W7

• Spaans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

¿Qué vamos a hacer hoy?

Semana 7 clase 1

• Quizlet - 15 min
• Repaso - 10 min
• Escuchar - 20 min
•  Canción - 15 min
• (Blooket)

Doel: Aan het eind van deze les:

• ken je het woordenschat van H3
• ken je de woordenschat van 'la familia'
• heb je kunnen oefenen met een Spaanse liedje

¡Bienvenidos a la clase de Español!

Hoy es _______, ____________ de__________

QUIZLET 

Oefen de voca via quizlet

H3: link

Geen verbinding

Alle wifi vergeten en dan opnieuw verbinden 

Geen Laptop/baterij

Je schrijft de woordjes over in je schrift

Nacionalidades

SOY DE Holanda

colombiano

estadounidense

argentina

colombiana

argentino

¿De dónde es Enrique Iglesias?

Escribe 3 nombres de personas famosas de diferentes países

AQUI

1. Las chicas son latinoamericanas.

1. Verdadero
2. Falso

2. Jorge no es de Holanda.

1. Falso
2. Verdadero

3. Barranquilla es la capital de Colombia.

1. Falso
2. Verdadero

4. Alicia y Elena son amigas.

1. Verdadero
2. Falso

Jullie kunnen al CAP 1+2

De vervoeging  in de presente en de presente perfecto

De vervoegingen van de onregelmatige werkwoorden SER en ESTAR

Repaso (=herhaling)

Welke werkwoorden zijn regelmatig of onregelmatig? Sleep de werkwoorden naar de juiste kolom.

Regelmatig

Onregelmatig

ir

escribir

ser

estar

tener

vender

leer

- AR werkwoorden

yo bail

tú bail

él/ella/usted bail

Nosotros/nosotras bail

vosotros/as bail

ellos/ellas/ustedes bail

-O

-AS

-A

-AMOS

-ÁIS

-AN

Sleep de -ER werkwoorden naar de juiste plek.

3.  Yo................un libro en el salón.

1. Tú.............paella.

2. Pedro.............en la cocina.

5. Nosotros..................un café y un refresco.

4. Carlos y tú............holandés.

6. Juan y María .......................francés.

leo

comes

come

aprendéis

bebemos

aprenden

Weet je de betekenis van deze Spaanse regelmatige werkwoorden? 

Zet de juiste bij elkaar.

comer

bailar

hablar

vivir

cantar

ir

vender

escuchar

escribir

compartir

beber

tocar

schrijven

gaan

dansen

drinken

praten

leven, wonen

luisteren

eten

instrument bespelen, aanraken

delen

zingen

verkopen

Tekst

• vertellen hoe iemand eruit ziet
• een advies geven
• een artikel schrijven over een sporter
  
  

Woordenschat:

• uiterlijk
• kledingstuk
• sport

• vormen van het bijvoeglijk naamwoord
  
• klinkerwisseling van o naar ue 
• de gebiedende wijs in de enkelvoud

Leerdoelen Cap 3

Grammatica:

¡Escuchar!

Una canción (que casi es San Valentín)

vertaling: link

Juego 1

Juego 2

juego 3

Juego 4

Juego 5

Juego 6

Exit ticket

Wat ging goed?

Wat ging minder goeg? En hoe kan je het voor de volgende lesverbeteren?

Hoe vond je de luisteropdracht met het liedje?