2havo - H5 Spelling hoofdletters en aanhalingstekens

1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel

Je kunt hoofdletters en aanhalingstekens juist plaatsen in zinnen.

Slide 2 - Diapositive

Wat is het betekenisverschil?

Tussen de a- en de b-zin? Waardoor ontstaat dat verschil?

a Toen Yvonne van de berg naar beneden kwam, stond haar man op haar te wachten.
b Toen Yvonne van de Berg naar beneden kwam, stond haar man op haar te wachten.

a Ingeborg gaf zojuist de koning een hand.
b Ingeborg gaf zojuist De Koning een hand.

a Heb jij gisteravond de mol nog gezien?
b Heb jij gisteravond De Mol nog gezien?



Slide 3 - Diapositive

H O O F D L E T T E R:

1. Begin van een zin. Gelet op: ’s Avonds / Disneyfiguur.
2. Eigennamen. Gelet op: persoonsnamen. Voorletter/-naam bij? Schrijf voorvoegsels met kleine letters!  Ernst van de Heuvel, de heer E. van de Heuvel, de heer Van de Heuvel, mevrouw S. van de Heuvel-den Haan.
3. Bijvoeglijke naamwoorden die van aardrijkskundige namen zijn afgeleid:
Belgische bonbons.














Slide 4 - Diapositive

kleine letter:

1. Samenstellingen met religieuze feesten: paasmaandag, kerstvakantie

2. Religies, stromingen en afleidingen daarvan: christendom, islamieten

3. Windstreken: het oosten, zuidwest

4. Seizoenen, maanden en periodes: herfst, november, de ijstijd.













Slide 5 - Diapositive

Twijfels?
Kijk in een (online) woordenboek.

Slide 6 - Diapositive

Aanhalingsteken:

1 Directe rede/citaten (let op de plaats van de aanhalingstekens en de andere leestekens):
– ‘Wil jij de vaatwasser even uitruimen?’, vroeg Iris aan haar zus.
– ‘Als je zaterdagavond bij restaurant De Brug wilt eten,’ zei Anton, ‘zou ik wel eerst reserveren. ’
– De heer Van Engelen vroeg aan een voorbijganger: ‘Weet u waar het station ligt?’

2. Titels:
- Olivier raadt mij aan om 'Wonder' van R.J. Palacio te lezen.

3. Het woord zelf wordt bedoelt en niet de betekenis:
– Veel mensen hebben moeite met de spelling van het woord ‘barbecue’.
- Lust jij hamburgers van de barbecue?
























Slide 7 - Diapositive

GEEN aanhalingsteken:


Je gebruikt geen aanhalingstekens bij de indirecte rede en bij gedachten:
– De heer Van Engelen vroeg aan een voorbijganger of hij wist waar het station is.
– Lente vroeg zich af: hoe kom ik onder dit afspraakje uit?
























Slide 8 - Diapositive

Start met..
opdracht 1, 1, 2, 2, 3

in 

Slide 9 - Diapositive

Lesdoelen behaald?


Kun je hoofdletters en aanhalingstekens juist plaatsen in zinnen?

Slide 10 - Diapositive

Plaats hoofdletters en aanhalingstekens in de zin: mo zei dat blijven slapen echt een slechte hit is

Slide 11 - Question ouverte

Plaats hoofdletters en aanhalingstekens in de zin: alberto vroeg wie wil er nog een stroopwafel

Slide 12 - Question ouverte

Plaats hoofdletters en aanhalingstekens in de zin:
s morgensvroeg ben ik op mijn slechtst zei mevrouw verbeek

Slide 13 - Question ouverte

Plaats hoofdletters en aanhalingstekens in de zin: dat is toch ongelooflijk dacht rené toen zij dat zei

Slide 14 - Question ouverte

Plaats hoofdletters en aanhalingstekens in de zin:
die spaanse olijven blijven het lekkerste zei giselle

Slide 15 - Question ouverte