3.4 Ruiken en Proeven + Quiz

3.4 Ruiken en Proeven
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

3.4 Ruiken en Proeven

Slide 1 - Diapositive

Deze les:
- 3.3 dl2: Buis van Eustachius en Evenwichtsorgaan
- Opdrachten 3.3 dl2
- 3.4 Ruiken en proeven
- Opdrachten 3.4
- Quiz H3 Waarnemen

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen 3.3 dl2
- Je kunt uitleggen hoe de luchtdruk in de trommelholte geregeld wordt. 
- Je kunt uitleggen hoe het evenwichtsorgaan werkt.

Slide 3 - Diapositive

Wat doet de buis van Eustachius?
Wat doet de Buis van Eustachius?
- Zorgt dat je trommelvlies niet te bol of te hol kom te staan bij snel stijgen en dalen

- Ziekteverwekkers kunnen via de buis je oor in komen en zo een middenoorontsteking veroorzaken!


Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Waarom doet het pijn aan je oren wanneer je zonder te klaren naar de bodem van het zwembad zwemt?
A
De druk in je middenoor is lager dan buiten het oor en de trommelvlies buigt naar binnen
B
De druk in je middenoor is hoger dan buiten het oor en de trommelvlies buigt naar buiten
C
De druk in je middenoor is lager dan buiten het oor en de trommelvlies buigt naar buiten
D
De druk in je middenoor is hoger dan buiten het oor en de trommelvlies buigt naar binnen

Slide 6 - Quiz

Het Evenswichtsorgaan
- Drie buizen gevuld met vloeistof die elk in een andere richting draaien. 
- Wanneer je beweegt gaan het water en daarmee de zintuigjes in de de buizen bewegen
- Deze zintuigen sturen een impuls naar de hersenen, je weet dat je beweegt!

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Opdrachten
- Maken 3.3 opdr. 15  t/m 20
timer
15:00

Slide 11 - Diapositive

Leerdoelen 3.4 Ruiken en proeven
- Je kunt uitleggen hoe je reukzintuig werkt.
- Je kunt uitleggen hoe je smaakzintuig werkt.
- Je kunt uitleggen hoe zintuigen samenwerken bij de beoordeling van je voedsel. 
- Je kunt uitleggen waardoor je verschillende geuren kunt onderscheiden. 

Reukzintuig, neusslijmvlies, geurstoffen, smaakpapillen, smaakzintuigen, smaakstoffen, umami, proeven, koude- en warmtezintuigjes, tastzintuigen, receptor. 

Slide 12 - Diapositive

Reukzintuig
- Het reukzintuig ligt bovenin je neusholte en is onderdeel van het neusslijmvlies

- In de lucht zitten geurstoffen (prikkels), wanner je inademt komen deze bij het reukzintuig. 

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Smaakzintuigen
- Verspreid op je tong liggen een groot aantal kleine knopjes, de smaakpapillen (oftewel smaakzintuigen)

- Als je iets eet of drinkt komen smaakstoffen op je tong die de zintuigen prikkelen.

- Je hebt 5 soorten smaakzintuigen/smaken:
zoet, zout, zuur, bitter en umami

Slide 15 - Diapositive

Opdrachten
- Maken 3.4 opdr. 4 t/m 14 (nectar digitaal)
timer
15:00

Slide 16 - Diapositive

QUIZ H3 Waarnemen

Slide 17 - Diapositive

Het orgaan de huid heeft meerdere zintuigen.

Welke zintuig van de huid is NIET goed gekoppeld aan zijn prikkel?
A
warmtezintuig - hoge temperatuur
B
koudezintuigen - lage temperatuur
C
tastzintuigen - hoe smaakt een voorwerp
D
pijnzintuig - pijn

Slide 18 - Quiz

Zet in meest logische volgorde:
impuls -prikkel -zintuig -hersenen-impuls -reactie
A
-prikkel-impuls-reactie-impuls-zintuig-hersenen
B
-impuls-hersenen-zintuig-prikkel-impuls-reactie
C
-zintuig-impuls-impuls-hersenen-prikkel-reactie
D
-prikkel-zintuig-impuls-hersenen-impuls-reactie

