17 en 18 en 22 en 24 november - leesautobiografie

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Welkom!

- Lezen

- Verder aan de leesautobiografie

Planning

1. Opzetje maken

2. Eerste ervaring met boeken

3. Leeservaring op school

4. Leeservaring thuis

5. Waar houd je van/ wat zou je nog willen lezen

6. Inleiding en slot schrijven + controleren

Waar moet je op letten als je gaat schrijven?

1. Alinea’s – stukje tekst waarin één onderwerp wordt behandeld.

Als een alinea af is, sla je een regel over.

Alinea’s zijn er om de tekst makkelijker te kunnen lezen.

2. Hoofdletters.

Elke zin begint met een hoofdletter en eindigt met een punt.

3. Titel boven je tekst.

4. Een goede inleiding. Verzin een leuke beginzin waardoor anderen jouw tekst willen lezen. Dus niet: mijn leesautobiografie gaat over....

5.Driedeling: een tekst heeft een inleiding (leuke beginzin en korte uitleg waar je over gaat schrijven), een midden (hier vertel je je verhaal) en een slot (kort samenvatten wat je in het middenstuk hebt gezegd).

Verder met opzetje

1) Maak een Word document, sla dit document op in je mapje van Nederlands (leesautobiografie_Kees).

2) Schrijf minimaal vijf titels en schrijvers van boeken op die aan jou zijn voorgelezen

3) Schrijf kort op waar de boeken over gingen.

4) Geef aan aan welk boek je een bijzondere herinnering hebt. Vertel daar ook wat meer over.

5) Zoek en plak wat plaatjes van de boeken in je document.

(10 minuten)

Eerste ervaring met boeken

De eerste boeken waarmee je in aanraking kwam als baby/peuter waren voorleesboeken. Wat waren jouw lievelingsboeken (noem er minstens twee)? Wat is je bijgebleven? Beschrijf wat je nog weet. Wat vond je leuk? De plaatjes, het verhaal en/of het voorlezen? Werd je vaak voorgelezen? Wanneer werd je voorgelezen? Waar zaten jullie dan? Welke liedjes zong of hoorde je graag? Zet een stukje van dat liedje in je leesautobiografie. 

(10 minuten)

Lezen op de basisschool en thuis

Wat was het eerste boek dat je zelf hebt gelezen? Welke boeken heeft je meester of juf voorgelezen? Maak een top 5 van je favoriete boeken en leg per boek uit waarom je het zo mooi vindt. Je hebt vast ook wel boeken gelezen die je vreselijk vond. Welke boeken zijn dat en waarom vond je ze niet leuk? Waar lees je het liefst? Is er een boek dat je meerdere keren hebt gelezen? Waarom (niet)?

(10 minuten)

Volgende les

1. Opzetje maken

2. Eerste ervaring met boeken

3. Leeservaring op school

4. Leeservaring thuis

5. Waar houd je van/ wat zou je nog willen lezen

6. Inleiding en slot schrijven + controleren

Welkom!

- Lezen

- Verder aan de leesautobiografie

Vandaag

1. Opzetje maken

2. Eerste ervaring met boeken

3. Leeservaring op school

4. Leeservaring thuis

5. Waar houd je van/ wat zou je nog willen lezen

6. Inleiding en slot schrijven + controleren

Leeservaring thuis

Welke boeken lazen je ouders je voor? Wat was het eerste boek dat je zelf hebt gelezen? Hebben je ouders een boekenkast? Heb jij een eigen boekenplank?  Maak een top 5 van je favoriete boeken en leg per boek uit waarom je het zo mooi vindt. Je hebt vast ook wel boeken gelezen die je vreselijk vond. Welke boeken zijn dat en waarom vond je ze niet leuk? Waar lees je het liefst? Is er een boek dat je meerdere keren hebt gelezen? Waarom (niet)?

(10 minuten)

Volgende les

1. Opzetje maken

2. Eerste ervaring met boeken

3. Leeservaring op school

4. Leeservaring thuis

5. Waar houd je van/ wat zou je nog willen lezen

6. Inleiding en slot schrijven + controleren

Welkom!

- Lezen

-Verder aan de leesautobiografie

Leren voor de toets

Toets Leesvaardigheid: H1 Meer dan lezen, paragraaf 1 t/m 4 en H6 Formuleren, paragraaf 2 verbanden tussen zinnen

Staat ook in Outlook Agenda: 16/12

Deze les

1. Opzetje maken

2. Eerste ervaring met boeken

3. Leeservaring op school

4. Leeservaring thuis

5. Waar houd je van/ wat zou je nog willen lezen

6. Inleiding en slot schrijven + controleren

Waar houd je van/ wat wil je nog lezen?

