Blok 3 Veranderde Wereldhandel

Programma
  • Verboden te zeggen
  • Voorkennis: Waar komt je kleding vandaan?
  • Blok 3: Veranderde Wereldhandel
  • Klokhuis: Rotterdamse Haven
  • Opdrachten
  • Afsluiting: Verboden te zeggen
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens en MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Programma
  • Verboden te zeggen
  • Voorkennis: Waar komt je kleding vandaan?
  • Blok 3: Veranderde Wereldhandel
  • Klokhuis: Rotterdamse Haven
  • Opdrachten
  • Afsluiting: Verboden te zeggen

Slide 1 - Diapositive

Verboden te zeggen
  • Een leerling wordt even buiten de klas geplaatst.
  • Op het bord staat een onderwerp en met ‘verboden om te zeggen’- begrippen.
  • Het bord wordt afgedekt en de leerling neemt plaats op een stoel met de rug naar het bord.
  • De docent laat het onderwerp en de verboden begrippen zien, en wijst een leerling aan die een beschrijving geeft van het onderwerp zonder gebruik te maken van de verboden begrippen.

Slide 2 - Diapositive

Onderwerp:

  • Verboden om te zeggen: 

Slide 3 - Diapositive

Waar zijn jouw kleren en spullen gemaakt?
  • Schrijf 6 voorwerpen of kledingstukken op. Kan zijn wat je aan hebt zoals je broek of shirt of je misschien je laptop.
  • Kijk nu of je een etiket of label kan vinden waarop staat waar het gemaakt is.
  • Werk in tweetallen samen en zoek op waar het product vandaan komt. Schrijf dit op.
  • Doe het zo: Voorbeeld: Spijkerbroek - Bangladesh 
  • Wat valt op? Waar komen de kleren vandaan?


timer
6:00

Slide 4 - Diapositive

Wat leer je in blok 3?
  • Je kunt....
  • uitleggen waarom het label 'Made in...' weinig zegt over waar het product is gemaakt.
  • vertellen wat de lagelonenlanden zijn.
  • uitleggen waarom de wereld steeds kleiner wordt.
  • uitleggen waarom het goederenvervoer sterk is gegroeid.
  • uitleggen hoe de haven van Rotterdam uitgegroeid is tot één van de grootste havens van Europa

Slide 5 - Diapositive





Waar komt de spijkerbroek eigenlijk vandaan? 
Je spijkerbroek is een wereldreiziger

Slide 6 - Diapositive

Je spijkerbroek is een wereldreiziger
Grondstoffen:  Katoen uit China, India en de VS
Weven van de katoen in China en Vietnam
Maken van lappen stof in Polen en andere Oost-Europese landen 
Wassen van de stoffen in Bangladesh, bleken in Haïti 
Verven van de stof  in Bangladesh of India

Snijden van de stof in El Salvador
Naaien van de broek en knopen eraan in Bangladesh
Knopen eraan zetten in Cambodja
Labels erin zetten in India en dan staat er "made in India"  en dan worden de broeken vervoert naar bijvoorbeeld Nederland

Je kan uitleggen waarom het label 'Made in...' weinig zegt over waar het product is gemaakt.

Slide 7 - Diapositive

Klokhuis Rotterdamse haven
Hoe kon de Rotterdamse haven uitgroeien tot een van de grootste havens van Europa?

Slide 8 - Diapositive

0

Slide 9 - Vidéo

Klokhuis Rotterdamse haven
Hoe kon de Rotterdamse haven uitgroeien tot een van de grootste havens van Europa?

Slide 10 - Diapositive

Goederenvervoer
  • Stukgoederen = losse of verpakte goederen. Bijvoorbeeld: schoenen en zakken rijst. 
  • Container = een grote stalen kist met vaste afmetingen voor het vervoer van stukgoederen. 

Slide 11 - Diapositive

Goederenvervoer
  • Massagoederen = onverpakte goederen die in grote hoeveelheden worden vervoerd en die je gemakkelijk kunt laden en lossen. Bijvoorbeeld: aardolie en graan.