Slide 19 - Quiz

Hoe noem je de hersenen en het ruggenmerg samen?
A
Algemeen zenuwstelsel
B
Vitaal zenuwstesel
C
zenuwstelsel
D
Centraal zenuwstelsel

Slide 20 - Quiz

Een zenuw brengt een impuls van je zintuigen naar je hersenen.
Dit is een...
A
Bewegingszenuw
B
Gevoelszenuw
C
Actiezenuw
D
Startzenuw

Slide 21 - Quiz

Een zenuw brengt een impuls van je hersenen naar je spieren.
Dit is een...
A
Bewegingszenuw
B
Gevoelszenuw
C
Actiezenuw
D
Startzenuw

Slide 22 - Quiz

Wat is geen onderdeel van het zenuwstelsel?
A
Hersenen
B
Bekken
C
Ruggenmerg
D
Zenuwen

Slide 23 - Quiz

Sensi hoort de schoolbel afgaan, ze is vrij!

Wat is de goede combinatie prikkel-zintuig voor het waarnemen van de bel.
A
temperatuur - gehoorzintuig
B
geluid - gehoorzintuig
C
geluid - gezichtszintuig
D
trilling - pijnzintuig

Slide 24 - Quiz

Wat is de naam van het zwarte gat in het midden van jouw iris?
A
Iris
B
Pupil
C
Oogwit
D
Kegeltje

Slide 25 - Quiz

Welk onderdeel van je oog "maakt" tranen als je huilt?
A
Traanbuis
B
Traanpees
C
Levertraan
D
Traanklier

Slide 26 - Quiz

Je ogen bevatten 2 soorten zintuigcellen, welke soort zintuigcel gebruik je als het schemert in je kamer? (schemering = maar een heel klein beetje licht)
A
Kegeltjes
B
Pionnen
C
Staafjes
D
Pillaren

Slide 27 - Quiz

Een sirene produceert 18 trillingen per seconde (verzonnen), ofwel 18 .......
(vul de puntjes in)
A
ampere
B
hertz
C
decibel
D
joule

Slide 28 - Quiz

Hoe worden de smaakzintuigen op de tong ook wel genoemd?
A
Smaakpupillen
B
Smaakpippen
C
Smaakpapillen
D
Umami

Slide 29 - Quiz

Ruiken doe je met de ..... (1) van het orgaan de neus, de prikkel hiervoor zijn ..... (2)
A
1 = neus 2=geur
B
1=reukzintuigen 2=geurstoffen
C
1=reukpapillen 2=geurstoffen
D
1=reukzintuig 2= geur

Slide 30 - Quiz

Hoe heet het als iemand van dichtbij slecht kan zien?
A
Verziend
B
Dichtziend
C
Bijziend
D
Aanziend

Slide 31 - Quiz

Hoeveel soorten smaakzintuigen heeft de mens?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 32 - Quiz

Wat is GEEN onderdeel van de hersenen?
A
Grote hersenen
B
Kleine hersenen
C
Hersenstam
D
Harde hersenen

Slide 33 - Quiz

Waar in je lichaam kunnen impulsen ontstaan?
A
Hersenen en zintuigen
B
Hersenen en ruggenmerg
C
Ruggenmerg en zintuigen
D
Ruggenmerg en zenuwen

Slide 34 - Quiz

Jason heeft een oogziekte. Hij ziet niet scherp en alles in zwart, wit en grijstinten.
Welke deel van zijn oog is aangetast?
A
Blinde vlek
B
Gele vlek
C
Ooglens
D
Oogzenuw

Slide 35 - Quiz

Michael leest een boek.
Is de kringspier in zijn straallichaam samengetrokken of ontspannen?
Is de lens bol of plat?
A
Kringspier samengetrokken, Lens is bol
B
Kringspier ontspannen, Lens is bol
C
Kringspier samengetrokken, Lens is plat
D
Kringspier ontspannen, Lens is plat

Slide 36 - Quiz

Wanneer ontstaan er impulsen in een reukzintuigcel?
A
Als geurdeeltjes binden aan de reukzintuigcel
B
Als geurdeeltjes binden aan receptoren
C
Als receptoren binden aan de reukzintuigcel
D
Als receptoren binden aan geurdeeltjes

Slide 37 - Quiz

Na de voorjaarsvakantie:
Repetitie H3 Waarnemen (2x)



Slide 38 - Diapositive