Van wat voor soort boeken (genres) houd je? Denk aan sprookjes, historische verhalen, fantasyboeken, stripboeken, probleemboeken, sportbladen, boeken die echt gebeurd zijn, paardenboeken, avonturenboeken etc? Geef voorbeelden van titels en leg steeds uit waarom je het een (of misschien geen) leuk boek vond. Vind je het leuk om een boek cadeau te krijgen voor je verjaardag of Sinterklaas? Als je zelf een boek zou schrijven, waar zou het dan over moeten gaan? (kort uitleggen!)

(10 minuten)

Waar houd je van/ wat wil je nog lezen?

Misschien ben je wel helemaal geen lezer, maar meer een kijker. Welke (teken-)film heb je toen je klein was heel vaak gezien? Wat vond je leuk/spannend aan die film? Ging/ga je wel eens naar jeugdtheater? Kwam er wel eens een theatergroep bij jullie op school? Geef een voorbeeld. Hoe vond je dat? Wat is nu je favoriete film en waarom? Wat kijk je graag op Netflix of tv? Hou je van computerspelletjes/games? Zo ja: noem eens een paar titels en leg uit wat je er leuk aan vindt.

(10 minuten)

Wat zou je nog willen lezen?

Zijn er boeken die je nog niet hebt gelezen, maar die je nog wel ooit zou willen lezen? Waarom?

(10 minuten)

Volgende les

1. Opzetje maken

2. Eerste ervaring met boeken

3. Leeservaring op school

4. Leeservaring thuis

5. Waar houd je van/ wat zou je nog willen lezen

6. Inleiding en slot schrijven + controleren

Welkom!

- Lezen

- Huiswerk nakijken (H6 par.2 1 t/m 4)

- Verder aan leesautobiografie

Toets Leesvaardigheid: H1 Meer dan lezen, paragraaf 1 t/m 4 en H6 Formuleren, paragraaf 2 verbanden tussen zinnen

Planning

1. Opzetje maken

2. Eerste ervaring met boeken

3. Leeservaring op school

4. Leeservaring thuis

5. Waar houd je van/ wat zou je nog willen lezen

6. Inleiding en slot schrijven + controleren

Schrijf op waar je op moet letten als je een stukje tekst gaat schrijven. 

(2 minuten)

Vergelijk dit met het antwoord van je buurman/buurvrouw

(2 minuten)

Waar moet je op letten als je gaat schrijven?

1. Alinea’s – stukje tekst waarin één onderwerp wordt behandeld.

Als een alinea af is, sla je een regel over.

Alinea’s zijn er om de tekst makkelijker te kunnen lezen.

2. Hoofdletters.

Elke zin begint met een hoofdletter en eindigt met een punt.

3. Titel boven je tekst.

4. Een goede inleiding. Verzin een leuke beginzin waardoor anderen jouw tekst willen lezen. Dus niet: mijn leesautobiografie gaat over....

5.Driedeling: een tekst heeft een inleiding (leuke beginzin en korte uitleg waar je over gaat schrijven), een midden (hier vertel je je verhaal) en een slot (kort samenvatten wat je in het middenstuk hebt gezegd).

(10 minuten)

Eisen

Het verslag:

• Heeft een voorblad
  
• Heeft een titel
  
• Heeft een juiste opbouw: inleiding-kern-slot
  
• Heeft alinea's en duidelijke tussenkopjes
  
• Is getypt in foutloos Nederlands
  
• Ziet er keurig verzorgd uit: plaatjes e.d.
• Bestaat naast het voorblad uit ongeveer 2 à3 A 4 tjes. 

Verbanden aanbrengen in zinnen

Structureer je tekst met behulp van signaalwoorden (H6 par. 2 verbanden tussen zinnen)

Om een tekst leesbaarder te maken, kan je gebruik maken van signaalwoorden. Kijk of je nog ergens voegwoorden in kan zetten.

(5 minuten)

Wissel je leesautobiografie uit met je buurman/buurvrouw

- Je controleert de spelling

- Je controleert de interpunctie

- Je controleert de indeling (inleiding, kern, slot)

- Je controleert de titel

- Je controleert of er alinea's zijn en tussenkopjes

(10 minuten)