Slide 12 - Diapositive

0

Slide 13 - Vidéo

Verplaatsen van werk
  • Om meer te kunnen verkopen proberen bedrijven hun producten ook goedkoop te verkopen (Multinationals)
  • Om de kosten laag te houden laten bedrijven producten maken in landen waar de lonen laag zijn. 

Slide 14 - Diapositive

1

Slide 15 - Vidéo

07:43
Wat vind jij wat er moet gebeuren?

Slide 16 - Question ouverte

Aan de slag
Opdrachten 






  • Zelfstandig werken (rustig overleggen met degene naast je) (Muziek mag)
  • Weet je het antwoord niet? Lees de tekst nog eens goed door
  • Kom je er niet uit? Kom met je boek bij me
Werkboek (WB)
Lezen theorie van blok 3 
Maken: 1, 4, 5, 6, 8, 9, 10, 
blz. 58 - 66
Klaar? 
Oefen de quizlet van blok 1 t/m blok 4
Zie studiewijzer in Magister
timer
20:00

Slide 17 - Diapositive

Onderwerp:

  • Verboden om te zeggen:

Slide 18 - Diapositive

Onderwerp:

  • Verboden om te zeggen:

Slide 19 - Diapositive

Les 2

Slide 20 - Diapositive

Programma
  • Vorig les - lessonup
  • Quizlet begrippen
  • Video: Veranderde Wereldhandel
  • Aan de slag
  • Kahoot blok 3

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Lien

Wat leer je in blok 3?
  • Je kunt....
  • uitleggen waarom het label 'Made in...' weinig zegt over waar het product is gemaakt.
  • vertellen wat de lagelonenlanden zijn.
  • uitleggen waarom de wereld steeds kleiner wordt.
  • uitleggen waarom het goederenvervoer sterk is gegroeid.
  • uitleggen hoe de haven van Rotterdam uitgegroeid is tot één van de grootste havens van Europa

Slide 23 - Diapositive

Om de kosten van producten laag te houden...
A
...wordt werk waarvoor veel arbeidsuren nodig zijn, gedaan in landen met lage lonen.
B
...worden zoveel mogelijk producten in West-Europa zelf geproduceerd.
C
...worden mensen tijdens de productie goed gecontroleerd.
D
...worden vervoerskosten zo laag mogelijk gehouden.

Slide 24 - Quiz

Geen voorbeeld van een lagelonenland is:
A
China
B
Amerika
C
Bangladesh
D
Polen

Slide 25 - Quiz

De Rotterdamse haven is een:
A
Industriehaven
B
Kleine haven
C
Distributiehaven
D
Doorvoerhaven

Slide 26 - Quiz

Wat leer je in blok 3?
  • Je kunt vertellen wat locatiefactoren zijn.
  • Je kunt uitleggen waarom sommige landen economisch sterk groeien.
  • Je kunt uitleggen waarom de groeilanden interessante afzetmarkten zijn.
  • Je kunt vertellen wat China in Afrika doet op het gebied van handel.
  • Je kunt uitleggen wat het BNP is. 

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Lien

De afstand van mijn huis naar school is hemelsbreed 18 km Hiermee wordt de .............. bedoeld
A
absolute afstand
B
relatieve afstand

Slide 29 - Quiz

absolute afstand
  • De kortste afstand tussen twee plaatsen.
  • Deze afstand meet je door de lucht. Dit wordt ook wel hemelsbreed genoemd.

