Blok 3: Veranderende wereldhandel

Thema Handel
Blok 3: veranderende wereldhandel 
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Thema Handel
Blok 3: veranderende wereldhandel 

Slide 1 - Diapositive

Les 1
  • uitleggen waarom het label ‘Made in ...’ niets zegt over waar het product is gemaakt.
  • vertellen wat de lagelonenlanden zijn.
  • uitleggen waarom arbeid is verplaatst.
  • uitleggen waarom het goederenvervoer sterk is gegroeid.




Slide 2 - Diapositive

Waar gaat dit blok over? 
Waarschijnlijk heb je je niet afgevraagd waar ze vandaan komen. De kans is groot dat ze uit China of India komen. Kijk maar eens op het label. Hoewel …, weet je dat het label ‘Made in …’ niets zegt over waar je kleding echt is gemaakt? Kleren reizen namelijk de hele wereld over voordat ze bij jou in de kast liggen. Welke reis maakt je kleding? Waarom maken kleren eigenlijk zo’n enorme wereldreis?

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Plekken waar katoen groeit 
Katoenplant 

Slide 5 - Diapositive

Label in een broek 

Slide 6 - Diapositive

Leg uit Waarom het label 'made in....' in je kleren vaak niet klopt.

Slide 7 - Question ouverte

Verplaatsen van arbeid 
  • Vroeger werd veel kleding in NL gemaakt. 
  • Tegenwoordig wordt kleding gemaakt in lagelonenlanden. VB: China, Pakistan, Bangladesh. 
  • Dit is goedkoper om te laten maken dan in Nederland
  • Bij het maken van kleding zijn veel mensen nodig. 
  • Als bedrijf wil je dat zo goedkoop mogelijk doen
  • Tegenwoordig is transport heel makkelijk

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Opbouw prijs schoenen 

Slide 10 - Diapositive

Afstand 
Afstand doet er minder toe dan vroeger
Transport is tegenwoordig snel en goedkoop 
Twee soorten afstanden:
  • Absolute afstand: Afstand in kilometers gemeten in een rechte lijn tussen twee punten. 
  • relatieve afstand: Afstand in tijd, hoelang je erover doet om de afstand af te leggen.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Wat is absolute afstand?
A
De afstand die je meet in een rechte lijn
B
De afstand die je meet in kilometers
C
De afstand die je meet door erheen te vliegen
D
De afstand die je meet in reistijd

Slide 13 - Quiz

Wat is relatieve afstand ook alweer?
A
De afstand die je meet in een rechte lijn
B
De afstand die je meet in kilometers
C
De afstand die je meet door erheen te vliegen
D
De afstand die je meet in reistijd

Slide 14 - Quiz

Leg uit waarom afstand tegenwoordig minder belangrijk is dan vroeger.

Slide 15 - Question ouverte

Les 2
  • vertellen wat locatiefactoren zijn.
  • uitleggen waarom sommige landen economisch sterk groeien.
  • uitleggen waarom de groeilanden interessante afzetmarkten zijn.
  • vertellen wat China in Afrika doet op het gebied van handel.




Slide 16 - Diapositive

waarom daar?
  • Een bedrijf zit nooit ergens zomaar. 
  • De hoofdkantoren van  bijvoorbeeld Calvin Klein daar werken de mensen die de kleding ontwerpen en de reclames bedenken.
  • Redenen voor een bedrijf om ergens te vestigen noemen we: Locatiefactoren

Slide 17 - Diapositive

locatiefactoren 
  • de hoogte van de lonen en de opleiding van het personeel;
  • of er goede havens, wegen en communicatiemiddelen zijn;
  • of er een stabiele regering is en de overheid meewerkt en helpt


Slide 18 - Diapositive

Wat zijn locatiefactoren?
A
Dat zijn fabrieken met steenkool.
B
Voordelen van bedrijven die dicht bij elkaar zitten.
C
Dat zijn groepen mensen die producten kopen.
D
Redenen waarom een bedrijf zich op een plek wil vestigen.

Slide 19 - Quiz

Heffingen 
  • Het kan ook voorkomen dat bedrijven naar landen verhuizen om onder bepaalde regels uit te komen.
  • In NL -> Milieuheffing:
  • Extra belasting die bedrijven moeten betalen, als ze het milieu vervuilen. 
  • Andere landen hebben hogere inkomstenbelasting 

Slide 20 - Diapositive

0

Slide 21 - Vidéo

Economische groeilanden 
  • Er is een verschuiving van macht in de handel
  • Bepaalde landen hebben een erg groeiende industrie
  • Bekende groeilanden zijn: Brazilië, Rusland, India en China (BRIC-landen)
  • Deze landen hebben een hoog BNP Bruto nationaal product 

Slide 22 - Diapositive

Wat betekent bruto nationaal product:
A
wat alle mensen in een land samen uitgeven.
B
wat alle mensen in een land samen verdienen.
C
wat alle mensen samen in een land verkopen
D
wat alle mensen in een land samen geven.

Slide 23 - Quiz

Welke landen zijn de
BRIC landen?

Slide 24 - Carte mentale

Afrika als nieuwe handelspartner
China handelt met Afrika:
  •  in ruil voor grondstoffen krijgen landen goedkope leningen + infrastructuur 

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Waarom investeert China zo veel in Afrika?

Slide 27 - Question ouverte