Meervoud

Wat is het meervoud van:
(het) kind
1 / 25
suivant
Slide 1: Question ouverte
NT2MBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs.

Éléments de cette leçon

Wat is het meervoud van:
(het) kind

Slide 1 - Question ouverte

Wat is het meervoud van:
(het) glas

Slide 2 - Question ouverte

Wat is het meervoud van:
(de) kerk

Slide 3 - Question ouverte

Wat is het meervoud van:
(de) neus

Slide 4 - Question ouverte

Wat is het meervoud van:
(de) appel

Slide 5 - Question ouverte

Wat is het meervoud van:
(de) druif

Slide 6 - Question ouverte

Wat is het meervoud van:
(de) kom

Slide 7 - Question ouverte

Wat is het meervoud van:
(de) straat

Slide 8 - Question ouverte

Wat is het meervoud van:
(de) knop

Slide 9 - Question ouverte

Wat is het meervoud van:
(de) broer

Slide 10 - Question ouverte

Wat is het meervoud van:
(de) moeder

Slide 11 - Question ouverte

Wat is het meervoud van:
(de) man

Slide 12 - Question ouverte

Wat is het meervoud van:
(de) stad

Slide 13 - Question ouverte

Wat is het meervoud van:
(de) koe

Slide 14 - Question ouverte

Wat is het meervoud van:
(het) kusje

Slide 15 - Question ouverte

Wat is het meervoud van:
(het) ongeluk

Slide 16 - Question ouverte

Wat is het meervoud van:
(het) oor

Slide 17 - Question ouverte

Wat is het meervoud van:
(het) sieraad

Slide 18 - Question ouverte

Wat is het meervoud van:
(de) sok

Slide 19 - Question ouverte

Wat is het meervoud van:
(de) vis

Slide 20 - Question ouverte

Wat is het meervoud van:
(het) kaartje

Slide 21 - Question ouverte

Wat is het meervoud van:
(de) baan

Slide 22 - Question ouverte

Wat is het meervoud van:
(de) klok

Slide 23 - Question ouverte

Wat is het meervoud van:
(het) probleem

Slide 24 - Question ouverte

Wat is het meervoud van:
(de) meter

Slide 25 - Question ouverte