14 november - leesautobiografie

Welkom!
  •  Lezen
  • Beginnen aan de leesautobiografie
1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 43 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom!
  •  Lezen
  • Beginnen aan de leesautobiografie

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Herkennen jullie boeken die in het nummer zijn genoemd?

Slide 3 - Diapositive

Lesdoelen:
  • Na deze les weet je wat een leesautobiografie is.
  • Na deze les heb je je geheugen opgefrist over de boeken die je hebt gelezen
  • Na deze les verzamel je informatie over de (voor)gelezen boeken.
  • Na deze les schrijf je kort over je ervaringen met de  (voor)gelezen boeken.

Slide 4 - Diapositive

Fictiedossier

De leesautobiografie is onderdeel van je fictiedossier

Het fictiedossier lever je aan het einde van het schooljaar in

Slide 5 - Diapositive

Wat betekent autobiografie?


Wat is een leesautobiografie?

Slide 6 - Diapositive

Leesautobiografie

lees 
auto = zelf
bios = leven
grafie = schrijven


Slide 7 - Diapositive

Leesautobiografie

In een leesautobiografie beschrjif je wat voor lezer je bent door je ervaring met boeken op te schrijven.

Het is dus jouw eigen leesgeschiedenis.

Slide 8 - Diapositive

Welke boeken werden aan je voorgelezen?
 Welke boeken heb je zelf gelezen?
Wat vond je van die boeken? Leuk? Spannend? Saai? Stom? Griezelig? Grappig? 
Moest je er bij huilen?
Welke boeken zul je nooit vergeten?
Wat was er zo bijzonder aan die boeken?
Welke boeken vond je echt niet leuk? Hoe kwam dat?

Slide 9 - Diapositive

Kijk naar de volgende afbeeldingen van boeken

  • Herken jij deze?
  • Wat weet je nog van deze boeken?
  • Wie las jou voor?
  • Noteer in je schrift wat je herkent, of wat je je herinnert.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Planning:
1. Opzetje maken
2. Eerste ervaring met boeken
3. Leeservaring op school
4. Leeservaring thuis
5. Waar houd je van/ wat zou je nog willen lezen
6. Inleiding en slot schrijven + controleren

Slide 28 - Diapositive

Wat ga je nu doen:
1) Maak een Word document, sla dit document op in je mapje van Nederlands (leesautobiografie_Kees).
2) Schrijf minimaal vijf titels en schrijvers van boeken op die aan jou zijn voorgelezen 
3) Schrijf kort op waar de boeken over gingen.
4) Geef aan aan welk boek je een bijzondere herinnering hebt. Vertel daar ook wat meer over.
5) Zoek en plak wat plaatjes van de boeken in je document.
6) Kijk je geschreven tekst goed na.

Slide 29 - Diapositive

Voorbeeld:

De mooiste vis van de zee - Marcus Pfister
Dit boekje gaat over een erg mooie vis die trots is op zijn mooie glinsterende schubben. Het is een erg ijdel visje, maar ook eenzaam. Het heeft geen vrienden.  Als hij een aantal schubjes weggeeft, krijgt het vrienden en de vis merkt dat hij dat fijner vindt, dan de mooiste vis te zijn.

Ik kreeg dit boekje toen ik als vierjarige mijn arm gebroken had en ik me best vaak verveelde. Mijn oma bij wie ik logeerde, las dit boekje vaak aan mij voor en ik vond dat heel leuk. Vooral de glanzende schubjes van deze vis op het plaatje vond ik geweldig. Mijn oma heeft het zeker tien keer voorgelezen.

Slide 30 - Diapositive

Wat ga je nu doen:
1) Maak een Word document, sla dit document op in je mapje van Nederlands (leesautobiografie_Kees).
2) Schrijf minimaal vijf titels en schrijvers van boeken op die aan jou zijn voorgelezen 
3) Schrijf kort op waar de boeken over gingen.
4) Geef aan aan welk boek je een bijzondere herinnering hebt. Vertel daar ook wat meer over.
5) Zoek en plak wat plaatjes van de boeken in je document.
6) Kijk je geschreven tekst goed na.

Slide 31 - Diapositive

Aan het einde van de les:

- Weet je wat een leesautobiografie is
- Kan ik een begin maken met mijn leesautobiografie

Slide 32 - Diapositive

Volgende les:
1. Opzetje maken
2. Eerste ervaring met boeken
3. Leeservaring op school
4. Leeservaring thuis
5. Waar houd je van/ wat zou je nog willen lezen
6. Inleiding en slot schrijven + controleren

Slide 33 - Diapositive

Waar moet je op letten als je gaat schrijven?
1. Alinea’s – stukje tekst waarin één onderwerp wordt behandeld.
Als een alinea af is, sla je een regel over.
Alinea’s zijn er om de tekst makkelijker te kunnen lezen.
2. Hoofdletters.
Elke zin begint met een hoofdletter en eindigt met een punt.
3. Titel boven je tekst.
4. Een goede inleiding. Verzin een leuke beginzin waardoor anderen jouw tekst willen lezen. Dus niet: mijn leesautobiografie gaat over....
5.Driedeling: een tekst heeft een inleiding (leuke beginzin en korte uitleg waar je over gaat schrijven), een midden (hier vertel je je verhaal) en een slot (kort samenvatten wat je in het middenstuk hebt gezegd).

