HA - week 20 - Grammatica start woordsoorten H4

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl
Ma, Di, wo, vrij

Let op: 
Doe mee met LessonUp
Zorg dat je de planning in de gaten houdt.
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl
Ma, Di, wo, vrij

Let op: 
Doe mee met LessonUp
Zorg dat je de planning in de gaten houdt.

Slide 1 - Diapositive

- Welkom 
- Presentaties
- Grammatica Woordsoorten H4, H5 en H6


Doel:
- Je schakelt tussen grammatica zindelen en woordsoorten
- Je benoemt alle woordsoorten die we tot nu toe hebben gehad. 

Wat gaan we doen vandaag:

Slide 2 - Diapositive

Voor de presentatoren:

- Zorg dat je alvast in de Meet zit, daarin deel je zelf je scherm. 
 (je mag ook alleen voor presenteren kiezen)
- Zorg dat al je geluid op je laptop uitstaat, anders gaat het 'zingen'. 
Presenteren

Slide 3 - Diapositive

Van de functie van een stukje van zin 

naar 

de benaming van elk individueel woord
Grammatica woordsoorten

Slide 4 - Diapositive

Groepje 1
Groepje 2
deze
wie
waar
dit
welk
die
wat
dat

Slide 5 - Question de remorquage

Die, deze (als je naar een de woord verwijst)
dit, dat (als je naar een het woord verwijst)
Zulke, dergelijke, zo'n, dezelfde, hetzelfde

Deze woorden gebruik je alleen als je iets aan kan wijzen.  Verwijzen is weer iets anders!
1.  die jongens lopen wel op straat  (aanwijzend vnw)
2. de jongens die wel op straat lopen  (geen aanw. vnw)
Aanwijzend voornaamwoord

Slide 6 - Diapositive

Wie, wat, welke, wat voor een (alleen die vier)

- Ze staan altijd in een vraag
- Het antwoord op die vraag is  altijd een ding of persoon.  (geen plaats  of tijd)

1. Wie was er vandaag op tijd? = Luuk! = vr. vnw
2. Ik weet niet wie er vandaag was.  = geen vr.vnw
Vragend voornaamwoord

Slide 7 - Diapositive

Zulke warme laarzen kun je echt niet meer dragen met dit weer.
Wat is het aanwijzend.vnw?

Slide 8 - Question ouverte

Zo’n blunder kun je tijdens die liveshow echt niet maken
Wat is het aanwijzend.vnw?

Slide 9 - Question ouverte

Die opzichter vroeg wie er aan de installatie had gezeten
Wat is het aanwijzend.vnw?

Slide 10 - Question ouverte

Wat:
Grammatica woordsoorten:
H4 - vragend en aanwijzend vnw : 1, 2, 4, 7B
H5 - voorzetsels : 1, 2, 3, 4, 8B
H6 - bijwoord : 1, 2, 3, 4, 8B


Wanneer:
Deze week


Aan de slag:

Slide 11 - Diapositive