De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen (ismen)
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5
Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 120 min
Éléments de cette leçon
Tijd van burgers en stoommachines
De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen (ismen)
Slide 1 - Diapositive
Burgers en stoommachines
Slide 2 - Carte mentale
Opkomst van de ismen
Ideeën over de ideale wereld noemt men ideologieën of 'ismen'.
Slide 3 - Diapositive
De ismen
Conservatisme
Liberalisme
Socialisme
(Industrieël) Kapitalisme
Confessionalisme
Nationalisme
Imperialisme
Feminisme
Slide 4 - Diapositive
Verschillende ideeën
Veelal afhankelijk van je plaats in de samenleving
Pareto principe - 80/20-regel
Mensen bovenaan de ladder willen alles graag zo houden hoe het is
In het midden willen mensen vaak meer inspraak bestuur en veilig stellen van bezit. Geen drastische veranderingen
Onderaan willen de mensen de grootste veranderingen
Slide 5 - Diapositive
Franse Revolutie 1789
Opstand van de burgers tegen het absolutisme
Vrijheid, gelijkheid, broederschap
Koning Lodewijk XVI wordt onthoofd
Slide 6 - Diapositive
Liberalisme
Vrijheid individu op alle gebieden
Nadruk op grondwet, een parlement en uitbreiding kiesrecht
Scheiding kerk en staat, vrijheid van meningsuiting, afschaffing slavernij
Overheid beperkt tot openbare werken, bescherming en criminaliteit
Slide 7 - Diapositive
Waterloo - 1815
Slide 8 - Diapositive
Conservatisme
Streven om veranderingen uiterst langzaam en voorzichtig door te voeren en alles van waarde te behouden
Terugkeer naar de tijd voor de "verlichte ideeën" van de Franse Revolutie
Macht bij de vorsten
Behoud standenmaatschappij
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Opkomst industrie
Begint in Engeland ~1760:
Hout werd te duur -> steenkool
Verbetering stoommachine (James Watt 1776)
Afzetmarkt dankzijn koloniën (katoenindustrie)
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
(Industrieel)Kapitalisme
1. Fabrieken en bedrijven worden belangrijkste bedrijven
2. Productie in handen fabrikanten en grootindustriëlen
3. ~1870 grote ondernemingen worden nv's (naamlooze vennootschap)
-> Maken van (zoveel mogelijk) winst binnen een markt van vraag en aanbod
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Welke kritiek was er op de fabrieksbazen/rijken volgens deze spotprent?
Slide 17 - Question ouverte
Slechte werkomstandigheden
Lange werkdagen
Saai en eentonig
Gevaarlijk en ongezond
Lage lonen
Kinderarbeid
Slide 18 - Diapositive
Welke argumenten voor het kapitalisme zou jij hebben als jij een rijke fabrieksbaas was in de 19e eeuw?
Slide 19 - Question ouverte
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Diapositive
Wat zou er volgens jou allemaal kunnen gebeuren als het kapitalisme te ver doorslaat?
Slide 24 - Question ouverte
Socialisme
Het ideaal dat de gemeenschap (of vertegenwoordigers) alle/belangrijkste productiemiddelen bezit en beheert
Kloof arm en rijk moest verdwijnen
Kapitalisme moest worden vervangen
Ontfermden zich over lot arbeiders
Slide 25 - Diapositive
Waarom zijn kapitalisten doorgaans conservatief?
Slide 26 - Question ouverte
Welke argumenten voor het socialisme zou jij hebben als jij een arme fabrieksarbeider was in de 19e eeuw?
Slide 27 - Question ouverte
Slide 28 - Diapositive
Slide 29 - Diapositive
Karl Marx (Marxisme)
"Ongelijkheid komt door ongelijke verdeling bezit"
Productiemiddelen moeten in handen gemeenschap komen
Klassenloze samenleving
Het proletariaat moet in opstand komen!
Dictatuur van het proletariaat
Slide 30 - Diapositive
In welke twee stromingen kan jij de socialisten indelen?
Slide 31 - Question ouverte
Waarom zijn socialisten doorgaans progressief?
Slide 32 - Question ouverte
Wat zou er volgens jou allemaal kunnen gebeuren als het socialisme te ver doorslaat?
Slide 33 - Question ouverte
Hoe zou jij jouw eigen ideale isme vormgeven?
Slide 34 - Question ouverte
Keuzeopdracht Periodeschrift
Schrijf een dagboekfragment uit het leven van een arme fabriekswerker of uit het leven van een rijke fabriekseigenaar. Laat duidelijk blijken waarom jij juist een socialist of een kapitalist bent en waarom je conservatief or progressief bent
Maak een affiche waarin je pleit voor het socialisme of het kapitalisme. Benoem daarbij de voordelen van de door jou gekozen isme en de nadelen van de niet door jouw gekozen isme.