Cellen kunnen herkend worden door antigenen. Wanneer je witte bloedcellen de lichaamsvreemde stoffen gaat eten, leert het de antigenen kennen. Zo maken ze voor dat antigen een antistof.
Een antistof is specifiek voor één antigen. > sleutel en slot
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
check leerdoelen...
Slide 18 - Diapositive
Aan het einde van deze les kan ik:
uitleggen op welke twee manieren
immuniteit kan ontstaan
uitleggen hoe antistoffen bescherming
bieden tegen infecties
uitleggen wat er aan de hand is bij een allergie
Slide 19 - Diapositive
Op een houtsplinter in je vinger zitten bacteriën. Is de houtsplinter wel of niet lichaamsvreemd ?
A
wel
B
niet
Slide 20 - Quiz
Welke letter geeft de
antistof aan?
A
Letter P
B
Letter Q
C
Letter R
Slide 21 - Quiz
Zijn de bacteriën op de houtsplinter wel of niet lichaamsvreemd
A
wel
B
niet
Slide 22 - Quiz
Wat zijn antistoffen?
A
de eiwitten op de buitenkant van de ziekteverwekker
B
object dat zich hecht aan de ziekteverwekker
Slide 23 - Quiz
Wat zijn de genummerde delen in de afbeelding?
A
1 antistof
2 ziekteverwekker
3 antigeen
B
1 antigeen
2 ziekteverwekker
3 antistof
C
1 ziekteverwekker
2 antistof
3 antigeen
D
1 antigeen
2 antistof
3 ziekteverwekker
Slide 24 - Quiz
Einde deel 1
Slide 25 - Diapositive
1. Terugblik / mindmap
2. leerdoelen
3. B5: immuniteit uitleg ( twee lessen)
4. Leerdoelen checken
5.. Afsluiting
Wat gaan we doen vandaag?
Slide 26 - Diapositive
Antistoffen
Slide 27 - Diapositive
Aan het einde van deze les kan ik:
uitleggen op welke twee manieren
immuniteit kan ontstaan
uitleggen hoe antistoffen bescherming
bieden tegen infecties
uitleggen wat er aan de hand is bij een allergie
Slide 28 - Diapositive
Immuniteit
Immuun:
Na een infectie blijft de antistof in bloed aanwezig
Je wordt niet ziek van de ziekteverwekker
Hoe kun je immuniteit opbouwen?
Natuurlijke immuniteit
Kunstmatige immuniteit
Slide 29 - Diapositive
Natuurlijke immuniteit
Slide 30 - Diapositive
Kunstmatige immuniteit
Slide 31 - Diapositive
Immuniteit
Natuurlijke immuniteit: => lichaam maakt antistoffen en valt de ziekteverwekker aan.
- Bij eerste infectie: een beetje antistoffen - Ziekteverwekkers zitten nu in geheugen van witte bloedcellen - Bij tweede infectie: sneller antistoffen + meer antistoffen
Slide 33 - Diapositive
Kunstmatige immuniteit
Vaccinatie (inenting)
- Dode of verzwakte ziekteverwekker wordt ingespoten
- Witte bloedcellen maken antistoffen
- Witte bloedcellen 'onthouden' deze antistoffen
Slide 34 - Diapositive
Kun je immuun worden voor een ziekteverwekker?
Slide 35 - Diapositive
Vaccinatieschema Rijksvaccinatieprogramma
Slide 36 - Diapositive
Slide 37 - Vidéo
Maar waarom heb je toch steeds een verkoudheid of een griepje?
Lang antwoord: Nee, ze zijn zorgvuldig getest en onderzocht. Maar net als heel veel andere stoffen kun je er bijvoorbeeld een allergische reactie op krijgen.
Slide 39 - Diapositive
Slide 40 - Vidéo
Heb jij een allergie? Zo ja, waarvoor?
Slide 41 - Question ouverte
Normale reactie & allergische reactie
Slide 42 - Diapositive
Anafylactische shock
Een zeer zware allergische reactie waarbij de slijmvliezen heel erg opzwellen en word je benauwd.
Je bloedvaten verwijden heel erg en de bloeddruk kan dalen
Levensbedreigend!
Epi-pen (adrenaline) vernauwt de bloedvaten tijdelijk.
Slide 43 - Diapositive
Slide 44 - Diapositive
check leerdoelen...
Slide 45 - Diapositive
Aan het einde van deze les kan ik:
uitleggen op welke twee manieren
immuniteit kan ontstaan
uitleggen hoe antistoffen bescherming
bieden tegen infecties
uitleggen wat er aan de hand is bij een allergie
Slide 46 - Diapositive
Natuurlijk
Kunstmatig
Immuniteit
je krijgt corona en wordt beter
injectie met vaccin
Slide 47 - Question de remorquage
Zet de begrippen op de juiste volgorde
1
2
3
4
5
antigenen komen in het lichaam
Witte bloedcellen
maken antistoffen
antistoffen prikkelen cellen in het slijmvlies
speciale cellen geven histamine af
allergische reactie
Slide 48 - Question de remorquage
Leg uit waarom je eerst wel even ziek wordt van een ziekteverwekker en later weer opknapt
Slide 49 - Question ouverte
Hoe kan het dat je na een vaccinatie niet meer ziek wordt van de desbetreffende ziekteverwekker?
Slide 50 - Question ouverte
wat
Opdracht 1 t/m 9
Hoe
lees de tekst van basisstof 5
Hulp
1) boek 2) medeleerling 3 ) docent
Tijd
Eerst in stilte -> daarna rustig overleggen.
Klaar
Opdrachten af? Controleer of je de opdrachten juist gemaakt hebt! ( via som )
Ga aan de slag met flitskaarten en test jezelf online