Les 1 - Week 9 - bespreken SO/ Nakijken 1.1/1.2/1.3

SO bespreken/nakijken
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

SO bespreken/nakijken

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Programma 
1. Bespreken SO: 1.1 en 1.3 (25 min)  
2. Individuele huiswerkopdracht (25 min) 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe wordt een SO nagekeken? 
  • De aantallen punten die jij gekregen hebt staan in het groen voor de kantlijn. 
  • Een    betekent dat het antwoord fout is. Een ~ betekent dat het antwoord voor een deel goed is. 
  • Een krul betekent dat antwoord goed is. 
/

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf & kleuropdracht 
Stap 1: Je kiest uit nefertiti (vrouw), Toetanchamon (man), Anubis (god) 

Stap 2: op de achterkant schrijf je een kort verhaal van acht zinnen waarin je jouw historische figuur beschrijft. Gebruik het internet om meer te weten te komen over jou figuur. 

Stap 3: kleur tot slot jouw figuur zo mooi mogelijk in. Zoek op internet welke kleuren passen jouw historische figuur.   
Nefertiti
Anubis
Toetanchamon

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk nakijken:
Je krijgt een nakijkblad, je kijkt na met een andere kleurpen vult waar nodig antwoorden aan! 

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

  1. Boeren gingen op een vaste plek wonen
  2. Door landbouw groeide de bevolking. (meer voedsel)
  3. In grotere dropen ontstonden sociale verschillen.
  4. De kans op ziekte namen toe.
Doel 9: vier gevolgen van landbouw
Je kunt vier gevolgen noemen van landbouw. 

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Eerste landbouw van 9.000 v.Cr. : 
  1. Het werd warmer & droger in noord-Afrika & midden-oosten. 
  2. Er was bevolkingsgroei: er was meer voedsel nodig om allen monden te vullen. 
  3. Mensen leerden steeds meer over de natuur; mensen wisten beter hoe ze graansoorten en bonen moesten planten. 

Doel 8: oorzaken op één plek blijven
Je kunt uitleggen welke drie oorzaken er zijn waarom jagers & verzamelaars boer werden en op één plek bleven wonen.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


 Leerdoelen - week 5 - les 2
11. Je kunt uitleggen dat de uitvinding van irrigatielandbouw zorgden voor zes grote veranderingen in Egypte. 


Opdracht leerdoel 11
Je gaat zelf antwoord geven op leerdoel 11. 

Stap 1 
Lees blz. 36 

Stap 2
Hieronder staan per belangrijke verandering de belangrijkste woorden genoteerd. 
  1. Leg het begrip uit in maximaal een zin;
  2. Leg per begrip uit hoe irrigatielandbouw ervoor gezorgd heeft dat dit begrip ontstond.

1. Nijverheid 
2. Handel 
3. Steden 
4. Bestuur, ambtenaar, belasting 
5. Hierogliefenschrift 
6. Staat 


Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • Om de akkers vochtig te houden, deed men aan irrigatielandbouw 
  • Zelf gegraven kanaaltjes, dijken en waterbekkens bevloeiden de akkers. 
Doel 10: hoe werkt irrigatielandbouw?
10. Je kunt uitleggen hoe irrigatielandbouw werkt langs de Nijl. 

Slide 10 - Diapositive

Waarom was die irrigatielandbouw nodig?
Hoe werkt het? 
  1. Nijverheid: producten die met handen werden gemaakt. 
  2. Handel: producten ruilen tegen andere spullen. 
  3. Bestuur: groep mensen die taken verdeeld en regels maakt. Een ambtenaar werkt voor het bestuur en voert regels uit en int belasting
Opdracht leerdoel 11
Je gaat zelf antwoord geven op leerdoel 11. 

Stap 1 
Lees blz. 36 

Stap 2
Hieronder staan per belangrijke verandering de belangrijkste woorden genoteerd. 
  1. Leg het begrip uit in maximaal een zin;
  2. Leg per begrip uit hoe irrigatielandbouw ervoor gezorgd heeft dat dit begrip ontstond.

1. Nijverheid 
2. Handel 
3. Steden 
4. Bestuur, ambtenaar, belasting 
5. Hierogliefenschrift 
6. Staat 


Leerdoel 11: handel in steden

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • 4. Hiërogliefenschrift: een schrift bestaand uit tekens. 
  • 5. Staat: steden en dorpen werden veroverd en  groeide uit tot grotere gebieden die vielen onder een farao.
Leerdoel 11: handel in steden

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1. 
2.
3. 
4.
5.
Slaven
ambachtslieden
bestuurders (farao)
boeren
schrijvers

Slide 13 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel 12: sociale lagen
12. Je kunt vijf sociale lagen noemen die bestonden in Egypte.

1. bestuurders 
2. Schrijvers (ambtenaren) 
3. ambachtslieden 
4. boeren
5. slaven 

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen - les 1 - week 7
13. Je kunt uitleggen waarom het Egyptische geloof  polytheïstisch en een natuurgodsdienst was.  

14. Je kunt aan de hand van de begrippen; tempels, offers, priesters en het hiernamaals, uitleggen hoe het Egyptische geloof werkte. 

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij een polytheïstische natuurgodsdienst hoort bij:
A
één god, die zich bezighoudt met gedrag en de zondes van de mensheid.
B
Meerderere goden, die zich bezighouden met gedrag en zondes van de menshoud
C
Meerdere goden, die zich bezighouden met verschijnselen van de natuur.

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

  • Polytheïsme: geloven in meerdere goden.  
  • Natuurgodsdienst: een godsdienst waarin de natuur vereerd werd.
 (bijvoorbeeld de Nijl)
13. Een polytheistische natuurgodsdienst
14. Je kunt uitleggen waarom het Egyptische geloof polytheïstisch en een natuurgodsdienst was.  

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen - les 2 - week 7
14. Je kunt aan de hand van de begrippen; tempels, offers, priesters en het hiernamaals, uitleggen hoe het Egyptische geloof werkte. (staat al in jouw schrift) 

15. Je kunt twee redenen noemen  waarom farao's belangrijk waren in het Egyptische rijk. (OPSCHRIJVEN) 

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • (14) In tempels werden offers gebracht om goden tevreden te houden.  Alleen priesters mogen tempels betreden.  

  • (15) Egyptenaren geloofden in hiernamaals: ze wilden naar dodenrijk.
15. Hiernamaals
15. Je kunt twee redenen noemen waarom farao's belangrijk waren in het Egyptische rijk. 
14. Priesters, tempels & hiernamaals
14. Je kunt aan de hand van de begrippen; tempels, offers, priesters en het hiernamaals, uitleggen hoe het Egyptische geloof werkte.

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk (havo) 
Pak je agenda en schrijf op voor de volgende les:
GES - 
Lezen: blz. 45 Graven van koningen  
Maken:  7 T/M 10C 

Klaar? Kies uit kijken                                                 of  

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De vijf sociale lagen in Egypte staan hier in willekeurige volgorde: schrijvers, slaven, boeren, farao, ambachtslieden.

Zet op goede volgorde van boven naar beneden.

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is polytheïsme?
A
geloof waarbij mensen meerdere goden vereren
B
bestuur door een koning of keizer
C
verhalen over de griekse en romeinse goden
D
de enige toegestane godsdienst in een land

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions