Paragraaf 1.6

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 4

Huiswerkcontrole

Wat? Opdracht 54, 55, 57, 58, 60, 62, 63, 69, 72, 73 en 74 (blz. 30 t/m 36)

Goedemorgen allemaal

Wat gaan we deze les doen?

-Lesdoel deze les

-Uitleg: eenheden van snelheid omrekenen

-Uitleg: snelheid berekenen

-Aan de slag

Lesdoel deze les

Ik kan eenheden van snelheid omrekenen

Ik kan snelheid berekenen als ik de tijd en afstand weet.

Ik loop 1m in 1seconde. Hoeveel meter loop ik in 1 uur?

Hoeveel km is 3600m?

Eenheden van snelheid

van M/s naar km/uur is dus x3600:1000 = x3,6

Schrijf dit overzichtje eventueel bovenaan je toets

Aan de slag

Wat? Opdracht 78, 79 (blz. 38 t/m 42)

Hoe? Schrijf je berekening op. x3,6 of :3,6

Schrijf alle stappen op (afstand omrekenen, afstand : tijd)

Waarom? Snelheid berekenen heeft geen handig getal, je moet weten hoe je dit in iedere situatie kunt berekenen.

Klaar? Steek je hand op, korte check. Daarna nakijken

Hulp? Steek je hand op.

Snelheid berekenen

(blz. )

Zet boven de afstand en onder de tijd.

Zet de tijd altijd in alleen maar seconde.

Reken de tijd terug naar 1sec.

Je hebt nu bij de afstand de snelheid in m/s staan

Vuistregels

Voorbeeld: Caithlin gaat met de fiets naar haar tante. Het is een rit van 37,5 km.

Hoeveel uur en hoeveel minuten duurt de rit?

Aan de slag

 Wat? Opdracht 84, 85, 86, 88, 91 (blz. 38 t/m 42)

Opdracht 92, 94, 95 en 97 (blz. 43 t/m 45)

Hoe? Schrijf je berekening op.

Schrijf alle stappen op (afstand omrekenen, afstand : tijd)

Klaar? Steek je hand op, korte check. Daarna opdracht 99, dan nakijken

Hulp? Steek je hand op.