inhoudsmaten oefenen

Hoeveel milliliter (ml) zit er in
5 liter (l)?
En in 2 deciliter?
Hoeveel centiliter zit er in
10 deciliter (dl)
En in 70 dl?
80 dl
90 dl
 1 liter.   



(5000 ml )
(200 ml)

(100 cl)
(700 cl)
800 cl
900 cl
100 cl



1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenBasisschoolGroep 6

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Hoeveel milliliter (ml) zit er in
5 liter (l)?
En in 2 deciliter?
Hoeveel centiliter zit er in
10 deciliter (dl)
En in 70 dl?
80 dl
90 dl
 1 liter.   



(5000 ml )
(200 ml)

(100 cl)
(700 cl)
800 cl
900 cl
100 cl



Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Meten met maten......
maten??!!!!

Slide 3 - Diapositive

START; blok 8 les 12 week 3

de weektaak Speed, taak 12, blz. 22.
2 minuten

Slide 4 - Diapositive

afspraken
- niemand gaat naar de wc tijdens de instructie
- wisbordjes op tafel
- een actieve houding
- je gaat serieus aan je opdrachten werken
-als je iets niet snapt mag je het aan mij vragen

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Hoeveel milliliter (ml)= 
5 liter (l)?  
2 liter?


Hoeveel centiliter zit er in 
10 deciliter (dl)  
En in 70 dl?  
80 dl
90 dl
 1 liter.   

..........ml
...........dl



........cl
.........cl 
.........cl
..........cl
..........cl

Slide 7 - Diapositive

Wat is de kleinste inhoudsmaat?
A
Milliliter
B
Centiliter
C
Deciliter
D
Liter

Slide 8 - Quiz

1 l = ... ml?
A
1
B
10
C
100
D
1000

Slide 9 - Quiz

1 dl = ... cl?
A
1
B
100
C
10
D
1000

Slide 10 - Quiz

welke antwoorden passen ook bij 5 liter?

A
5 l= 50dl
B
500cl
C
500dl
D
5000ml

Slide 11 - Quiz

200 cl = ... l?
A
2
B
200
C
20
D
2000

Slide 12 - Quiz

Welke inhoudsmaten zijn even groot?
A
6500 ml
B
65 dl
C
6,5 liter
D
650 cl

Slide 13 - Quiz

Alle antwoorden zijn goed!
Ze zijn namelijk allemaal even groot...

Slide 14 - Diapositive

Wat is meer?
90 cl of 9 l
A
Even lang
B
90 cl
C
9 l
D
9l =9........= hoeveel cl

Slide 15 - Quiz

5dl en hoeveel 500cl is hoeveel liter?
A
1
B
10
C
100
D
1000

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Diapositive

dus maten omreken van l naar dl, cl en ml

en je leert, de liters met 3 cijfers achter de komma op te schrijven en om te rekenen 

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

als je verschillende hoeveelheden wilt optellen, maak de maat hetzelfde
10 liter +100ml + 10 dl=
10.000ml+100ml+100ml

Slide 20 - Diapositive

Hoe zit het dan als je 2 liter hebt, hoeveel deciliter/ centiliter/ milliliter is dat? (10x, 100x en
1000xl)

‒ Hoe zit het dan als je 0,5 liter hebt, hoeveel deciliter/ centiliter/ milliliter is dat? (10x, 100x en
1000x)
‒ Hoe zit het dan als je 0,1 liter hebt, hoeveel deciliter/ centiliter/ milliliter is dat? (10x, 100x en
1000x)
‒ Hoe zit het dan als je 0,25 liter hebt, hoeveel deciliter/ centiliter/ milliliter is dat? (10x, 100x en 1000x

Slide 21 - Diapositive