Grammatica

Wat weet je nog over grammatica van voor de vakantie?
1 / 14
suivant
Slide 1: Question ouverte
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Wat weet je nog over grammatica van voor de vakantie?

Slide 1 - Question ouverte

Huiswerk
Week 45 woensdag 6 november 5e uur
Cursus 5 paragraaf 3: opdr 1 t/m 4

Slide 2 - Diapositive

Werkwoorden

Slide 3 - Diapositive

Persoonsvorm

Slide 4 - Diapositive

Lidwoorden
Er zijn drie lidwoorden: 
de, het, een.

De en het -> bepaald lidwoord.
een -> onbepaald lidwoord.




Slide 5 - Diapositive

Zelfstandige naamwoorden
Mensen, dieren dingen.

Voor een zelfstandig naamwoord kan je een lidwoord zetten. 

Namen zijn ook zelfstandige naamwoorden. Suzanne en Zwolle zijn dus zelfstandige naamwoorden.

Slide 6 - Diapositive

Wat is de persoonsvorm in de zin:
Ik heb genoten van de vakantie
A
Ik
B
heb
C
genoten
D
vakantie

Slide 7 - Quiz

Wij hebben echt de allerleukste mentor van de school
De persoonsvorm is:
A
Wij
B
hebben
C
school
D
niet waar

Slide 8 - Quiz

Lidwoorden en zelfstandig naamwoorden.

Wat is een lidwoord?
A
Wat iemand kan
B
de, het, een
C
namen en mensen
D
Wie of wat

Slide 9 - Quiz

De lidwoorden 'de' en 'het' zijn ... lidwoorden.
A
bepaalde
B
onbepaalde

Slide 10 - Quiz

Wat is een zelfstandig naamwoord?
A
Leuk
B
Snel
C
Garage
D
Nat

Slide 11 - Quiz

Wat is het zelfstandig naamwoord?
A
stoffig
B
vol
C
zolder

Slide 12 - Quiz

Wat is een zelfstandig naamwoord?
A
De
B
Hond
C
Lopen
D
Bij

Slide 13 - Quiz

Maken opdracht 
Cursus 5 paragraaf 3: opdr 1 t/m 4

Slide 14 - Diapositive