6.2 Hoe kijk je tegen anderen aan?

6.2 Hoe kijk je tegen anderen aan?

Leerdoelen:
1. Aan het einde van de les ken je het begrip vooroordeel.
2. Aan het einde van de les ken je het begrip stereotype.
3. Aan het einde van de les kun je een voorbeeld benoemen over het begrip tolerant zijn. 
Planning:

1. Uitleg of zelfstandig werken =>
Lezen blz. 88 en 89, maken blz. 109, 110 en 111.

2. Filmpjes met vragen of zelfstandig werken (zie hierboven)

3. Samen afsluiten: in tweetallen de leerdoelen bespreken!
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

6.2 Hoe kijk je tegen anderen aan?

Leerdoelen:
1. Aan het einde van de les ken je het begrip vooroordeel.
2. Aan het einde van de les ken je het begrip stereotype.
3. Aan het einde van de les kun je een voorbeeld benoemen over het begrip tolerant zijn. 
Planning:

1. Uitleg of zelfstandig werken =>
Lezen blz. 88 en 89, maken blz. 109, 110 en 111.

2. Filmpjes met vragen of zelfstandig werken (zie hierboven)

3. Samen afsluiten: in tweetallen de leerdoelen bespreken!

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Dominante cultuur
De normen, waarden en gewoonten  van de meeste mensen in een land.

De grootste cultuur van een land. In Nederland is dat dus de Nederlandse cultuur.




Slide 3 - Diapositive

Subcultuur
De cultuur van een kleine groep mensen binnen de samenleving.

Voorbeelden: Brabanders, Friezen, christenen, moslims, hiphoppers, Turken, Surinamers.

Slide 4 - Diapositive

6.2 
Hoe kijk je tegen anderen aan

Slide 5 - Diapositive

Vooroordelen
Zonder dat je iemand kent, heb je vaak meteen een beeld of oordeel. Als zo’n beeld niet op feiten is gebaseerd, noem je dat een vooroordeel.

Wat denk je als je deze man ziet? 







Slide 6 - Diapositive

Stereotype
Een vooroordeel dat niet op één persoon slaat, maar op een hele groep.


Bedenk twee stereotype beelden die bestaan over Nederlanders.

Slide 7 - Diapositive




Wat is het verschil tussen een vooroordeel en een stereotype? 

Slide 8 - Diapositive

Ongelijke behandeling
Discriminatie = Als je iemand in dezelfde situatie anders behandelt.

Discriminatie kan plaats vinden op basis van:
  • culturele achtergrond 
  • racisme = discriminatie op grond van iemands huidskleur. 
  • uiterlijk.
  • sekse (man of vrouw) of seksuele geaardheid.
  • seksisme: discriminatie op grond van iemands sekse.
  • leeftijd.



Slide 9 - Diapositive

Respect en tolerantie
Tolerantie = Tolerant zijn betekent dat je er geen probleem mee hebt dat mensen anders zijn of andere normen en waarden hebben dan jij.

Respect = Een ander in zijn of haar waarde laten

  • Tolerantie heeft veel te maken met respect. Door tolerant te zijn, laat je zien dat je mensen die anders zijn respecteert.



Slide 10 - Diapositive

Nu:
Filmpjes met vragen of zelfstandig werken: 
Lezen blz. 88 en 89, maken blz. 109, 110 en 111.

Slide 11 - Diapositive

Vraag bij het filmpje:
Wat leer je in dit filmpje over vooroordelen? 

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Wat leer je in dit filmpje over vooroordelen?

Slide 14 - Question ouverte

Vraag bij het filmpje:
Wat leer je in dit filmpje over stereotypen? 
Wat zou jij hebben gedaan als je langs was gelopen?

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Wat leer je in dit filmpje over stereotypen?

Slide 17 - Question ouverte

Wat zou jij hebben gedaan als je langs was gelopen?

Slide 18 - Question ouverte

Vraag bij het filmpje:
Bij welke categorie zouden mensen bij jou gaan staan denk je? 

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

Bij welke categorie zouden mensen bij jou gaan staan denk je?

Slide 21 - Question ouverte

Als mensen verschillend behandeld worden, is er altijd sprake van discriminatie.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quiz

Tim denkt: "Meisjes hebben geen verstand van techniek." Dit is een voorbeeld van:
A
Vooroordeel
B
Stereotype
C
Feit
D
Leugen

Slide 23 - Quiz

Stereotype is een vooroordeel over een hele groep mensen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quiz

Afsluiting:
Bespreek met elkaar de leerdoelen:
1. Aan het einde van de les ken je het begrip vooroordeel.
2. Aan het einde van de les ken je het begrip stereotype.
3. Aan het einde van de les kun je een voorbeeld benoemen over het begrip tolerant zijn. 

Slide 25 - Diapositive