Unité 2 - herhaling toetsweek

B1A le 7 décembre 2021
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

B1A le 7 décembre 2021

Slide 1 - Diapositive

Leerdoel:
- aan het einde van de les ken ik het werkwoord avoir en kan ik het toepassen
- aan het einde van de les ken ik de getallen t/m 20
- aan het einde van de les kan ik het juiste bezittelijke voornaamwoord in een Franse zin plaatsen

Slide 2 - Diapositive

Au bon moment!
We tellen samen tot 20  in het Frans door om de beurt het volgende getal te noemen. We beginnen met 20 (vingt);  daarna mag iedereen de volgende beurt nemen…als je maar het juiste getal zegt én op het goede moment (au bon moment).

Maakt iemand een fout of zeggen twee (of meer) kinderen tegelijk het volgende getal, dan moet de groep weer bij 1 beginnen. Let samen op of er fouten gemaakt worden en houd de tijd bij.

Slide 3 - Diapositive

Unité 2: het werkwoord avoir = hebben
J'ai                     = ik heb
Tu as                 = jij hebt
il/elle/on a      = hij/zij/men heeft
nous avons   = wij hebben
vous avez      = jullie hebben/ u heeft 
ils/elles ont    = zij hebben

Slide 4 - Diapositive

Vul de goede vorm in:
Marie (avoir) une nouvelle veste

Slide 5 - Question ouverte

Vul de goede vorm in:
Tu (avoir) quel âge?

Slide 6 - Question ouverte

Stephan et Pierre (avoir) une fête ce soir

Slide 7 - Question ouverte

Unité 2: het bezittelijk voornaamwoord (1)
Het bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets is. 




De vorm hangt af van het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort.  

BV: Max is mijn broer - Max est mon frère (m.ev)

Slide 8 - Diapositive

Unité 2: het bezittelijk voornaamwoord (2)
Let op: als het znw vrouwelijk is en begint met een klinker/ stomme h, gebruik dan de mannelijk vorm (mon,ton,son)

BV: Mijn vriendin heet Marie - Mon amie s'appelle Marie 
                                                               DUS NIET: ma amie s'appelle Marie 

Slide 9 - Diapositive

(Mijn) ouders aiment les pizzas.

Slide 10 - Question ouverte

Ma copine et (haar) frère sont gentils

Slide 11 - Question ouverte

(Jouw) grand-père a 88 ans?

Slide 12 - Question ouverte

Au travail!
Keuzeopdracht 1 - werkwoord avoir: 
- leer het werkwoord avoir op Quizlet
- Maak opdracht 8F en 8G (blz. 72)

Keuzeopdracht 2 - bezittelijk voornaamwoord: 
- leer het bezittelijk voornaamwoord 
- Maak opdracht 16F en 16G (blz. 73)

Slide 13 - Diapositive