WO - Herhaling Het skelet en de spieren
1 / 23
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Sleep de woorden naar de juiste plek bij het skelet.
De ledematen
De wervelkolom of ruggengraat
Het bekken
de schedel
Slide 2 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
Skelet
Uit hoeveel botten bestaat jouw skelet?
Uit hoeveel botten bestaat jouw skelet?
A
106
B
206
C
176
D
236
Slide 3 - Quiz
Het skelet van een volwassen persoon bestaat uit 206 beenderen en deze beenderen wegen samen minder dan 10 kg.
De meeste botten zijn verbonden via beweegbare gewrichten en worden door sterke spieren aangetrokken.
Door de combinatie van deze 3 (skelet, spieren en gewrichten) kunnen we dus bewegen.
Slide 4 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Tekst
Tekst
schedel
borstbeen
ellepijp
knieschijf
schouderblad
opperarmbeen
staartbeen
scheenbeen
sleutelbeen
dijbeen
spaakbeen
kuitbeen
ruggengraat
Slide 5 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is GEEN functie van je skelet?
A
Bescherming
B
Bewegen
C
Stevigheid
D
Voedsel opname
Slide 6 - Quiz
Ons skelet heeft een aantal belangrijke functies:
- Het geeft vorm, steun en stevigheid aan het lichaam.
- Dankzij het skelet kunnen we bewegen.
- Het beschermt belangrijke organen.
- De borstkas (ribben en borstbeen) beschermt het hart en de longen.
- De schedel beschermt de hersenen.
Wat is een ander woord voor wervelkolom?
A
Rug
B
Borstkas
C
Ruggengraat
Slide 7 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Welke vorm heeft de wervelkolom?
A
S-vorm
B
Dubbele e-vorm
C
Dubbele s-vorm
D
E-vorm
Slide 8 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Waaruit bestaat de wervelkolom?
A
wervels
B
wervels, heiligbeen
C
wervels, staartbeen,borstbeen
D
wervels, heiligbeen,staartbeen
Slide 9 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat zit er tussen de wervels?
A
Kraakbeen
B
Botten
C
Niks
Slide 10 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
De botten in je wervelkolom
heten...?
heten...?
A
wervelkolommen
B
kraanbeenringen
C
wervels
D
uitstulpingen
Slide 11 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
vingerkootjes
middenhandsbeentjes
Handwortelbeentjes
Slide 12 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
teenkootjes
middenvoetsbeentjes
voetwortelbeentjes
Slide 13 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
Hoeveel gewrichten telt het menselijk lichaam?
A
206
B
meer dan 350
C
27
D
26
Slide 14 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat voor gewricht zit er in de knie?
A
kogelgewricht
B
scharniergewricht
C
rolgewricht
Slide 15 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat voor gewricht zit er in de onderarm?
A
kogelgewricht
B
scharniergewricht
C
rolgewricht
Slide 16 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat voor gewricht zit er in de schouder?
A
kogelgewricht
B
scharniergewricht
C
rolgewricht
Slide 17 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Welk gewricht vind je terug in je onderbeen?
A
kogelgewricht
B
rolgewricht
C
scharniergewricht
Slide 18 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Welk gewricht vind je terug in je tenen?
A
kogelgewricht
B
rolgewricht
C
scharniergewricht
Slide 19 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Hoeveel spieren hebben we ongeveer?
A
206
B
350
C
650
D
27
Slide 20 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Quadriceps of voorste dijspier
biceps
buikspieren
hamstrings of achterste dijspier
voorste scheenbeenspier
kuitspier
grote bilspier
triceps
rugspier
monnikskap-spier
Slide 21 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
Als je je spier spant dan wordt die...
korter
langer
Slide 22 - Sondage
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 23 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
