Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.
Éléments de cette leçon
4.1 Zintuigen
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
Ziet iedereen hetzelfde?
Om te kunnen waarnemen heb je niet alleen zintuigen zoals je ogen nodig, maar ook je hersenen. Niet iedereen neemt op de zelfde manier waar! Kijk maar naar de volgende afbeeldingen.
Slide 3 - Diapositive
Wat zie jij?
A
Jonge man
B
Oude man
Slide 4 - Quiz
Wat zie jij?
A
Eend
B
Konijn
Slide 5 - Quiz
Wat zie jij?
A
Hoofd/standbeeld
B
Eskimo
Slide 6 - Quiz
Welke stip is grotere?
A
Links
B
Recht
C
Allebei even groot
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Diapositive
De zintuigen en prikkels
Slide 9 - Diapositive
Geluid
Licht
Geurstoffen
Smaakstoffen
Aanraking
Oor
Huid
Tong
Neus
Oog
Sleep de prikkel naar de juiste zintuigen.
Slide 10 - Question de remorquage
Slide 11 - Vidéo
Wat gaan we leren?
We kunnen uitleggen wat prikkels zijn.
We kunnen uitleggen wat zintuigen zijn.
We kunnen uitleggen een impuls is.
We kunnen uitleggen een waarneming is.
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
van prikkels tot impulsen
Slide 14 - Diapositive
van prikkels tot impulsen
Slide 15 - Diapositive
Zintuigen zetten prikkels om in een boodschap met informatie voor de hersenen. Hoe wordt zo'n boodschap ook wel genoemd?
A
Bericht
B
Schok
C
Impuls
D
Appje
Slide 16 - Quiz
Een impuls gaat via dunne draden in het lichaam van en naar de hersenen. Hoe worden die dunne draden genoemd?
A
Bloedvaten
B
Zenuwen
C
Spieren
Slide 17 - Quiz
Zet de zinnen in de juiste volgorde.
1
2
3
4
5
De lichtzintuigen in je ogen zetten de lichtprikkels om in impulsen.
De impulsen gaan via een zenuw naar de hersenen.
Je wordt je bewust van de prikkel: je ziet het berichtje.
De hersenen sturen impulsen naar de spieren.
Als reactie op de prikkel 'er is een berichtje' pak je je mobieltje.
Slide 18 - Question de remorquage
Wanneer neem je waar?
A
Wanneer de prikkel wordt opgevangen door het zintuig.
B
Wanneer de prikkel wordt omgezet in een impuls.
C
Wanneer de impuls in het ruggenmerg komt.
D
Wanneer de impuls in de hersenen komt.
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Vidéo
4.2 Zintuigen
Slide 21 - Diapositive
Oog
Traanvocht:
1. Voorkomt uitdroging
2. Doodt ziekteverwekkers
3. Neemt stof en vuiltjes op
Slide 22 - Diapositive
Oog
Slide 23 - Diapositive
Oog
Slide 24 - Diapositive
Werking oog
Slide 25 - Diapositive
Wat gebeurt hier?
Slide 26 - Diapositive
Wat gebeurt er in het gifje?
Slide 27 - Question ouverte
Pupilreflex
Slide 28 - Diapositive
Slide 29 - Vidéo
Hoe heet het buitenste vlies van je oog, die je oog beschermt?
A
Vaatvlies
B
Hoornvlies
C
Netvlies
D
Harde oogvlies
Slide 30 - Quiz
Welk deel van het oog, zorgt voor de kleur van je ogen?