L31: Balanstest

30
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

30

Slide 1 - Diapositive

De test bestaat uit 2 delen:
1. Luistervaardigheid

2. Leesvaardigheid

Slide 2 - Diapositive

Deel 1: Luistervaardigheid
  •  deel LessonUp
                                   - vragen (punten)
                                   - luisterfragment
                                   - schematiseren

  • deel Bookwidget
                                   - vragen over luisterfragment (punten)

Slide 3 - Diapositive

Ik vloek dagelijks.
Ja
Nee

Slide 4 - Sondage

Ik erger mij soms als iemand anders vloekt.
Ja
Nee

Slide 5 - Sondage

Ik word op mijn vingers getikt door mijn ouders als ik vloek.
Ja
Nee

Slide 6 - Sondage

Ik vind dat vloeken in bepaalde situaties moet kunnen.
Ja
Nee

Slide 7 - Sondage

Ik vind dat mensen in het algemeen te vaak vloeken.
Ja
Nee

Slide 8 - Sondage

Zo meteen beluisteren we de intro van een fragment.

- Nadien beantwoord je enkele vragen.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Lien

Wat is het onderwerp?

Slide 11 - Question ouverte

Wat voor soort programma is dit?
A
soap
B
quiz
C
praatprogramma
D
realityshow

Slide 12 - Quiz

Wat is het doel van het filmpje? (Meerdere antwoorden zijn mogelijk).
A
overtuigen
B
informeren
C
raken
D
amuseren

Slide 13 - Quiz

Beluister het fragment volledig
Neem pen en papier.
doel -> schematiseren

-> Nadien ga je vragen oplossen in een Bookwidget.

Slide 14 - Diapositive

Hoe maak je een schema?

Slide 15 - Carte mentale

Slide 16 - Lien

Slide 17 - Diapositive

Deel 2: Leesvaardigheid
  •  deel LessonUp
                                   - vragen (punten)
                                   - leesfragment
                                   - schematiseren
  • deel Bookwidget
                                   - vragen over leesfragment (punten)

Slide 18 - Diapositive

Ik gebruik dagelijks emoji's wanneer ik berichten stuur.
ja
nee

Slide 19 - Sondage

Mijn ouders gebruiken soms emoji's in hun berichten.
ja
nee

Slide 20 - Sondage

Ik weet van elke emoji wat die betekent.
ja
nee

Slide 21 - Sondage

Emoji's betekenen hetzelfde in elke cultuur.
ja
nee

Slide 22 - Sondage

Er is te weinig aandacht voor wat emoji's betekenen in de Nederlandse taal.
ja
nee

Slide 23 - Sondage

Lees de tekst op pag. 330 globaal.

Slide 24 - Diapositive

Wat is volgens jou het onderwerp van de tekst?

Slide 25 - Question ouverte

Geef de hoofdgedachte van de inleiding in één zin weer.

Slide 26 - Question ouverte

Met welk tekstdoel schreef de auteur de tekst?
A
informeren
B
ontspannen
C
raken
D
overtuigen

Slide 27 - Quiz

Geef de tekstsoort.
A
informatieve tekst
B
persuasieve tekst
C
opiniërende tekst
D
narratieve tekst

Slide 28 - Quiz

Wat is het teksttype?
A
wetenschappelijke studie
B
reisverhaal
C
nieuwsartikel
D
recept

Slide 29 - Quiz

Lees de tekst grondig door.
- Neem notities.
- Zie dat je alles begrijpt.

-> Los nadien de vragen op in de Bookwidget.

tekst pag. 330

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive