - Diapositive

Jonah vindt balsporten als volleybal en basketbal eigenlijk helemaal niet leuk.
A
Toelichtend verband (voorbeeld)
B
Verduidelijkend verband
C
Concluderend verband
D
Voorwaardelijk verband

Slide 22 - Quiz

Het is dan ook niet gek dat veel mensen met dit mooie weer naar het zwembad gaan.
A
Toelichtend verband (voorbeeld)
B
Verduidelijkend verband
C
Concluderend verband
D
Voorwaardelijk verband

Slide 23 - Quiz

Als Liva haar gedrag niet verbetert, moet ze vanmiddag nakomen.
A
Toelichtend verband (voorbeeld)
B
Verduidelijkend verband
C
Concluderend verband
D
Voorwaardelijk verband

Slide 24 - Quiz

Er vonden wat ongeregeldheden plaats tijdens het sportevenement. Dat wil zeggen dat niet alles zonder problemen verliep.
A
Toelichtend verband (voorbeeld)
B
Verduidelijkend verband
C
Concluderend verband
D
Voorwaardelijk verband

Slide 25 - Quiz

Tekstverbanden en signaalwoorden

Welke vragen heb je?

Slide 26 - Diapositive

Les 57, blz. 118
- MNV opdr. 1 t/m 4


Deze opdrachten zijn huiswerk voor maandag 19 juni, 6e uur

Slide 27 - Diapositive