Slide 34 - Diapositive

Wat je gaat doen:

  • Geef aan aan welk boek je een bijzondere herinnering hebt. Vertel   daar ook wat meer over.
  • Zoek en plak wat plaatjes van je boeken in je document.
  • Kijk je geschreven tekst goed na.
  • Veel plezier!

Slide 35 - Diapositive

Leesautobiografie inleiding
 
A) Hoi. Ik ben…. en welkom in mijn leesautobiografie. Waarschijnlijk weten jullie al wat een leesautobiografie is, dus laten we meteen beginnen!

B)Hallo. Ik ga vertellen over mijn boekengeschiedenis. Ik lees zelf niet zo graag maar als ik het boek echt leuk vind, kan ik wel uren blijven doorgaan.

C) Kom gezellig kijken in mijn kindertijd! Vroeger weg ik veel voorgelezen. Bijvoorbeeld het boek Floddertje van Annie M.G. Schmidt. Het gaat over een meisjes en haar hond die altijd vies worden. Ook al zijn ze net gewassen, ze worden meteen weer vies en dat is heel onhandig.


Slide 36 - Diapositive

Slot
A)Nou, helaas dat was het. Ik hoop dat je dit stukje leuk vond en ik hoop dat je misschien wat leuke boeken hebt gehoord. Nou, tot de volgende keer maar weer.

B)Mijn favoriete schrijver is toch wel Francine Oomen. Dit was mijn leesgeschiedenis. 

C)Nu lees ik het niet meer maar als het op tv is, klik ik niet weg. Ik keek laatst tv en toen zag ik Kikker. Toen heb ik een kwartier gekeken en in dat kwartier zag ik mezelf als peuter lachen en gieren. Ik blijf Kikker altijd leuk vinden.


Slide 37 - Diapositive

Stel de volgende vragen aan jezelf en schrijf je eigen antwoorden in je schrift:
-Wat was het eerste boek waar je ooit van gehoord hebt of dat je werd voorgelezen?
-Herinner je je nog een prentenboek dat je werd voorgelezen?
-Werd er thuis voorgelezen en door wie?
-Wat herinner je nog van het voorlezen op debasisschool?
-Welke boeken ben je zelf op de basisschool gaan lezen?
-Wat is je favoriete boek en waarom vind je het zo leuk?
-Wat is je favoriete schrijver en hoe komt dat?
-Hoe komt het dat je lezen leuk vindt of juist niet leuk vindt?


Slide 38 - Diapositive

Wat doe je met de antwoorden op je vragen?
Verwerk de antwoorden in het middenstuk van je tekst.

Inleiding schrijven:
Begin met een leuke beginzin, bijv. het leukste boek, dat mij ooit werd voorgelezen was... en vertel daar kort iets over. Geef kort aan waarover je het verder gaat hebben.
Morgen schrijven we de leesautobiografie tijdens de les.

Slide 39 - Diapositive

DUS:
-Bedenk wat je zelf gelezen hebt of wat er werd voorgelezen thuis of op school.
-Bedenk een leuke zin als inleiding dus NIET: mijn leesautobiografie gaat over.... OF Hallo ik ben....
-Gebruik alinea's en sla tussen elke alinea een regel over.
-Gebruik hoofdletters aan het begin van elke zin.
-Begin te schrijven bij de kantlijn.
-Denk na hoe je je stukje tekst afsluit.
-Lengte: voorkant van klein pw blaadje.

Slide 40 - Diapositive

Hoe pak je het aan?
Titel boven je tekst (zelf verzinnen).
Inleiding: Vertel dat er vroeger (wel of niet) werd voorgelezen of welk boek jij je als eerste herinnert.
Midden: Waar ging dat boek over? Wat lees je nu? Zijn er schrijvers die je graag leest?
Slot: Vat in twee of drie zinnen samen wat je in het midden hebt gezegd.
Begin niet met: Dit is mijn leesautobiografie.

Slide 41 - Diapositive

Wat leer je?

  • Je leert een (lees)autobiografie schrijven.
  • Je leert hoe je een verslag opbouwt en schrijft. 
  • Je leert je ervaringen onder woorden te brengen. 

Slide 42 - Diapositive

Luister naar het lied over lezen

Slide 43 - Diapositive