6.2 Hoe kijk je tegen anderen aan?

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Pluriforme samenleving

6.2 Hoe kijk je tegen anderen aan?

Lesdoelen:

1. Aan het einde van de les ken je het begrip stereotype.

2. Aan het einde van de les ken je het begrip vooroordeel.

3. Aan het einde van de les kun je een voorbeeld benoemen over het begrip tolerant zijn. 

Leg het begrip dominante cultuur uit...

Leg het begrip sub cultuur uit...

Vooroordelen

Vooroordeel 

Zonder dat je iemand kent, heb je vaak meteen een beeld of oordeel. Als zo’n beeld niet op feiten is gebaseerd, noem je dat een vooroordeel.

Welke vooroordelen kun je bedenken bij deze foto?

Welk vooroordeel kun je bij bedenken bij de foto?

Stereotype

Een vooroordeel dat niet op één persoon slaat, maar op een hele groep.

Bedenk twee stereotype beelden die bestaan over Nederlanders.

We kijken een video

Leg de situatie in dit videofragment uit.
Gebruik in je uitleg de begrippen stereotype en vooroordeel.

Ongelijke behandeling

Discriminatie = Als je iemand in dezelfde situatie anders behandelt.

Discriminatie kan plaats vinden op basis van:

• culturele achtergrond 
• racisme = discriminatie op grond van iemands huidskleur. 
• uiterlijk.
  
• sekse (man of vrouw) of seksuele geaardheid.
  
• seksisme: discriminatie op grond van iemands sekse.
  
• leeftijd.
  

Respect en tolerantie

Tolerantie => Tolerant zijn betekent dat je er geen probleem mee hebt dat mensen anders zijn of andere normen en waarden hebben dan jij.

Respect => Een ander in zijn of haar waarde laten

• Tolerantie heeft veel te maken met respect. Door tolerant te zijn, laat je zien dat je mensen die anders zijn respecteert.
  

We kijken weer een korte video:  Leg uit hoe tolerantie ervoor kan zorgen dat je minder vooroordelen hebt. 

Als mensen verschillend behandeld worden, is er altijd sprake van discriminatie.

1. Juist
2. Onjuist

Tim denkt: "Meisjes hebben geen verstand van techniek." Dit is een voorbeeld van:

1. Een leugen
2. Vooroordeel

Stereotype is een vooroordeel over een hele groep mensen

1. Juist
2. Onjuist

Huiswerk:

6.2 blz. 109

opdrachten: 1,5,6,7, 8 en 11.