1.4 - Het boodschappenmandje van het CBS

Hoofdstuk 1
4TL
Paragraaf 4 - Het boodschappenmandje van het CBS
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 1
4TL
Paragraaf 4 - Het boodschappenmandje van het CBS

Slide 1 - Diapositive

Wat moet je kennen/ kunnen?
  • Rekenen met indexcijfers
  • Het CPI (de inflatie) berekenen

Slide 2 - Diapositive

Even terug kijken!
Inflatie/ koopkracht:
  • Wat is het ook al weer?
  • Hoe ontstaat het?
  • Wat kun je er aan doen? (ECB?)

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

CBS = Centraal Bureau voor de Statistiek
  • Berekent de inflatie (=CPI) in NL.
  • Ze gebruiken hiervoor indexcijfers.

Slide 5 - Diapositive

Indexcijfers
Zijn cijfers die aangeven hoe (bijvoorbeeld) een prijs veranderd t.o.v. een basisjaar. Het basisjaar heeft altijd het indexcijfer 100


Berekening [De waarde in een bepaald jaar (in €) : waarde van het basisjaar x 100]


Slide 6 - Diapositive

Vragen? 
  1. Welk jaar is het basisjaar?
  2. In welk jaar is er sprake van prijscompensatie?
  3. In welk jaar was er sprake van deflatie?
  4. In welke jaren is het nominale loon gestegen?
  5. In welk jaar zijn de reële lonen gestegen?

Slide 7 - Diapositive

Vragen? 
  1. De gemiddelde lonen bedroegen in 2007 €25.000.
    Hoeveel bedragen de gemiddelde lonen in 2010? 
  2. De gemiddelde lonen in 2006 bedroegen €23.000.
    Hoe hoog waren de lonen in 2008?

Slide 8 - Diapositive

Vragen? 
3. De lonen in 2011 bedroegen €31.000. 

Bereken het indexcijfer voor 2011 als je er vanuit gaat dat de lonen €25000,- waren in het basisjaar 2007.

Slide 9 - Diapositive

Consumentenprijsindex (CPI)
Stappenplan:
  1. Vermenigvuldig het indexcijfer van iedere artikelgroep met de bijbehorende wegingsfactor.
  2. Tel alle uitkomsten van stap 1 bij elkaar op.
  3. Deel je uitkomst van stap 2 door het totaal van alle wegingen.
  4. Je uitkomst is het consumentenprijsindexcijfer.

Slide 10 - Diapositive

Bereken het CPI voor bovenstaand huishouden.
Tip: Gebruik het stappenplan in je boek
!

Slide 11 - Diapositive

Uitwerking
Stap 1 =  32 x 101, 9   = 3.260,8   
                  24 x 103,2    = 2.476,8
                  15 x 98,6      = 1.479,0
                  29 x 103       = 2.987,0 +

Stap 2 =                         = 10.203,6
Stap 3 = 32 + 24 + 15 +29 = 100
Stap 4 = 10.203,6 : 100 = 102,036 = CPI van 102
Betekent dus dat de prijzen met 2% zijn gestegen!



Slide 12 - Diapositive

Any questions?

Slide 13 - Question ouverte