Les 14 Taallab (naamwoordelijk en werkwoordelijk gezegde)

Les 14
Taallab

De verleden tijd kort herhalen
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsSecundair onderwijs

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Les 14
Taallab

De verleden tijd kort herhalen

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

De verleden tijd
Vervoeg de werkwoorden in de onvoltooid verleden tijd en het voltooid deelwoord.

- Janina (beantwoorden) de vraag erg uitgebreid.
- De taart (kosten) veel.
- Alsof ik alles geloof wat jij mij hebt (vertellen). 
- Het Amazonewoud is (ontbossen) voor de veeteelt.

Slide 6 - Diapositive

Les 14 
Taallab 

Naamwoordelijk en werkwoordelijk gezegde 
(p. 177 en 178)

Slide 7 - Diapositive

Naamwoordelijk en
werkwoordelijk
gezegde?

Slide 8 - Carte mentale

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Het gezegde
Even herhalen ... 

Wat is het naamwoordelijk gezegde? 
Wat is het werkwoordelijk gezegde? 

Slide 15 - Diapositive

Het gezegde
Oefening 3 op p. 180

Gaat het om een werkwoordelijk gezegde (WWG) of een naamwoordelijk gezegde (NWG)? Antwoord via de Lessonup en schrijf nadien het antwoord in de cursus op p. 180.


Slide 16 - Diapositive

1. Een derde van de jongeren tussen 15 en 29 jaar is smartphoneverslaafd
A
Werkwoordelijk gezegde (WWG)
B
Naamwoordelijk gezegde (NWG)

Slide 17 - Quiz

2. Meer dan de helft zou geen dag zonder sociale media kunnen.
A
Werkwoordelijk gezegde (WWG)
B
Naamwoordelijk gezegde (NWG)

Slide 18 - Quiz

3. Jarne leeft zonder Instagram.
A
Werkwoordelijk gezegde (WWG)
B
Naamwoordelijk gezegde (NWG)

Slide 19 - Quiz

4. Hij wil sociale media altijd blijven mijden.
A
Werkwoordelijk gezegde (WWG)
B
Naamwoordelijk gezegde (NWG)

Slide 20 - Quiz

5. Is het gedrag van Jarne abnormaal?
A
Werkwoordelijk gezegde (WWG)
B
Naamwoordelijk gezegde (NWG)

Slide 21 - Quiz

Het gezegde
Oefening 3 op p. 167

  • 1 = NWG
  • 2 = WGG
  • 3 = WWG
  • 4 = WWG
  • 5 = NWG

Slide 22 - Diapositive

Het gezegde
Oefening 3 op p. 180

Maak nu de rest van de oefening in de cursus. Verbeter nadien via Pelckmans Portaal.

Slide 23 - Diapositive

Het gezegde
Oefening 4 op p. 180-181

Markeer het hoofdwerkwoord in de zin. Gaat het om een werkwoordelijk gezegde (WWG) of een naamwoordelijk gezegde (NWG)? Antwoord via de Lessonup en schrijf nadien het antwoord in de cursus op p. 180.


Slide 24 - Diapositive

Het gezegde

  • Hoofdwerkwoord

--> Zin heeft een voltooid deelwoord? Hoofdwerkwoord = VD
--> Zin heeft een PV + infinitief? Hoofdwerkwoord = infinitief
--> Zin heeft alleen een PV? Hoofdwerkwoord = PV

Slide 25 - Diapositive

1. Vorige maand is mijn oma 80 jaar geworden.
A
WWG
B
NWG

Slide 26 - Quiz

Het gezegde


1. Vorige maand is mijn oma 80 jaar geworden.

NWG

Slide 27 - Diapositive

2. Mona zat tijdens de les naar buiten te kijken.
A
WWG
B
NWG

Slide 28 - Quiz

Het gezegde


2. Mona zat tijdens de les naar buiten te kijken.

WWG

Slide 29 - Diapositive

3. Later word ik zeker mama.
A
WWG
B
NWG

Slide 30 - Quiz

Het gezegde


3. Later word ik zeker mama.

NWG

Slide 31 - Diapositive

Het gezegde
Oefening 4 op p. 180-181

Maak nu de rest van de oefening in de cursus. Verbeter nadien via Pelckmans Portaal.

Slide 32 - Diapositive

Het gezegde
Oefening 7 op p. 182

Markeer en benoem de delen van het WWG. 
 Antwoord via de Lessonup en schrijf nadien het antwoord in de cursus op p. 182.


Slide 33 - Diapositive

a. In de jaren negentig deden Amerikaanse studenten mee aan een boeiend experiment.
A
deden mee = PV + VD
B
deden mee = PV + wederkerend voornaamwoord
C
deden mee = PV + ADPV
D
deden mee = PV + niet-werkwoordelijk deel van de werkwoordelijke uitdrukking

Slide 34 - Quiz

Het gezegde


a. In de jaren negentig deden Amerikaanse studenten mee aan een boeiend experiment.

deden = PV
mee = ADPV

Slide 35 - Diapositive

h. Ze houden ons dus voor het lapje.
A
deden mee = PV + VD
B
deden mee = PV + wederkerend voornaamwoord
C
deden mee = PV + ADPV
D
deden mee = PV + niet-werkwoordelijk deel van de werkwoordelijke uitdrukking

Slide 36 - Quiz

Het gezegde


h. Ze houden ons dus voor het lapje.

houden = PV
voor het lapje = NWU

Slide 37 - Diapositive

Het gezegde
Maak de volgende oefeningen zelfstandig en verbeter nadien via Pelckmans Portaal:

  • Oefening 3 p. 180
  • Oefening 4 p. 180-181
  • Oefening 5 p. 181
  • Oefening 6 + 7 p. 182
  • Oefening 8 + 9 p. 183

==> Klaar? Maak online oefeningen op Pelckmans Portaal.
==> Klaar met online oefeningen? Maak een schema/samenvatting van de theorie.

Slide 38 - Diapositive