Slide 30 - Diapositive

relatieve afstand
  • De afstand tussen twee plaatsen, uitgedrukt in tijd of geld (bijvoorbeeld benzine of OV kosten)
  • Deze afstand wordt niet uitgedrukt in meters of kilometers
  • Deze afstand kan veranderen met bijv. nieuwe wegen of snellere treinen

Slide 31 - Diapositive

Verboden te zeggen
  • Bedenk nu zelf een onderwerp, die een andere leerling moet gaan raden.
  • Maak een beschrijving van het onderwerp Maak gebruik van de woorden  die veel gebruikt worden om het begrip te beschrijven. 
  • Gebruik de begrippenlijst van thema handel 7 minimaal 3 onderwerpen. Schrijf het onderwerp en de verboden begrippen op de spelkaart.
  • Dit speel je in twee- of drietallen 
  • Speel het spel een aantal keer.
timer
10:00

Slide 32 - Diapositive

Aan de slag







  • Zelfstandig werken (rustig overleggen met degene naast je) (Muziek mag)
  • Weet je het antwoord niet? Lees de tekst nog eens goed door
  • Kom je er niet uit? Kom met je boek bij me voor extra uitleg
Werkboek (WB)
Lezen theorie van blok 3 
Maken: 12, 13, 14, 15, 17, 18, 20 en 21
blz. 66-73
Klaar? 
Nakijken van de vragen
Oefen de quizlet van blok 1 t/m blok 4
Zie studiewijzer in Magister
timer
20:00

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Lien

Waarom daar?
Locatie- of vestigingsplaatsfactoren bepalen of een bedrijf zich op een bepaalde plaatst vestigt. Redenen die een rol kunnen spelen: 
  • Goede Infrastructuur = goede havens, spoorlijnen, internet  
  • Zijn er voldoende arbeiders 
  • Hebben mensen expertise/kennis ofwel goede opleidingen?  
  • Lage lonen 
  • Stabiele regering
  • Minder strenge milieueisen => in Nederland betalen bedrijven een hoge milieuheffing. In veel Afrikaanse landen niet...
je kan vertellen wat locatie- of vestigingsfactoren zijn.

Slide 35 - Diapositive

Economische groeilanden
In de 17e eeuw was Nederland hét centrum van de wereldhandel. Nu zijn de VS (nr 1)  en China (nr 2) de grote spelers.  

Landen die sinds 2000 het hardst zijn gegroeid zijn:  Brazilë, Rusland, India en China (BRIC-landen) Deze landen zijn snel geïndustrialiseerd. Steden zijn gegroeid door urbanisatie = trek van platteland naar de stad.

De industrie in deze BRIC-landen is snel gegroeid doordat buitenlandse bedrijven investeerden in fabrieken en infrastructuur. 
je kan uitleggen waarom sommige landen economisch sterk groeien

Slide 36 - Diapositive

Economische groeilanden
Door de economische groei nam het BNP (=Bruto Nationaal Product)  snel toe.  

BNP =>  de waarde van alle goederen en diensten die geproduceerd worden in een land of dat wat iedereen verdient in een land. 

Als het BNP hoog is, wordt er veel gebouwd en komt er steeds meer werk in deze landen. Hierdoor worden deze landen een belangrijke afzetmarkt voor bedrijven. (Afzetmarkt = landen waar producten verkocht worden)

In Nederland groeit de industrie nauwelijks. Bedrijven worden zelfs overgenomen door Indiase of Chinese bedrijven => Tata Steel. 
je kan uitleggen waarom sommige landen economisch sterk groeien

Slide 37 - Diapositive

De invloed van China
  • China heeft de grootste bevolking van de wereld:  -1,4 miljard mensen wonen in China; -de Chinese bevolking blijft ook nog groeien.
  • Veel Chinezen vestigen zich buiten China om te studeren, handel te drijven of een andere investering te doen. 
  • Maar China wordt zelf ook wel de 'fabriek van de wereld' genoemd omdat er in Chinese fabrieken veel wordt geproduceerd. 

Slide 38 - Diapositive

Afrika als nieuwe handelspartner
Europa 'helpt' Afrika met ontwikkelingshulp voor onderwijs- of gezondheidsprojecten. Europese landen stellen vaak 'eisen' aan deze hulp. 

China ziet Afrika als handelspartner. In ruil voor grondstoffen worden leningen verstrekt en wordt de infrastructuur verbeterd. 
Afrikaanse landen doen liever 'zaken' met China. Afrika zal een belangrijke afzetmarkt worden voor Chinese Producten. 
Je kan vertellen wat China in Afrika doet op het gebied van handel.

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Vidéo