Werkwoordsvormen op de(n) dde(n) te(n) tte(n)

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Werkwoordsvormen op de(n) dde(n) te(n) tte(n)

Infinitief werkwoord

De infinitief vorm van een werkwoord staat in het woordenboek en is de volledige vorm van een werkwoord zoals:

-meld wordt melden

-roest wordt roesten

Persoonsvorm verleden tijd (pvvt)

Als in de infinitief één -d- of één -t- staat (bevrijden, verlichten), schrijf je de Pvvt met -dde(n) of -tte(n):

De brandweerlieden bevrijdden (Pvvt) de automobilist uit zijn auto.

Tot voor kort verlichtte (Pvvt) een schermlamp mijn hele kamer.

Persoonsvorm tegenwoordige tijd(pvtt)

Persoonsvorm tegenwoordige tijd ook wel pvtt schrijf je met -den, -ten in het meervoud net als de infinitief zoals:

Die slakken in de tuin bestrijden we met speciale korrels.

De kranten berichten elke dag over de Haagse politiek

Bij infinitieven met -dd- of -tt- heeft ook de pvtt het meervoud met -dd- of -tt- zoals: Veel Engelsen wedden graag bij de paardenraces

Bijvoeglijk naamwoord

Een bijvoeglijk naamwoord ook wel bn schrijf je altijd zo kort mogelijk, dus met -de of -te zoals:

De militairen brachten de bevrijde gijzelaars naar het hospitaal.

Ik kan niet goed studeren in die slecht verlichte kamer.

Let op! Bij infinitieven met -dd- of -tt- ( bekladden, verrotten) is ook het bn met -dd- of -tt- zoals:

bekladde muren

verrotte aardappels

In welke vorm staat het werkwoord in de zin:
De paragraaf luidde als volgt

1. Infinitief
2. Pvtt
3. Bijvoegelijk naamwoord
4. Pvvt

In welke vorm staat het werkwoord in de zin: Met een verbrande pot rende hij naar buiten

1. Infinitief
2. Pvtt
3. Bijvoegelijk naamwoord
4. Pvvt

Welke 2 werkwoordsvormen staan in de zin: Vergoedde de verzekering alle door de storm aangerichte schade?

1. Infinitief en bijvoegelijk naamwoord
2. Pvtt en Infinitief
3. Bijvoegelijk naamwoord en Pvtt
4. Pvvt en Bijvoegelijk naamwoord

In welke vorm staat het werkwoord in de zin:

1. Infinitief
2. Pvtt
3. Bijvoegelijk naamwoord
4. Pvvt

Schrijf dit woord in de infinitieve vorm:
verkleed

Schrijf dit woord in de Pvtt vorm (meervoud) zuchten

Schrijf dit woord in de Pvvt vorm(enkelvoud): Vergoeden

Schrijf dit woord in de BN vorm:
berechten