H13.3 5V

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Doel 13.3

Je leert hoe neuronen signalen verwerken en hoe ze impulsen geleiden

Astrocyten helpen neuronen (=zenuwcellen) dus om verbinding met elkaar te maken. Ze hebben nog een paar functies:

1. Ze kunnen veranderen in fagocyten
2. Ze kunnen bloedvaten verwijden nabij actieve neuronen
3. Ze kunnen hersenvocht produceren
4. Ze kunnen een myelineschede vormen

Ook andere cellen in de hersenen hebben een ondersteunende functie. Welke functie hebben bijvoorbeeld de oligodendrocyten? (en de cellen van Schwann in het perifeer ZS?)

1. Ze kunnen veranderen in fagocyten
2. Ze kunnen bloedvaten verwijden
3. Ze kunnen hersenvocht produceren
4. Ze kunnen een myelineschede vormen

En wat kunnen microgliacellen?

1. Ze kunnen veranderen in fagocyten
2. Ze kunnen bloedvaten verwijden
3. Ze kunnen hersenvocht produceren
4. Ze kunnen een myelineschede vormen

Impulsen

Waar ontstaan impulsen?

Impulsen

Waar ontstaan impulsen?

Impulsen

Een impuls is een soort elektrische stroom door een zenuwcel.

Een impuls is een tijdelijke wijziging van het potentiaalverschil (ladingverschil) tussen de buitenkant en de binnenkant van de zenuwcel. 

Hij begint ergens (dendriet of cellichaam) en verspreidt zich over het hele membraan van de zenuwcel richting de uiteinden van het axon.

Rustpotentiaal

Bij een zenuwcel in rust is het

verschil in lading tussen de

buitenkant van de cel en de

binnenkant -70mV.

De binnenkant van de cel is 

negatief geladen ten opzichte

van de buitenkant.

Rustpotentiaal - Na⁺-K⁺-pomp

BINAS 88E

Continu worden 3 

Na⁺ naar buiten en

2 K⁺naar binnen 

gepompt. 

Kost energie. 

Na⁺ en K⁺ poorten

Het potentiaalverschil van -70 mV (rustpotentiaal) wijzigt bij een prikkel door het openen en sluiten van Na⁺ en K⁺ poorten.

Als de prikkel sterk genoeg is ontstaat een actiepotentiaal.

Actiepotentiaal (88F) BINAS!

1 Rustfase

2 Prikkel -> depolarisatie

Prikkel zwak:

kleine depolarisatie en herstel naar rustpotentiaal

2 Drempelwaarde

Prikkel sterk genoeg:

Membraanpotentiaal naar -50mV: 

actiepotentiaal

3 Actiepotentiaal

Alle Na⁺ poorten gaan open, cascade

4 Repolarisatie

Bij 30 mV sluiten de Na⁺ poorten en openen de K⁺ poorten

5 Hyperpolarisatie

K⁺ poorten reageren iets te traag bij bereiken rustpotentiaal

Na⁺ poorten

Na⁺ poorten kunnen openen als gevolg van:

een chemische prikkel (neurotransmitter bij een zintuig/ in een synaps tussen twee cenuwcellen)

een elektrische prikkel (poorten ernaast gaat open)

een mechanische prikkel (tastzintuig)

Na⁺ poorten 

- elektrische

prikkel

Na⁺ poorten - mechanische prikkel

Impulsrichting

Doordat volgende Na+ poorten openen als gevolg van de actiepotentiaal in de buurt (elektrische prikkel) 'loopt' de actiepotentiaal over het hele neuron. Van dendriet naar het uiteinde van alle axonen.

Impulsrichting

Vanaf de depolarisatie is er een periode dat het neuron ongevoelig is voor nieuwe prikkels, de Na+poorten kunnen even niet meer opnieuw geopend worden (absoluut refractaire periode).

Deze periode is lang genoeg om te voorkomen dat de impuls ook weer terug gaat. De impuls gaat dus altijd maar één kant op.

Naast de rustpotentiaal bestaat ook het actiepotentiaal. Wat is dan de toestand van het celmembraan v.d. zenuwcel?

1. binnen positief geladen, buiten negatief
2. binnen negatief geladen, buiten positief
3. dat verschilt per zenuwcel dus dat weet je niet
4. beide positief geladen door de Na / K ionen

Actiepotentialen en potentiaalverschillen

1. Easy peazy lemon squeezy
2. Ik snap er geen jota van
3. Even 13.3 doorlezen en dan snap ik het wel
4. Ik denk dat ik het snap

ik ga bio herkansen

1. Ja
2. Nee