Taal thema 2, les 4
1 / 14
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Typ het onderwerp:
'De buurvrouw bakt pannenkoeken voor ons.'
'De buurvrouw bakt pannenkoeken voor ons.'
Slide 2 - Question ouverte
Typ het onderwerp:
'Mijn vader koopt een nieuwe fiets.'
'Mijn vader koopt een nieuwe fiets.'
Slide 3 - Question ouverte
Typ het onderwerp:
'De juffen en meesters hebben een studiedag.'
'De juffen en meesters hebben een studiedag.'
Slide 4 - Question ouverte
Typ het onderwerp:
'De gele bal is lek.'
'De gele bal is lek.'
Slide 5 - Question ouverte
Typ het onderwerp:
'Haar lieve oma gaf ons snoepjes.'
'Haar lieve oma gaf ons snoepjes.'
Slide 6 - Question ouverte
Typ het onderwerp:
'De landkaart van Europa hangt aan de muur.'
'De landkaart van Europa hangt aan de muur.'
Slide 7 - Question ouverte
Slide 8 - Diapositive
Typ het onderwerp:
'Robbie is de hele zomer strandwacht.'
'Robbie is de hele zomer strandwacht.'
Slide 9 - Question ouverte
Typ het onderwerp:
'De jonge strandwacht met de megafoon werkt als vrijwilliger.'
'De jonge strandwacht met de megafoon werkt als vrijwilliger.'
Slide 10 - Question ouverte
Typ het onderwerp:
'Van het helpen van mensen krijgt hij een kick.'
'Van het helpen van mensen krijgt hij een kick.'
Slide 11 - Question ouverte
Typ het onderwerp:
'Alle strandwachten doen hun werk met plezier.'
'Alle strandwachten doen hun werk met plezier.'
Slide 12 - Question ouverte
Typ het onderwerp:
'Het strand wordt de hele zomer goed bewaakt.'
'Het strand wordt de hele zomer goed bewaakt.'
Slide 13 - Question ouverte
Typ het onderwerp:
'De stranden, geulen en de zee worden de hele zomer bewaakt.'
'De stranden, geulen en de zee worden de hele zomer bewaakt.'
