Pluriforme samenleving en migratie


Pluriforme samenleving




Samenleving van mensen met verschillende
culturen en leefstijlen 
Pluriform betekent veelvormig
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

Cette leçon contient 23 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon


Pluriforme samenleving




Samenleving van mensen met verschillende
culturen en leefstijlen 
Pluriform betekent veelvormig

Slide 1 - Diapositive


Ethnische subculturen




Subculturen gebaseerd op
land van herkomst, zoals: 
Turken, Surinamers, Antilianen, Marokkanen

Slide 2 - Diapositive

Dominante cultuur
  • De normen, waarden en gewoonten van de meeste mensen in een land

  • Bijvoorbeeld: de intocht van Sinterklaas of 's avonds rond zes uur warm eten

  • Maar ook: vrijheid van meningsuiting en gelijke behandeling van vrouwen

Slide 3 - Diapositive

Subculturen
  • Een subcultuur is de cultuur van een kleine groep binnen de samenleving, bijvoorbeeld door: muzieksmaak, land van herkomst, werk of geloof

  • Je gedraagt je volgens deze normen, waarden en gewoonten

  • Je hoort meestal niet bij één subcultuur

Slide 4 - Diapositive


Culturen verschillen




in plaats
in tijd
per groep

Slide 5 - Diapositive


Etiketten plakken



Als je iemand voor het eerst ziet,
heb je vaak meteen een oordeel.
Dit komt door je eigen normen en waarden.

Slide 6 - Diapositive


Vooroordeel



Een oordeel over iemand of iets, 
zonder dat je de feiten of persoon kent

Slide 7 - Diapositive


Stereotypen



Een vooroordeel over een hele groep, 
niet op één persoon

Slide 8 - Diapositive

Voorbeelden
  • "Die Turk uit de 3e."

  • "Die boer met dat Twente-sjaaltje."

  • "Van haar kun je makkelijk winnen, want meisjes kunnen niet voetballen"

Slide 9 - Diapositive

Voorbeelden
  • "Marokkanen zijn criminelen."

  • "Surinamers zijn lui."

  • "Homo's zijn verwijfd."

  • "Blondjes zijn dom."

  • "...en Belgen ook!"

Slide 10 - Diapositive


Discriminatie



Mensen worden in dezelfde situatie 
anders behandeld

Slide 11 - Diapositive

Voorbeelden
  • Culturele achtergrond (bijv.: Arabische of Afrikaanse achternaam)

  • Racisme (op basis van huidskleur)

  • Uiterlijk (bijv.: bril of beugel)

  • Sekse (man of vrouw) of seksuele gehaardheid (homo's)

  • Leeftijd (te jong of juist te oud)

Slide 12 - Diapositive

Migreren
  • Migreren betekent verhuizen

  • Emigratie is verhuizen naar een ander land

  • Immigratie is als mensen uit andere landen in Nederland zijn komen wonen

  • Zolang er mensen zijn komt migratie voor

Slide 13 - Diapositive


Tolerantie 
en respect



Je hebt geen probleem met het feit dat
mensen anders (kunnen) zijn.
Laat je andere mensen in hun waarde,
dan heet dat respect.

Slide 14 - Diapositive

Waarom emigreren mensen naar Nederland?

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo


Veiligheid



Door oorlog in het eigen land of 
een andere politiek mening loopt men gevaar

Deze vluchtelingen zoeken asiel (veilige plaats)

Slide 17 - Diapositive


Werk


Arbeidsmigranten (vroeger: gastarbeiders)
komen naar Nederland om hier tijdelijk te werken

In de jaren '60 en '70 van de 20e eeuw: Turken, Marokkanen, Spanjaarden enz.
In de jaren '00 en '10 van de 21e eeuw: Polen, Roemenen en Bulgaren

Slide 18 - Diapositive


Koloniaal verleden


Toen de Nederlandse kolonies onafhankelijk werden,
kozen veel inwoners voor meer zekerheid in Nederland

Sommigen waren bang voor de onzekere economische of 
politieke situatie in hun eigen land

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo


Gezin


Gezinshereniging
gezin mag overkomen uit ander land, als bijvoorbeel de vader hier al woont

Gezinsvorming:
je haalt iemand uit het buitenland om mee te trouwen

Slide 21 - Diapositive


Studie







Studeren in Nederland levert voordelen op voor de
buitenlandse student, maar ook voor de Nederlandse economie

Slide 22 - Diapositive


Allochtoon of autochtoon?


Allochtoon
jij of een van je ouders is in het buitenland geboren (en opgegroeid)

Autochtoon
jij én je beide ouders zijn in Nederland geboren

Slide 23 - Diapositive