nieren en urinewegen

Nieren en urinewegen
Persoonlijke zorg les 7
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
VerzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Nieren en urinewegen
Persoonlijke zorg les 7

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen
1. duidelijkheid over de toets!
2. hoe kom je in LessonUp
3. Nieren en urinewegen 
4. vragen

Slide 2 - Diapositive

Toets
maandag 11-1 om 8.30-9.30
toets in LessonUp
aanmelden!

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Let op:
In LessonUp is iedere toets anders!
Je kunt niet meer terug naar een vraag!

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Doelen. 
Aan het einde van de les kun jij:

- benoemen uit welke organen het urinewegstelsel bestaat
- de organen aanwijzen in een schematische afbeelding
- benoemen wat incontinentiemateriaal is

Slide 7 - Diapositive

Urinewegstelsel
doel: 
zorgt ervoor dat afvalstoffen het lichaam via de urine kunnen verlaten

Slide 8 - Diapositive

uit welke organen bestaat het urinewegstelsel?

Slide 9 - Carte mentale

De organen zijn:
Nieren
Urineleiders
Blaas 
Urinebuis

Slide 10 - Diapositive

Nieren
het filteren van het bloed --> schadelijke stoffen en afvalstoffen worden eruit gehaald
Overtollig water en zout wordt uit het lichaam afgevoerd

deze afvalstoffen worden URINE

Slide 11 - Diapositive

Per 24 uur wordt 180 liter urine geproduceerd
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

1 tot anderhalve liter
Afhankelijk van de vloeistoftoevoer produceert een gezond persoon in 24 uur ongeveer 1000 tot 1500 ml urine, die twee tot zesmaal per dag wordt uitgescheiden. Daarbij is de urineproductie niet op ieder moment van de dag even groot. De meeste urine produceert de mens om zes uur in de ochtend.

Slide 13 - Diapositive

urineleider
Loopt van de nieren naar de blaas. 
Ongeveer 30 cm lang. 
Als de blaas vol is dan dicht zodat urine niet terug kan stromen naar de nieren.

Slide 14 - Diapositive

Blaas
verzamelplek voor urine
> halve liter bij volwassenen
ouderen en kinderen minder inhoud
bij 300-400 ml. krijgen de hersenen een signaal dat je moet plassen

Slide 15 - Diapositive

urinebuis
Van de blaas naar de plek waar urine lichaam verlaat
Mannen langere urinebuis dan vrouwen

Slide 16 - Diapositive

Incontinentie
Continent-> het kunnen ophouden van urine / ontlasting
Incontinentie-> het NIET (MEER) op kunnen houden van urine / ontlasting

Slide 17 - Diapositive

incontinentie
Heel vervelend voor de cliënt
Schaamte ongemak!
Houdt hier rekening mee!

Slide 18 - Diapositive

Oorzaken incontinentie
operatie
verzwakte bekkenbodemspieren
niet (meer) voelen van de prikkel
niet (meer) begrijpen 

Slide 19 - Diapositive

Incontinentiemateraal
Geen luiers!
Regelmatig verschonen
Incontinentiemateriaal gebruiken dat is geadviseerd
Wel naar toilet laten gaan

Slide 20 - Diapositive

Verschillende soorten en maten

Slide 21 - Diapositive

welke stelling over incontinentie is NIET WAAR
A
Goede huidverzorging is belangrijk
B
Incontinentiemateriaal verschoon je op vaste momenten
C
het bed bescherm je met een matje
D
Goede hygiëne is belangrijk

Slide 22 - Quiz

Incontinentiemateriaal verschoon je NIET op vaste momenten
als het eerder nodig is doe je dat!
- Niet onnodig lang laten liggen / zitten in urine

Slide 23 - Diapositive

het bed bescherm je met een matje
meestal wel waar maar:
dit mag alleen niet wanneer de zorgvrager last heeft van doorligplekken...

Slide 24 - Diapositive

Goede huidverzorging is belangrijk
Urine en ontlasting kunnen de huid irriteren waardoor deze kapot gaat

Slide 25 - Diapositive

Goede hygiëne is belangrijk
Tegengaan nare geurtjes
Huid wassen en daarna insmeren met huid beschermende crème 

Slide 26 - Diapositive

1
2
3
4
Blaas
nieren
Urinebuis
Urineleider

Slide 27 - Question de remorquage

De functie van de blaas is ...
A
Filteren van urine
B
Urine vormen
C
Tijdelijk opslaan van urine
D
Voert urine af

Slide 28 - Quiz

De organen waaruit het urinewegstelsel bestaat zijn:
A
Nieren, Bijnieren urineleiders, blaas
B
Urineleider, Urinebuis, Urineblaas
C
Nieren, urineleiders, urinebuis en blaas
D
Nieren, urinebuis, Blaas en vagina of penis

Slide 29 - Quiz

Doel gehaald?

Slide 30 - Diapositive

Vragen

Slide 31 - Diapositive

Maken in de digitale leeromgeving 

Thema 9
Opdracht 25
1 tot en met 9

Slide 32 - Diapositive